Het eerste ‘nee’ tegen de Duitsers
De Leidse hoogleraar in de rechtsgeleerdheid Cleveringa voorzag de hoogst riskante gevolgen van zijn beoogde openbare optreden, maar die schrikten hem niet af. Natuurlijk dacht hij aan zijn vrouw en kinderen, voor wie hij er diende te zijn. Maar tot die zorg behoorde ook dat zijn goede naam niet besmeurd mocht worden, oordeelde hij. Een naam die hij zijn kroost zou nalaten, tenslotte. Dus hield Rudolph Pabus Cleveringa (1894-1980) op 26 november 1940 een beroemde rede, waarin hij zich teweerstelde tegen het ontslag van zijn Joodse collega, vriend en leermeester Eduard Meijers. En hoe. Dat ontslag noemde hij een schending van de Nederlandse grondwet en rechtsstaat. Dit met zijn karakteristieke heldere, harde noordelijke stem uitgesproken protest was het eerste publieke ‘nee’ tegen de Duitse bezettingsmacht. De dag na de toespraak werd hij gearresteerd; uiteindelijk belandde hij in kamp Vught.
Terecht vraagt zijn biograaf Kees Schuyt zich af waar Cleveringa de moed vandaan haalde om dit te doen. De veelomvattende biografie R.P. Cleveringa. Recht, onrecht en de vlam der gerechtigheid vormt zijn antwoord op die belangrijkste onderzoeksvraag. Hij stelt zich meer vragen: wie was de persoon achter deze rede? Wat waren zijn achtergronden en motieven, en wat was de aanleiding voor zijn toespraak? En wat was de invloed van de academische omgeving waarin hij werkte? Schuyt toont niet alleen aan dat Cleveringa’s rede voortkwam uit diens levenslange engagement, maar ook paste bij het klimaat en de traditie van de universiteit van Leiden. Cleveringa stond niet alleen; hij werd gesteund door tal van eminente collega’s.
Een mogelijk bezwaar tegen Schuyts zeer eerbiedige én uiterst grondige biografie is dat hij alles wat er te weten en te onderzoeken valt over Cleveringa een plaats heeft gegeven in dit boek. Want hoe je het wendt of keert, het belang van Cleveringa’s leven wordt bepaald door zijn principiële optreden tijdens de oorlogsjaren en de jaren kort daarna vol eerbewijzen. Toch krijgen we dat hele leven nauwgezet voor de kiezen, inclusief het huwelijk, de kinderen, de kleinkinderen. Maar in die keur aan opgediepte details ligt wel een indringende tekening van de gesoigneerde liberaal Cleveringa besloten. Zo verstijfde hij, verslingerd als hij was aan vorm en decorum, toen een van de leden van een promotiecommissie vanwege de hitte zijn jasje uitdeed en ook nog gul zicht bood op diens rode bretels. Evenmin was Cleveringa tijdens een Amerikaanse reis gecharmeerd van de kartonnen beker waarin hij zijn koffie kreeg geserveerd. Terecht.
Jeroen Vullings is biograaf en criticus.
Dit artikel is exclusief voor abonnees