Home Minister wil weer van verleden leren

Minister wil weer van verleden leren

  • Gepubliceerd op: 24 oktober 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Patrick van IJzendoorn
  • 2 minuten leestijd

Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken neemt geschiedenis weer serieus. Nadat ze jarenlang in het souterrain van een bijgebouw waren weggestopt, zitten de departementale historici sinds kort in de bibliotheek van het statige ministerie langs King Charles Street, eindelijk herenigd met 750 dozen vol boeken en historische documenten. Met de verhuizing wil de conservatieve minister William Hague aangeven dat historisch besef voortaan weer een belangrijke rol gaat spelen bij het Britse buitenlandbeleid.

Onder New Labour was geschiedenis een ondergeschoven kindje geworden. Van oudsher hechten de kinderen van de Franse Revolutie – de socialisten en liberalen – een stuk minder waarde aan het verleden dan de conservatieven. Dat werd volgens Hague duidelijk bij de interventies in Afghanistan en Irak, toen de Britse sociaal-democraten en de Amerikaanse neoconservatieven – die plegen te denken als bolsjewieken – amper rekening hielden met de historische achtergronden van deze landen. Sinds ‘Irak’ zijn beleidsmakers een stuk behoudender geworden en bescheidener in hun ambities – dit tot tevredenheid van de minister. Deze nieuwe koers werd al duidelijk bij de beperkte interventie in Libië.

Volgens Hague is het zinloos om elke keer opnieuw het wiel uit te vinden en beleid te voeren op basis van abstracte uitgangspunten. Naar zijn idee bepalen cultuur en geschiedenis de manier waarop mensen zich gedragen. Daarom is het belangrijk kennis te nemen van de historische context.

Bovendien is de recente geschiedenis voor veel bewoners van de voormalige Britse koloniën springlevend. Sommige stamoudsten in Helmand denken dat de Britten zijn teruggekomen om nederlagen uit de negentiende eeuw te wreken. De Britse soldaten weten waarschijnlijk niets van die nederlagen en bij de besluitvorming in Londen spelen ze ook geen rol, maar het is volgens Hague goed om op de hoogte te zijn van zulke historische gevoeligheden.

Hague, die als biograaf zijn historische helden William Pitt jr. en William Wilberforce portretteerde, heeft al gebruikgemaakt van de uit de mottenballen gehaalde historici. Nadat hij met de Afghaanse president Hamid Karzai gesproken had over de Durand-lijn, de in 1893 getrokken grens tussen Afghanistan en Pakistan, kwamen zij met originele landkaarten op de proppen. Hague liet kopieën maken en stuurde ze naar Karzai.

‘Dat voegt iets toe aan de diplomatieke betrekkingen,’ legde de minister uit in The Daily Telegraph. ‘Mensen raken geboeid door deze dingen. Je moet eens bedenken hoeveel landsgrenzen er in dit gebouw getrokken zijn, met een liniaal. De wereld ligt er vol mee, en we moeten in staat zijn om andere landen uit te leggen waarom ze zo zijn gecreëerd.’

Patrick van IJzendoorn is correspondent in Londen

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.