Natzweiler en Dachau
‘Toen de deuren opengingen bleek de helft al dood,’ schreef hij in zijn Memoires van Yvo Pannekoek (1982), maar ‘Kari Mohr was zelfs toen hij 40 kilo woog nog vrij levendig en ondernemend.’ Hij droeg ‘onder zijn ene oksel een bijzonder kostbare uitgave van Seneca, en onder de andere een blocnootje en een klein potloodje. Hij was de meest intelligente, vindingrijke en doortastende man die ik kende, en ik was dus niet verbaasd dat hij zich niet hoefde te behelpen met het wc-papier waar alle anderen hun ontboezemingen op moesten neerpennen.’
‘Kari Mohr was zelfs toen hij 40 kilo woog nog vrij levendig en ondernemend’
Anders dan voor de meeste Nederlanders was de Tweede Wereldoorlog voor Oscar Mohr geen plotse doorbreking van een rimpelloos bestaan. Vooroorlogs Nederland was een weinig dynamisch, in zichzelf gekeerd land, waarvan de bewoners hun leven veelal doorbrachten binnen de zuil en de stand waarin ze het levenslicht hadden gezien. Oorlogsgeweld op eigen grond was het land meer dan een eeuw bespaard gebleven.
Een Nederlands ingenieur in de Kaukasus
In 1902 trouwde de reislustige jongeman, toen gevestigd in de Oekraïne, met de liberale, politiek actieve studente Bertha Ulmann (1878-1961). In zijn brieven contrasteerde hij het ernstige werken van de Russische studenten met het patserige fuiven dat in Nederland bij het studentenleven hoorde, en liet hij zijn weerzin blijken jegens de ‘smerige popen’, de orthodoxe priesters die alle ‘maatschappelijke ontwikkeling’ tegenhielden.
Bertha en Moritz maakt maakten de revolutie van 1905 mee – die tot hun spijt mislukte – en de oorlog met Japan
In september 1907 werd Oscar geboren, hun tweede zoon, door zijn familie en vrienden ook wel Cary genoemd. Het ondernemende paar was toen al verhuisd naar de hoofdstad, Sint-Petersburg, waar vader Moritz directeur werd van een elektrici¬teitsfabriek en enige tijd voorzitter was van de Nederlandse Vereniging.
Blijkens de brieven naar Den Haag hadden de Mohrs het naar hun zin. Cary, die naar het protestantse gymnasium voor buitenlandse kinderen ging, werd opgevoed met veel aandacht voor literatuur, kunst en natuur. De winters in de rijke handelsstad waren gevuld met theater-, concert- en museumbezoek. Soms gingen ze voor een lange vakantie naar Nederland of kwamen moeder en zusters van Moritz naar Rusland.
1917: Lenin grijpt de macht in de Oktoberrevolutie
Bertha en Moritz beschouwden het tsaristische regime als rampzalig. Op de revolutie van februari 1917, waarna een gematigd democratische regering werd gevormd (met Bertha’s vroegere jaargenoot Kerenski), hadden ze dan ook gehoopt. Maar na de Oktoberrevolutie braken ellendige tijden aan. De communisten sloten weliswaar vrede met de Duitsers, maar het land stortte in. Politieke tegenstanders en mensen die tot ‘bourgeois’ waren verklaard werden gevangengezet, de vrije pers werd opgeheven, bezit werd onteigend, fabrieken werkten niet meer.
Geweld, roof, plundering, nachtelijke huiszoekingen en rechteloosheid – zo ervoer vader Mohr de winter van 1917-1918. Hij kwam enige tijd in de cel terecht en toen het gezin te lijden kreeg onder honger, kou en duisternis, besloten de Mohrs te vertrekken. Dat kon echter alleen op de manier waarop een halve eeuw later mensen probeerden weg te komen uit de DDR: via geheime, riskante routes en mensensmokkelaars.
Toen het gezin te lijden kreeg onder honger, kou en duisternis, besloot de familie Mohr Rusland te verlaten. Dat kon alleen via geheime, riskante routes en mensensmokkelaars
Met de SS Lingestroom werden ze via de Oostzee gerepatrieerd. ‘Wat die Hollandse boot en die Hollandse vlag, wat het woord vaderland toen voor ons betekenden, dat kan alleen hij begrijpen, die ver is geweest en in nood.’ Aldus vader Mohr later dat jaar in een uitgebreide lezing voor het Rode Kruis over de situatie in de jonge Sovjetstaat.
Een nieuw bestaan in Nederland
Geen van die studies maakte hij af. In 1932 trad hij in dienst bij het Algemeen HandelsbladNew York Times en de London Times. In 1935 trouwde Oscar met Marguerite Mathilde (‘Daisy’) Arnold, die net zo internationaal georiënteerd was als hijzelf. Afkomstig uit Semarang, was ze voor haar schoolopleiding naar het koude Nederland gestuurd; daarna had ze in het opwindende Berlijn van de vroege jaren dertig gewerkt als kostuumnaaister.
Vier dagen na de Duitse inval nam Mohr ontslag. Derde kind op komst of niet: hij wilde geen redacteur zijn onder toezicht van een bezettingsmacht
Eén zo’n door de censuur gestopt stuk leidde in januari 1941 tot zijn arrestatie. Het liep goed af; na interventie door een Berlijnse NYT-collega kwam Mohr na twee weken vrij.
Illegale activiteiten en verzet
De SPT werd Mohr fataal. Kort nadat hij ermee was gestopt, in de nacht van 17 op 18 september 1942, werd hij opnieuw opgepakt. Hij kwam eerst terecht in de gevangenis van Scheveningen, en vervolgens in Haaren en Utrecht.
Hoe Mohr het in gevangenschap volhield, kunnen we opmaken uit zijn bewaard gebleven brieven. Slapeloze nachten kwam hij door met in zijn hoofd opgeslagen gedichten. Klagen en mopperen lagen hem niet. Mohr wilde voor zijn geliefden de echtgenoot, vader en zoon blijven die hij was geweest: erudiet, boeiend, liefhebbend en belangstellend. Hij vroeg Daisy om Shakespeare, Horatius en een wiskundeboek, en bedankte haar voor het extra eten dat ze hem wist te bezorgen.
In een brief aan zijn vader refereerde Oscar aan diens gevangenschap onder de Sovjets: ‘Dit is wat je noemt “dunnetjes overdoen”
Hij hoopte dat de achterblijvers hun angst de baas konden blijven. ‘Ik vraag jullie niet om niet naar me te verlangen, dat is veel te heerlijk voor mij. Maar ik vraag jullie naar me te verlangen alsof ik op een lange reis was, op zee, met niet veel wind.’ Ook moesten de kinderen af en toe naar de Westertoren gaan kijken, ‘want die moet er nog staan als ik terugkom’.
Liefst wilde Mohr een tovenaar zijn, met een vlinderdasje, die het leven in welke omstandigheden dan ook luister gaf. Zo bedachten Oscar en Daisy voor de drie kinderen de ‘truc met de hoge hoed’. Af en toe stond op Leliegracht 19 ’s morgens de hoge hoed op tafel die Oscar bij zijn trouwen had gedragen, met daaronder iets lekkers. Dan was papa ’s nachts zeker even langs geweest, zei hun moeder. Tot ieders geluk mochten Daisy en de kinderen hem enkele malen bezoeken.
Transport naar concentratiekamp Natzweiler
Zo was dat bedacht: NN-gevangenen moesten verdwijnen, zodat het leek of ze dood waren. Ze mochten geen brieven of pakketten ontvangen, kregen geen medische zorg en moesten de allerzwaarste dwangarbeid verrichten: in de steengroeve. De sterfte in het hoog aan de noordzijde van een berg aangelegde kamp was dan ook flink hoger dan in andere concentratiekampen.
In Natzweiler betoonde Mohr zich een genereus en vindingrijk medegevangene. Stervenden vroeg hij of er een gedicht of versje was dat ze nog graag wilden horen, en dan wist hij uit zijn enorme reservoir aan kennis de gewenste tekst ook meestal op te diepen.
Te midden van alle dood en verderf hadden Mohr en Beckman een dichtbundeltje samengesteld uit het gezamenlijke geheugen van de gevangenen, waaruit ’s zondags kon worden voorgelezen
Dat Mohr veel talen sprak, waaronder Russisch, was voor de gevangenen een enorm voordeel. Contacten met andere nationaliteiten konden binnen het verdeel-en-heerssysteem van de SS levens redden.
Met het naderen van de geallieerde troepen werd Natzweiler ontruimd. Op 5 september 1944 werden Mohr en zo’n tachtig anderen in een veewagon gepropt. De tocht duurde drie dagen. Bij het passeren van Karlsruhe werden daar net het station en de emplacementen gebombardeerd.
Door naar Dachau
Mohr kwam als gevangene 100650 in het buitenkamp Allach terecht, waar hij opnieuw veel voor zijn medegevangenen wist te betekenen. Kort voor de bevrijding kreeg hij langs clandestiene weg van nummer 100649, Boellaard, het bericht dat Wiardi Beckman op 15 maart was bezweken aan vlektyfus. Hij antwoordde: ‘Deze klap is raak. Hij treft velen. Onze thuisreis wordt steeds minder vrolijk.’
‘Deze klap is raak. Hij treft velen. Onze thuisreis wordt steeds minder vrolijk’
Eind april 1945 werden Dachau en Allach bevrijd. Een maand later was Cary Mohr terug bij zijn dierbaren, die twintig maanden niets van hem hadden vernomen. Hij was broodmager, moe en rusteloos, maar veel tijd voor herstel was er niet. Mohr ging bijna direct op pad voor allerlei wederopbouwklussen. Samen met Boellaard reisde hij bovendien in de zomer van 1946 naar Natzweiler; ze wilden de Fransen en Luxemburgers bedanken die hun af en toe wat eten hadden toegestopt, en ze wilden zich op de hoogte stellen van de stand van zaken rond de vervolging van hun kampbeulen.
Politionele acties in Indonesië
De nieuwe baan die hij in 1949 aanvaardde, lag in het verlengde hiervan. Mohr werd in Jakarta vertegenwoordiger van de Stichting voor Culturele Samenwerking (Sticusa), een functie waarin hij zijn beweeglijke geest en brede ontwikkeling ten volle kon benutten en die bovendien voldeed aan zijn wens om iets zinvols bij te dragen.
Deze stap betekende ook een nieuw persoonlijk begin. De oorlog was opgeborgen in het witte koffertje. Na al die jaren waarin Daisy en Oscar gescheiden waren geweest en Daisy het met de kinderen alleen had moeten redden, gingen ze nu samen iets opbouwen in het land van haar jeugd. Het gezin was in juni 1946 uitgebreid met een vierde kind.
Vlak voordat Mohr de Indonesiërs kon laten kennismaken met de Nederlandse cultuur, hadden ze al kennisgemaakt met de Nederlandse wapens in de tweede politionele actie
Mohr was de idealistische overtuiging toegedaan dat mentale verstarring kan worden doorbroken met topkunst. Oost en West moesten nu eenmaal een gezamenlijke toekomst opbouwen en de kennismaking met Picasso en Matisse, Bach en Mozart, westerse literatuur en wetenschap zou dat bevorderen, zoals omgekeerd kennis van wat er in het Oosten aan moois werd gemaakt het Westen kon verrijken.
Ontmoeting met Soekarno
In het Stichtingshuis in Jakarta vertoonde hij, liever dan de educatieve documentaires over turfstekende Hollanders die hem vanuit het Amsterdamse Sticusa-hoofdkantoor werden opgedrongen, moderne films als Vittorio de Sica’s Fietsendieven. Veel gedraaid werd ook Instruments of the Orchestra, waarin dirigent Malcolm Sargent in twintig minuten kinderen alle instrumenten van het London Symphony Orchestra liet zien.
Helaas. Hoe onkoloniaal de kosmopolitische Mohr in houding en denken ook was, zijn werk werd toch vaak gezien als een verlengde van het Nederlandse kolonialisme. Omgekeerd had men in Nederland weinig begrip voor zijn werkwijze, die vooral bestond uit het ontwikkelen van persoonlijke contacten.
Mohrs werk werd vaak gezien als een verlengde van het Nederlandse kolonialisme, hoe onkoloniaal en kosmopolitisch zijn houding ook was
Het zou er allemaal niet meer van komen. Op 3 mei 1952, een maand voor het geplande vertrek, stierf Cary Mohr aan een infectieziekte. Hij was 44 jaar oud. Zijn beide ouders leefden nog. Zijn kinderen waren tussen de zes en vijftien jaar. Hij was zeven jaar getrouwd geweest voor zijn arrestatie en zeven jaar waren hij en Daisy na zijn vrijlating samen. Behalve een dramatisch verlies voor zijn geliefden was Mohrs dood, in de woorden van Dekking, ook een ‘groot verlies voor het culturele leven van Nederland’.
Afbeelding: Oscar Mohr. Foto uit persoonlijk archief.
Dit artikel is exclusief voor abonnees