‘Geschiedenis is een gevangenis waaruit niemand kan ontsnappen.’ Dat is de sombere boodschap van Keith Lowe (50), een Britse historicus die zich heeft gespecialiseerd in de Tweede Wereldoorlog en zijn nagalm in hedendaagse cultuur. Hoe graag we soms ook een streep onder het verleden zouden trekken en met een schone lei beginnen, de geesten van gister keren altijd terug. Hoe harder je probeert te doen alsof ze er niet zijn, hoe heviger ze rondspoken.
Oorlogsmonumenten hebben de paradoxale functie om enerzijds het verleden een voor iedereen zichtbare plek in het heden te geven – opdat wij niet vergeten – en anderzijds de geesten in een kooitje te vangen. Monumenten zijn als cipiers die een bepaalde gewenste manier van herinneren moeten bewaken. Alternatieve herinneringen en interpretaties worden genegeerd of bewust terzijde geschoven, het liefst voor altijd. Dat het zo niet werkt, laat Lowe zien aan de hand van vele intrigerende voorbeelden.
Om er één uit te lichten: in 2014 liet de Hongaarse regering van Victor Orbán in Boedapest een ‘Gedenkteken voor de Slachtoffers van de Duitse Bezetting’ oprichten. Toen in maart 1944 het Sovjetleger de Hongaarse grens naderde, vond Hitler het namelijk noodzakelijk het land onder curatele te stellen en de Hongaarse leider, admiraal Horthy, naar huis te sturen. Deze gebeurtenis wordt door het monument zo uitgebeeld: een Duitse adelaar grist een rijksappel uit de handen van de aartsengel Gabriël, symbool voor Hongarije. Maar zo engelachtig was Hongarije in het echt niet. Het land was gedurende de hele oorlog Hitlers bondgenoot en de Duitsers ondervonden bij hun intocht geen weerstand. Zij installeerden een nieuw regime van Hongaarse fascisten, die de nazi’s hielpen bij het vermoorden en deporteren van zo’n 450.000 Joodse Hongaren. Dit zijn echter niet de slachtoffers waar het regeringsmonument naar verwijst.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Al voordat het monument was afgebouwd, kwamen kunstenaars in actie. Ze nodigden overlevenden van de Holocaust uit om foto’s en geschreven getuigenissen bij de bouwplaats achter te laten, en organiseerden er debatavonden in de open lucht. Zij lieten zien dat ook een illiberaal regime als dat van Orbán de herinnering niet naar believen kan kneden.
Zo beschrijft Lowe tal van Tweede Wereldoorlog-monumenten over de hele wereld waar iets mee aan de hand is. Omdat ze verzwijgen, vervormen, politiseren, dramatiseren of trivialiseren. Omdat ze door de tijd zijn achterhaald of juist de herinnering tot op de dag van vandaag in gijzeling houden. En dat wreekt zich, vroeg of laat, altijd. Want de geschiedenis mag dan wel een gevangenis zijn, zelf laat zij zich niet gevangennemen.
Prisoners of history. What monuments to the Second World War tell us about our history and ourselves (2020). Keith Lowe, 346 p. William Collins, £14,72