In elk nummer vraagt Alies Pegtel een historicus naar zijn of haar historische sensatie. Naar het moment waarop, zoals Johan Huizinga het formuleerde, heden en verleden lijken samen te vallen. Een gevoel dat vaak onverwacht wordt opgewekt door een document, voorwerp, geluid, geur, locatie of inzicht. Deze maand Bas von Benda-Beckmann. ‘Een brief van mijn oudtante was het begin van mijn fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog.’
Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?
‘Huizinga’s sensatie omvat een soort extatisch gevoel. Dat herken ik niet direct. Maar wel dat een historische ontdekking niet alleen een intellectuele vondst is. Ze roept ook emoties op van verbazing, verdriet, boosheid. Dat maakt geschiedschrijving zo interessant. Het is niet alleen een cognitief proces, maar je maakt als onderzoeker ook een gevoelsmatige ontwikkeling door.’
Meer interviews lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Kunt u dit toelichten?
‘Mijn laatste boek, Het kleedje voor Hitler, gaat over mijn eigen Duitse familie van vaderskant. Dat raakt je nog sterker dan in andere gevallen.’
Uw familiegeschiedenis veroorzaakte bij u een historische sensatie in overtreffende trap?
‘Ja, en dat terwijl ik in de jaren negentig ben opgeleid met de boodschap dat je gevoelens zoveel mogelijk moet uitbannen. Bij de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog klonk er nadrukkelijk de oproep tot historisering; meer afstand, minder gerichtheid op het emotioneel beladen goed-fout perspectief.’
Valt daar iets voor te zeggen?
‘Ik heb er zelf ook in geloofd. Maar inmiddels denk ik dat een waardevrije geschiedenis niet bestaat. Wij historici proberen losse gebeurtenissen en individuele levensverhalen tot een samenhangende geschiedenis te smeden, maar altijd vanuit een bepaald perspectief met tijdgebonden vragen.’
Welke vraag stelde u aan uw familieverleden?
‘Al lang hield me bezig hoe het precies zat met mijn Duitse familie in de oorlog. Ik had ooit een brief gekregen van mijn oudtante Luise, waarin ze me succes wenst met mijn studie geschiedenis. Ik vond haar lief, maar ze was de weduwe van Alfred Jodl, een van Hitlers trouwste generaals. Tijdens het Proces van Neurenberg is hij ter dood veroordeeld. In haar brief probeert Luise me mee te krijgen in haar kijk op het verleden. Ze schrijft onder meer dat de Duitse generaals niet wisten wat er in de kampen gebeurde. Tot het einde van haar leven heeft ze gestreden voor rehabilitatie van haar man, ook in haar gepubliceerde memoires.’
Onvoorstelbaar dat zij het nationaal-socialistische bewind bleef vergoelijken.
‘Maar dat gold voor vele Duitsers. De schuld- en schaamtecultuur die in Nederland aan dit thema kleeft, kent in Duitsland een andere dynamiek. Het merendeel van de Duitsers was nationaal-socialistisch. Functionarissen die niet al te erge misdaden hadden begaan, behielden na de oorlog gewoon hun baan. In de officiële herinneringscultuur aanvaardde West-Duitsland schuld, maar het grote publiek vond de Duitse oorlogsslachtoffers belangrijker dan de Jodenvervolging. Dat veranderde pas begin jaren tachtig.’
U gebruikt uw tantes brief als vertrekpunt van uw boek.
‘Achteraf bezien is dit ook het begin geweest van mijn fascinatie met de Tweede Wereldoorlog. Ik weet nog goed dat de zus van mijn vader me tijdens het afwassen vertelde dat tante Luise was getrouwd met een veroordeelde nazi. Ik was in shock. Ik was dertien, ik had net gehoord over de concentratiekampen. Met mijn vader en moeder heb ik er veel over gesproken. En het bleek dat talloze familieleden dagboeken, brieven of memoires hebben geschreven. Het is gebruik onder de adel om hun levenservaringen op te schrijven voor het nageslacht, en ze deden dit ook tijdens de oorlog. Toen de bronnen zich opstapelden, besloot ik een familiegeschiedenis te schrijven.’
Het is een heel persoonlijk boek geworden.
‘Omdat ik deel uitmaak van deze familie, heb ik ervoor gekozen om mezelf in het verhaal te schrijven. Maar mijn academische vaardigheden heb ik gebruikt om te onderzoeken wat zich weerspiegelt in deze individuele levens. En wat dit dan weer zegt over hoe we naar die geschiedenis kunnen kijken.’
Wat hoopt u dat uw familiegeschiedenis ons vertelt?
‘Ik hoop dat die laat zien waarom mensen van wie we de gevoelens en overwegingen grotendeels goed kunnen volgen achter Hitler hebben aangelopen. Het waren geen karikaturen, ze waren heel menselijk. Dat maakt het misschien des te angstaanjagender, dat heel veel gewone mensen meewerkten aan misdaad.’
Bas von Benda-Beckmann
(1976) is historicus en schrijver. In 2010 promoveerde hij op A German Catastrophe? German Historians and the Allied Bombings, 1945-2010 – in 2015 als handelseditie verschenen onder de titel German Historians and the Bombing of German Cities (2015). Van zijn hand verschenen ook De Velser Affaire (2013), Het Oranjehotel (2019) en Na het Achterhuis (2020). Onlangs kwam Het kleedje voor Hitler (672 p. Querido, € 36,99) uit.
Openingsafbeelding: Luise Katharina von Benda met haar advocaat in Neurenberg, 1945. Bron: Getty Images.