Home Oerchristendom

Oerchristendom

  • Gepubliceerd op: 11 januari 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Anton van Hooff

‘Wat is er waar van De Da Vinci Code? Was Jezus echt met Maria Magdalena getrouwd?’ Deze vraag werd mij serieus gesteld door een paar studenten geschiedenis. Zelfs voor hen was het niet duidelijk dat de roman van Dan Brown pure fictie is. Nu hebben romanschrijvers en pseudo-wetenschappers makkelijk spel met het christendom: er staat bitter weinig vast over Jezus van Nazareth. Zijn optreden is pas tientallen jaren na zijn smadelijke kruisdood door aanhangers met eigen inkleuring opgetekend. De uiteenlopende mythen die zij in het Nieuwe Testament vertellen, zijn vervolgens negentien eeuwen voer voor theologen geweest. Is hier nog wetenschap mogelijk?


Eginhard Meijering, die 25 jaar lang theologiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden heeft gedoceerd, bewijst dat het wel kan. In een bijbeldik boek beschrijft hij met weldadige distantie de ontwikkeling van het christendom tot en met het Concilie van Nicaea van 325. Daar werd Jezus onder auspiciën van keizer Constantijn wezensgelijk – homoöusios – aan God de Vader verklaard. De aanduiding van maar één jota meer, homoiousios (wezensgelijkelijk) gold voortaan als een verfoeilijke ketterij. Daarmee stond de geloofsleer vast.

Meijering verzet zich echter tegen de idee dat het christendom zich onder Constantijn uitleverde aan de wereldlijke macht. Zo’n visie komt voort uit een moderne theologie die terug wil naar een paradijselijke oergemeente. Die was er nooit, laat Meijering zien, net zomin als een zuivere leer. Alle hervormers die terug willen naar het oerchristendom, miskennen het historische proces waarin die religie vorm heeft gekregen.

Ook Jezus zelf was als jood deel van de ontwikkelingen van zijn cultuur en tijd. Christelijk denkers uit de Griekse hoek waren evenzo kinderen van hun tijd en konden dus hun geloof alleen in antiek, filosofisch jargon verwoorden. En moderne theologen gehoorzamen ook aan de tijdgeest als zij uit schaamte over de massamoord op de joden een joodse Jezus willen herontdekken.

Soms is Meijering wat schoolmeesterig en breedsprakig. De lezer die niet veel voorkennis heeft zal een flinke kluif aan het boek hebben, maar de informatie is gedegen en betrouwbaar. Iemand die meent al genoeg kerkgeschiedenis gelezen te hebben, zal aangenaam worden getroffen door de mengeling van wetenschappelijke nuchterheid en liefde voor het onderwerp, die dit boek tot echte geschiedenis maakt.

Anton van Hooff is universitair hoofddocent klassieke geschiedenis aan de Universiteit Nijmegen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.