Home Dossiers Koude Oorlog ‘Sommige grenswachten stonden zuur te kijken’

‘Sommige grenswachten stonden zuur te kijken’

  • Gepubliceerd op: 5 november 2003
  • Laatste update 19 apr 2023
  • Auteur:
    Marianne Wilschut
  • 4 minuten leestijd
Grenswachten kunnen niet voorkomen dat de Berlijnse Muur valt
Wereldleiders tijdens de Koude Oorlog.
Dossier Koude Oorlog Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De Berlijnse Muur, hét symbool van de Koude Oorlog, viel op 9 november 1989. Veel Nederlanders zagen live op televisie hoe de inwoners van Oost- en West-Berlijn elkaar omhelsden. Joost Eskes stond zelf tussen de rijen Trabantjes die de grenswachten passeerden.

‘De DDR was al bekend terrein voor mij. Vanuit een Groningse DDR-werkgroep ben ik een keer of zeven met Oost-Duitse dienstweigeraars gaan fietsen. De Duitse eenheidskwestie was tijdens mijn studie geschiedenis ook het onderwerp van mijn afstudeerscriptie. Vanaf 1978 was ik actief in verschillende kernen van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) en ik deed mijn vervangende dienstplicht bij Pax Christi.

Meer lezen over de Koude Oorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

In die tijd leerde ik Mient Jan Faber van het IKV kennen. Hij en de top van het IKV mochten de DDR niet meer in. Omdat ze wel een oogje in het zeil wilden houden, vroeg Mient Jan mij en IKV-medewerkster Janneke Houdijk om allerlei dissidente en kerkelijke contacten af te lopen.

Zure grenswachten

Toen we die donderdagavond 9 november 1989 rond een uur of zeven vanuit West-Berlijn de grens passeerden, waren er nog geen tekenen dat de Muur op springen stond. We werden gewoon gecontroleerd en zagen dat de grenswachten bij auto’s uit het oosten met spiegels op zoek waren naar vluchtelingen. Voordat we vertrokken had Mient Jan nog tegen me gezegd: “Je moet niet gek opkijken als de Muur tijdens jullie bezoek valt.” Ik had hem toen voor gek verklaard. Ook al waren er in de voorafgaande maanden veel Oost-Duitsers via Hongarije het land uit gevlucht. We stonden dan ook met open monden te kijken toen we bij ons gastgezin om elf uur ’s avonds de televisie aanzetten en Günther Schabowski aankondigde dat de Muur openging.

Onmiddellijk sprongen we in de auto om met eigen ogen te zien of het echt zo was. Eerst naar Checkpoint Charlie, waar de mensen nog netjes via een smalle ingang het Westen werden binnengelaten. Iets verder bij de Invalidestrasse was er al geen houden meer aan en stroomden de mensen naar buiten. Sommige grenswachten stonden heel zuur te kijken. Andere loodsten uitgelaten de Trabantjes door de mensenzee. Bij de Brandenburger Tor was er aanvankelijk helemaal geen politie meer te bekennen en stonden mensen op de Muur te zingen en te dansen.

Het was echt geweldig om te zien hoe de Oost- en West-Berlijners met elkaar stonden te feesten. De mensen uit het oosten haalde je er natuurlijk makkelijk uit met hun Trabantjes en sobere kleding. Ik zie ook nog een groepje West-Duitsers voor me die de grens net over waren en meteen vroegen: “Wo gibt’s denn hier eine Kneipe?” (Waar is hier ergens een kroeg?).

Rond een uur of vier ’s nachts besloten we toch maar naar huis te gaan. Soldaten met machinegeweren voor hun borst sloten geleidelijk aan het plein af. Onze Oost-Duitse vrienden waren bang dat de militairen met geweld een einde aan de openheid wilden maken. Wij deelden hun vrees. De beelden van het bloedbad op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking stonden immers nog vers op ons netvlies.

De volgende dag wilden we naar West-Berlijn en schrokken we van de ellenlange rijen mensen die bij politiebureaus stonden te wachten op een uitreisstempel in hun paspoort. Gelukkig konden wij als buitenlanders van een apart loket gebruikmaken. In West-Berlijn liepen we VVD-kamerlid Broos van Erp nog tegen het lijf. Zodra hij hoorde dat we van het IKV waren, sloeg hij ons met een oude omstreden uitspraak van voorzitter Ien van den Heuvel – toen nog prominent lid van de PvdA – om de oren. Zij zou na een bezoek aan de DDR hebben gezegd dat de Muur een zegen was voor Duitsland. Van Erp zei dat hij dat nooit zou vergeten en het tegen links zou gebruiken.

We zijn nog een paar dagen in Berlijn gebleven, waar we met een aantal kopstukken onder de dissidente politici spraken. Op maandag 13 november waren we ook bij de grote demonstratie die in Leipzig werd gehouden. Daar was de stemming af en toe behoorlijk grimmig. Toen we voorbij het gebouw van de Stasi kwamen, schreeuwde de gefrustreerde massa: “Schämt euch, Schämt euch!” (Schaam jullie!) De dissidenten van het Neues Forum moesten zelfs gearmd voor het gebouw gaan staan om te voorkomen dat het zou worden bestormd.

Een paar jaar later ben ik nog een keer terug geweest in Berlijn. De stad was onherkenbaar veranderd en de Muur was al op grote plaatsen weggebroken.’