Home Normen en waarden: ook in de Middeleeuwen is veiligheid het toverwoord

Normen en waarden: ook in de Middeleeuwen is veiligheid het toverwoord

  • Gepubliceerd op: 6 november 2002
  • Laatste update 11 apr 2023
  • Auteur:
    Rob Meens
  • 6 minuten leestijd
Normen en waarden: ook in de Middeleeuwen is veiligheid het toverwoord

De normen en waarden die ook in de Middeleeuwen al bedreigd heetten, verschillen niet veel van degene die in onze huidige maatschappij gevaar lopen. Seks, geweld en openbare dronkenschap zorgen voor de grootste problemen.

Zo’n duizend jaar geleden schreef een ons onbekende geestelijke in Rome een handboekje. De korte tekst, zo’n tien pagina’s in moderne druk, was bedoeld om biechtvaders te helpen in hun omgang met boetvaardige zondaars. De auteur beschreef hoe een geestelijke de biecht moest afnemen en gaf heel praktisch aan welke boete deze de zondaar voor een bepaalde zonde moest opleggen. Net als in de huidige discussie over normen en waarden ging het in dit boek – en daarin onderscheidt het zich niet van soortgelijke werken uit deze periode – eigenlijk vooral over wat een mens níét behoort te doen. Zedenprekers – wat een pejoratieve klank heeft dat woord inmiddels – hebben blijkbaar een tamelijk negatief mensbeeld.

Het is niet duidelijk of het duizend jaar oude biechthandboek geïnspireerd was door een grote onvrede met het gedrag van de grote massa in Rome rond het jaar 1000. Er zijn wel allerlei tendentieuze historische werken die spreken van de `pauselijke pornocratie’ in deze periode, maar over de feitelijke gedragingen van het Romeinse volk en de clerus weten we eigenlijk heel weinig. Dergelijke biechthandboeken stonden in een toen ongeveer vierhonderd jaar oude traditie, en zoals bij veel middeleeuwse teksten heeft ook de auteur van dit werk veelvuldig uit oudere werken geput. Daarbij zal hij best aan zijn eigen tijd gedacht hebben, maar sommige zaken nam hij waarschijnlijk over omwille van de traditie. Toch is het verhelderend eens te zien wat deze geestelijke over normen en waarden te melden heeft.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Abortus

Net als tegenwoordig lijkt veiligheid het toverwoord te zijn. De eerste paragraaf van het boekje behandelt moord, en doodslag en andere geweldsdelicten. Als iemand kwam biechten dat hij een ander willens en wetens had gedood, moest hij als boete zeven jaar vasten, waarvan drie op water en brood. Als iemand bekende dat hij een moord had willen plegen maar die om de een of andere reden niet ten uitvoer had kunnen brengen, dan moest hij drie jaar vasten als boete. Bij bloedwraak – een moord begaan om een moord op een naast familielid te wreken – moest de dader vijf of drie jaar vasten. Verder komen hier delicten aan de orde als iemand tot bloedens toe slaan, ruziemaken of vervloekingen uitspreken.

Na de vrij uitvoerige behandeling van geweldsdelicten komt in nog uitvoeriger mate de seksualiteit aan bod. Hierbij acht onze auteur het raadzaam een onderscheid te maken tussen drie categorieën mogelijke zondaars. Eerst behandelt hij seksuele vergrijpen van geestelijken; bij de leken maakt hij vervolgens een onderscheid tussen mannen en vrouwen. Bij de geestelijken gaat het niet alleen om seksueel verkeer met vrouwen, maar ook met mannen en om vormen van zelfbevrediging. Ook de vleselijke begeertes als zodanig komen aan bod. Wie naar seksuele omgang met een vrouw verlangt maar een blauwtje loopt, dient toch nog een jaar boete te doen.

Bij lekenmannen gaat het vooral om de bescherming van het huwelijk. Seksuele omgang met anderen dan de eigen vrouw wordt beboet. Daarnaast zijn er regels voor de seksuele omgang met de echtgenote: bepaalde standjes zijn taboe, op bepaalde tijden dient een echtpaar zich van seksueel verkeer te onthouden, en levenslange boetedoening wordt voorgeschreven aan degene die zich aan de geneugtes van het vlees overgeeft in een kerk. Bij seksueel actieve vrouwen maakt de auteur van ons handboek zich vooral druk om homoseksuele omgang, om vrouwelijke verleidingskunsten en (andere) vormen van liefdesmagie. Direct hierop volgt een paragraaf over abortus en infanticide, waarbij ook besproken wordt wat er moet gebeuren als een vrouw dronken in bed boven op haar kind gaat liggen en het kind hierdoor overlijdt.

Seks en geweld zorgen in de ogen van onze auteur dus voor de grootste problemen. Hij vervolgt met de behandeling van meineed, waarbij hij onderscheid maakt tussen de verschillende motieven die mensen tot een dergelijke leugen kunnen bewegen. Sommigen handelen uit heb- en gewinzucht, anderen zijn blijkbaar onder zware druk gezet en kunnen daarom met een lichtere vorm van boetedoening volstaan.

Hebzucht leidt naar de behandeling van een volgend probleem: diefstal. Ook hierbij wordt gelet op de motieven van de dader. Steelt iemand voedsel of kleding uit armoede, dan kan – geheel in lijn met wat bisschop Muskens enkele jaren geleden daarover beweerde – volstaan worden met een lichte boete. Onder het kopje `Diefstal’ worden ook de toenmalige `optieregelingen’ behandeld: het uitlenen van geld tegen rente, wat de Kerk toentertijd als woeker veroordeelde. Maar liefst vijf jaar moet iemand die `woekert’ boete doen – `Uitbuiters zullen het koninkrijk Gods niet erven,’ motiveert de auteur de hoge straf met een beroep op Paulus’ eerste brief aan de Korinthiërs (6:10).

De laatste paragraaf heet `Over dronkenschap’, maar behandelt naast overmatig eten en drinken een veelheid aan onderwerpen die blijkbaar ergens een plaatsje moesten krijgen. Het handboekje eindigt met een oproep aan iedereen die zich schuldig gemaakt heeft aan slechte zaken als moord, overspel, diefstal, het afleggen van een valse getuigenis of meineed, om als boetedoening in te treden in een klooster. Maar ook kleine zonden diende niemand voor zijn biechtvader te verbergen, omdat God geen enkele zonde ongestraft zal laten.

Bentleys

Als je deze duizend jaar oude tekst leest, blijken er in onderwerpskeuze nogal wat overeenkomsten te zijn met het huidige Nederlandse debat over normen en waarden. Geweld, seks, dronkenschap, fraude en hebzucht vormen ook nu centrale kwesties. Het biechthandboek gaat net als in de huidige discussie uit van een zelfdwang. Hier is geen wetgever aan het woord, maar een biechtvader. De zondaar wordt niet door een lid van de uitvoerende macht op zijn gedrag aangesproken, maar dient zelf zijn dwaling in te zien en uit eigen initiatief zijn leven te beteren.

Er zijn echter ook belangrijke verschillen. Dat geldt niet alleen voor de behandelde onderwerpen. Wat man en vrouw precies doen in bed is vandaag de dag geen onderwerp van publieke discussie, net zomin als wat er moet gebeuren met iemand die in staat van dronkenschap de hostie uitbraakt. Maar een essentieel verschil is dat het duizend jaar geleden ging om religieuze waarden, om God onwelgevallige zaken, om zonden. Vandaag zijn het vooral sociale waarden, zonder religieuze of ideologische achtergrond, die weer in ere hersteld zouden moeten worden.

Een opmerkelijk verschil, ten slotte, komt tot uiting in het begin van de tekst: de instructie voor de biechtvader. Deze wordt opgeroepen om in de boete van de zondaar te participeren, door een of twee weken zelf te vasten en daarnaast missen te vieren voor diens zielenheil. Deze medemenselijkheid, dit letterlijke mede-lijden met de zondaar, staat in schril contrast met de uitlatingen van politici die de mond vol hebben van normen en waarden, maar wie vooral een repressief beleid voor ogen staat. En ondertussen in hun glanzende Bentleys met hoge snelheid over de Nederlands wegen scheuren.

Rob Meens is is verbonden aan de afdeling Geschiedenis van de Universiteit Utrecht en leidt een onderzoeksproject naar middeleeuwse boeteboeken.