De verspreiding van de pestbacterie werd in 1346 tijdelijk tegengehouden door een conflict rond de Zwarte Zee. Dat stelt historica Hannah Barker, verbonden aan de universiteit van Arizona, in het tijdschrift Speculum. In 1346 was de pestbacterie via Centraal- Azië aangekomen op de Krim, die toen bij
de Gouden Horde hoorde, het rijk van khan Jānībek. Indertijd haalden Italiaanse handelaren veel graan uit het gebied rond de Zwarte Zee. Maar door conflicten tussen khan Jānībek en de Italiaanse machten
Genua en Venetië was de graanhandel in 1346 tijdelijk stilgelegd. Daarmee werd ook de pest de pas afgesneden. Toen het conflict in 1347 voorbij was en de handel weer op gang kwam, reisde de pestbacterie verder richting Italië – in vlooien op knaagdieren aan boord van de graanschepen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Vervolgens golfde de ziekte over de rest van West-Europa. Eerder is beweerd dat het conflict bij de
Zwarte Zee de verspreiding van de pest juist bevorderde, omdat besmette soldaten van Jānībek de Genuese handelspost Kaffa op de Krim belegerden en lijken van pestlijders de stad in slingerden.
Geertje Dekkers is historicus en journalist