Voormalig NIOD-directeur Hans Blom heeft grote waardering voor de gereformeerde dominee Frits Slomp, die tijdens de Tweede Wereldoorlog onderduikers hielp. ‘Het was geen geringe beslissing om je actief in te zetten voor het verzet.’
Waarom kiest u voor verzetsman Frits Slomp, alias Frits de Zwerver?
‘Eigenlijk ben ik er geen voorstander van helden aan te wijzen als historische categorie. Het gaat in historisch onderzoek immers om verklaren en begrijpen. Iemand een held noemen draagt daar niet aan bij. Maar het is wél interessant wie er in een bepaalde tijd als helden worden gezien. Wat hebben deze mensen gedaan dat zo uitzonderlijk was en bewondering wekte?’
Slomp werd vrij snel na de oorlog als verzetsheld geëerd. Begrijpt u dat?
‘Natuurlijk, want Slomp is een belangrijke figuur geweest. Gestimuleerd door “tante Riek”, hoofdbestuurslid van de Bond van Gereformeerde Vrouwenvereenigingen, was hij de grote man achter de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). Voor dat werk trok hij, zelf ook al gedwongen tot onderduiken, het hele land door – vandaar de bijnaam Frits de Zwerver. Als een van de overlevende grote verzetsleiders werd hij na de bevrijding gezien als iemand die het verzet personifieerde en die daarom ook geëerd moest worden.’
Waarom ging hij in het verzet?
‘Zijn inspiratie kwam ongetwijfeld voort uit zijn geloof. Eind jaren dertig preekte Slomp in Heemse, in het oosten van het land, en er kwamen ook Duitsers naar zijn kerk. Zij hielden hem goed op de hoogte van de politieke ontwikkelingen daar, en Slomp doorzag al relatief vroeg de gevaren van het nationaal-socialisme. Ondanks een preekverbod dat de Duitse overheid in 1937 had opgelegd aan Nederlandse predikanten, hield hij er illegale hagenpreken om te waarschuwen voor de opmars van de nazi’s.’
Was Slomp een moedig man?
‘Ja. Hij had een diepe overtuiging dat hij het nationaal-socialisme moest bestrijden en de bedreigden moest helpen. De urgentie om dat te doen was zo groot dat hij de conclusie trok dat hij door moest gaan toen zijn eigen veiligheid en die van zijn gezin in het geding was. Menigeen zou op dat moment terugschrikken.’
Was het zucht naar avontuur?
‘In zijn geval niet. Slomp was al over de veertig en had vrouw en kinderen. Het was zeker geen geringe beslissing om je actief in te zetten voor het verzet. Hij moest in 1942 onderduiken omdat hij ertoe had opgeroepen om uit christenplicht het werk van de Arbeidsdienst te saboteren. Wat de impact was op Slomps zoon van het feit dat zijn vader in het verzet zat, is prachtig in beeld gebracht in het Verzetmuseum, waarvan ik bestuurslid ben.’
Alies Pegtel is historicus en journalist.
Dit artikel is exclusief voor abonnees