Bestsellerauteur Russell Shorto is vooral bekend van boeken over de zeventiende en achttiende eeuw, bijvoorbeeld over Descartes, de ontstaansgeschiedenis van New York en de Amerikaanse revolutie.
Maar in Pater familias legt hij het vergrootglas op zijn eigen familie en vooral op zijn grootvader Russ, wiens ouders in 1901 van Sicilië naar de VS waren geëmigreerd.
Zijn lucratieve handel in illegale drank hield op toen in 1933 de ‘drooglegging’ eindigde. Daarna bouwde opa Shorto samen met zijn zwager een gokimperium op en werkte zich op tot tweede man van de maffia in het provinciestadje Johnstown in Pennsylvania.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Het boek is niet alleen een geschiedenis van kleinsteedse criminelen, die niet te beroerd zijn om vijanden te laten ‘omleggen’, maar ook een spannende zoektocht naar een verzwegen familieverhaal, waarbij de auteur informatie probeert te ontfutselen aan zijn vader en oudere verwanten. Gaandeweg wordt duidelijk dat zelfs de schaarse verhalen die in de familie de ronde deden niet klopten.
Pater familias. Het verhaal van mijn familie en de gangsters
Russell Shorto
277 p. Ambo|Anthos, € 22,99