Home Met internet gaan we terug naar de Middeleeuwen

Met internet gaan we terug naar de Middeleeuwen

  • Gepubliceerd op: 8 februari 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marco Mostert
  • 6 minuten leestijd

De toegankelijkheid van kennis lijkt door internet enorm toe te nemen, net als na de uitvinding van de boekdrukkunst. Maar omdat we veranderingen in de media beschouwen als vooruitgang, zien we niet wat we door internet kwijtraken.


U leest dit artikel in een nummer van Historisch Nieuwsblad. De tekst van dit artikel is identiek aan de tekst in alle andere exemplaren van deze editie van Historisch Nieuwsblad. Dat is niets bijzonders. Door de uitvinding van de drukpers in de vijftiende eeuw werd het mogelijk om in korte tijd vele identieke exemplaren van een tekst te produceren. Gedrukte teksten werden bovendien al snel een stuk goedkoper dan handgeschreven teksten. Meer mensen konden het zich veroorloven om boeken, kranten en tijdschriften te kopen. En als ze zelf niet konden lezen – iets wat tot in de negentiende eeuw geen verwondering wekte -, konden gedrukte teksten worden voorgelezen. Zo kon iedereen op de hoogte blijven van wat er in de wereld gebeurde, van de ontzagwekkende ontwikkelingen op wetenschappelijk en technologisch vlak tot zaken als mode en vermaak.
        Door de drukpers en de goedkope verspreiding van teksten ontstond, zo dacht men in de achttiende eeuw, een samenleving waarin de publieke opinie optrad als bewaker van de macht. In de woorden van de Franse staatsman Malesherbes was de publieke opinie `een tribunaal dat onafhankelijk is van alle machten, en dat door alle machten gerespecteerd wordt’. Sinds de achttiende eeuw kennen we dan ook de indeling van de geschiedenis in periodes die worden gekenmerkt door vormen van communicatie. Een schriftloos tijdperk, de prehistorie, werd gevolgd door een periode waarin het handgeschreven boek domineerde. Het handschrift werd op zijn beurt opgevolgd door het gedrukte boek.
        Elke periode was beter dan de voorafgaande. Door de uitvinding van het schrift, zo kan men nog steeds horen, werden democratie, rationaliteit en wetenschap mogelijk. Door de drukpers werden deze verworvenheden vervolgens gemeengoed. Was het toeval dat de zestiende-eeuwse Reformatie en de opkomst van het gedrukte boek hand in hand leken te gaan? Dat er in het protestantse noorden en westen van Europa meer werd gelezen dan in het katholieke zuiden, leek met de reformatorische aandacht voor de verspreiding van correcte teksten van de bijbel en andere religieuze teksten afdoende verklaard. De boekdruk bracht meer teksten, in meer exemplaren, die door meer lezers werden gekocht, gelezen en voorgelezen. En niemand bestreed vooralsnog de opvatting dat deze ontwikkelingen vooruitgang brachten.

Hype
U leest dit artikel op papier, maar binnenkort kunt u het ook op internet lezen, op de site van Historisch Nieuwsblad. De hype rond internet lijkt inmiddels door het mislukken van veel ondernemingen enigszins af te zwakken. Ook de rol van dit medium in de informatievoorziening wordt tijdelijk minder, nu verschillende kranten zich terughoudend opstellen en gratis voorzieningen, zoals de elektronische Encyclopaedia Britannica, ophouden te bestaan. Het medium heeft zich echter, ongeacht de voortgaande discussies, een blijvende plaats veroverd.
        Door de verlichtingsdenkers zijn we geprogrammeerd om een verandering in de media te zien als vooruitgang. Weliswaar weten we, anders dan optimisten als Malesherbes, dat geletterdheid en democratie niet altijd samengaan – als we IJsland buiten beschouwing laten, waren de meest geletterde samenlevingen in de twintigste eeuw immers Duitsland en Rusland. Toch is internet in de publieke opinie verbonden met democratisering, vooruitgang en principiële toegankelijkheid van alomvattende informatie.
        De groei van internet leidde in de afgelopen jaren dan ook tot een toegankelijkheid van informatie die voorheen slechts op enkele plaatsen aanwezig was. Veel zaken kun je inmiddels vanachter je eigen computerscherm opzoeken. Bovendien ben je met elektronische zoekmethoden veel minder tijd kwijt. Er komen steeds meer databanken, die het langzame en daardoor uiterst kostbare zoeken naar informatie vergemakkelijken. Is dat soms geen vooruitgang?
        Ja, als we tenminste voorbijgaan aan de enorme bedragen die worden gevraagd voor het raadplegen van informatie in elektronische vorm, bedragen die niemand zou durven vragen voor dezelfde informatie op papier. Edities van teksten op cd-rom zijn bijvoorbeeld zo duur dat slechts draagkrachtige bibliotheken ze beschikbaar kunnen stellen. Hetzelfde geldt voor tijdschriften die elektronisch gepubliceerd worden. Bovendien zijn cd-roms en elektronische tijdschriften met betrouwbare informatie slechts raadpleegbaar in de bibliotheek of via het netwerk waartoe die bibliotheek behoort. En ze zijn ook nog eens niet voor alle bibliotheekbezoekers toegankelijk, want er moet voor betaald worden. Net als in de tijd van het papieren boek moet de geïnteresseerde lezer nog steeds naar de bibliotheek, en hij moet betalen voor informatie. Is dat democratischer dan vroeger?

Handschriften
Maar als we kijken naar vooruitgang en democratie, brengt de verspreiding van elektronische teksten een veel ernstiger probleem met zich mee. We doen net alsof de teksten die we op een computerscherm lezen hetzelfde zijn als diezelfde teksten in gedrukte vorm. En dat is niet het geval, ook niet wanneer het computerscherm ons nog steeds doet denken aan een bladzijde in een boek. Ik doel niet op de multimediale mogelijkheden van het computerscherm, op de mogelijkheden om tekst, beeld, geluid en bewegende beelden tegelijkertijd te presenteren. De belangrijkste verschillen tussen het gedrukte en het elektronische woord zijn niet zo gemakkelijk zichtbaar. Ze lijken namelijk verdacht veel op die tussen handschriften en gedrukte boeken, zoals de cultuur van het computerscherm soms meer lijkt op die van het handgeschreven woord dan op de boekdruk. Dat heeft hiermee te maken dat wij niet weten wélke teksten we op internet lezen.
        De tekst van drukwerk is identiek; alle exemplaren van dit nummer van Historisch Nieuwsblad zijn hetzelfde. Tekst in handschrift was dat nooit, want het met de hand afschrijven van teksten bracht onvermijdelijk fouten met zich mee. Vandaar dat handschriften in de oudheid werden gecontroleerd, zodat een koper wist dat zijn exemplaar van Ovidius min of meer overeenkwam met wat de dichter had bedacht. Vandaar ook dat in de Middeleeuwen bepaalde exemplaren van de bijbel als gezaghebbend golden. Niet omdat die afschriften geen fouten zouden bevatten, maar omdat ze niet al te veel afweken van het origineel. Men wist dat dat origineel óók fouten bevatte. Die bewustheid van fouten hebben we door de drukpers bijna verloren.
        Wat gedrukt is, is waar; en alleen omdat we erop vertrouwen dat de drukpers identieke teksten voortbrengt, kunnen we liegen alsof het gedrukt staat. Met de komst van internet is dit vertrouwen echter niet meer gegrond. De teksten die we er vinden zijn gekopieerd, gescand, en ingeklopt van edities waar geen copyright meer op zit. Als er betere edities zijn, moeten we ervoor betalen, of we vinden ze pas over enkele tientallen jaren op het net. En wie zegt ons dat de tekst die we vandaag op internet lezen, daar morgen nog in precies dezelfde vorm te vinden is en niet is gemanipuleerd? De boekdrukkunst maakte de controle mogelijk op de stabiliteit van het geschreven woord. Met internet geven we die controle op.

In `Het hoge woord’ schrijven prominente historici korte historische beschouwingen naar aanleiding van actuele ontwikkelingen. Marco Mostert is universitair hoofddocent middeleeuwse geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.