Home Onbehagen in de overvloed

Onbehagen in de overvloed

  • Gepubliceerd op: 17 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maarten van Rossem

Een halve eeuw geleden verscheen The Affluent Society, van de hand van de Amerikaanse econoom John Kenneth Galbraith. Het boek is nog steeds in druk en valt te beschouwen als een van de tien invloedrijkste boeken van de afgelopen decennia. Bij deze kordate constatering moet ik eerlijkheidshalve opmerken dat ik geen enkel onderzoek ken dat iets zinnigs zegt over invloedrijke boeken of over de vraag hoe we die invloed zouden kunnen meten. De constatering is dus niet meer dan een vermoeden mijnerzijds.

Laat ik proberen enige steekhoudende argumenten voor dit vermoeden te geven. In briljant proza schetste Galbraith een schrijnend beeld van de Amerikaanse samenleving. De Amerikaanse economie had weliswaar het productieprobleem definitief opgelost, maar dreigde nu om te komen in een overvloed van consumptiegoederen. Werkelijk nodig waren die consumptiegoederen eigenlijk niet, het was de reclame die mensen wijs maakte dat ze niet zonder konden.

Gevolg van deze overproductie was het achterblijven van investeringen in de publieke sector. Als de Amerikaanse familie in een fraaie nieuwe auto en voorzien van een draagbare televisie van de natuur ging genieten, moest zij picknicken naast een zwaar vervuild, stinkend riviertje. Het werd de hoogste tijd dat de politiek ingrijpend andere prioriteiten ging stellen. De snel stijgende welvaart moest geïnvesteerd worden in onderwijs, infrastructuur, in het openbaar vervoer, de medische sector en de kunst. In de toekomst zouden de mensen steeds meer vrije tijd hebben en teneinde die op zinvolle wijze te vullen was goed onderwijs voor iedereen geboden. Het ging niet om de kwantiteit van de productie, maar om de kwaliteit van het bestaan.

De kansloze Democratische kandidaat voor het presidentschap in 1956, Adlai Stevenson, had op advies van Galbraith al gepleit voor een verbetering van de bestaanskwaliteit van de modale burger door meer aandacht te besteden aan de publieke sector. Galbraiths boek had ook aanzienlijke invloed op de sociaal-democratische partijen in West-Europa. Die bevonden zich aan het eind van de jaren vijftig in een ideologische impasse. Door de snelle welvaartsstijging en maatschappelijke harmonie van de jaren vijftig waren veel van de traditionele socialistische strijdpunten irrelevant geworden.

In 1959 gooiden zowel de SPD als de PvdA hun marxistische bagage met een zucht van opluchting over boord. Joop den Uyl koos in de economische paragraaf van het nieuwe beginselprogram van de PvdA voor een gemengde economie, die subtiel gestuurd zou worden door middel van Keynesiaanse macro-economische instrumenten. Socialisatie van de productiemiddelen werd niet langer nagestreefd. Voor de sociaal-democratische partijen was nu echter wel de vraag: hoe nu verder?

Op die vraag gaf Galbraith een bruikbaar antwoord. De nieuwe, geruchtmakende Den Uyl-biografie van Anet Bleich leert ons dat Den Uyl niet direct overtuigd was van het nut van Galbraiths analyse. Hij vroeg zich af of het wel eerlijk was de economische groei in de publieke sector te steken, net nu ook de arbeider eindelijk een autootje en een biefstuk kon kopen.

Na eindeloze debatten met zijn collega’s liet Den Uyl zich overtuigen. Wellicht omdat in hoog tempo duidelijk werd dat meer biefstuk zich best liet combineren met meer investeringen in de publieke sector. Begin jaren zestig kwam de PvdA met een ambitieus nieuw programma, Om de kwaliteit van het bestaan, waarin werd betoogd dat zorg, onderwijs, sociale woningbouw en kunst veel meer aandacht moesten krijgen. Het spreekwoordelijke voorbeeld van een zinloos consumptieartikel werd voor de Nederlandse sociaal-democraten de elektrische tandenborstel.

In alle welvarende landen namen in de jaren zestig en zeventig de investeringen in de publieke sector in hoog tempo toe. Het is natuurlijk onzin om Galbraiths briljante boek daarvoor verantwoordelijk te houden. Laten we constateren dat zijn aanbevelingen precies op het juiste, historische moment kwamen.

Maarten van Rossem

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.