De prijzen van Nederlandse koopwoningen gaan door het dak en in de grote steden worden de huren steeds hoger. Toch concludeert econoom Matthijs Korevaar dat wonen gedurende de afgelopen eeuwen juist betaalbaarder is geworden. ‘We zijn vooral luxer gaan wonen.’
Voor zijn promotie aan de Universiteit Maastricht onderzocht Matthijs Korevaar de betaalbaarheid van woningen in steden als Amsterdam, Antwerpen en Parijs vanaf de zestiende eeuw. Ook bracht hij de historische ontwikkeling van huurprijzen in kaart. ‘De prijzen worden steeds hoger’, vertelt hij. ‘Maar die stijging is vooral te wijten aan de steeds betere kwaliteit van woningen. Huizen kregen in de loop der tijd stenen muren, dakpannen en isolatie, maar de belangrijkste factor is dat we steeds ruimer zijn gaan wonen. Wie nu een uur werkt, kan daar veel meer woning voor krijgen dan 100, 200 of 400 jaar geleden.
In het politieke debat over woonlasten wordt vaak verwezen naar de woonquote: het percentage van het inkomen dat iemand aan woonlasten besteedt. Volgens Korevaar is die woonquote een slechte maatstaf voor de betaalbaarheid van huisvesting. ‘Het houdt geen rekening met de hoogte van je inkomen. Voor rijke mensen is een woonquote van vijftig procent geen probleem, want met de overige vijftig procent houden zij nog genoeg geld over voor andere uitgaven.’
Wie de woonquote berekent voor de huurprijzen van 1900, schrikt van de verschillen: destijds was iemand slechts tussen de tien en twintig procent van zijn inkomen kwijt aan wonen. ‘Dat ging echter om kleine baggerwoningen’, vertelt Korevaar. ‘In de discussie over woonlasten moet daarom meer aandacht komen voor de kwaliteit van wonen die wij als samenleving acceptabel vinden.’
Ook de coronacrisis leek de stijging van de huizenprijzen nauwelijks af te remmen. Korevaar onderzocht de historische impact van pandemieën op de huizenmarkt. ‘Bij pestuitbraken in de Gouden Eeuw stierf soms wel tien procent van de Amsterdamse bevolking. Op korte termijn zorgde dat voor lagere huizenprijzen, maar na een paar jaar herstelde de huizenmarkt zich altijd weer.’