Home Meer dan 150 jaar reisfotografie

Meer dan 150 jaar reisfotografie

  • Gepubliceerd op: 11 oktober 2016
  • Laatste update 22 mei 2023
  • Auteur:
    Esther Ladiges
  • 7 minuten leestijd
Meer dan 150 jaar reisfotografie

Tot en met 8 januari is in het Nationaal Archief de tentoonstelling Onderweg. Met de fotograaf op reis te zien. De tentoonstelling bevat 235 originele afdrukken van beroemde fotografen uit binnen- en buitenland, maar ook bijzondere onbekende vondsten.

Uniek materiaal

Dat het Nationaal Archief een indrukwekkende fotocollectie heeft, bleek al uit de tentoonstelling Blikvangers uit 2015. Het archief beheert zo’n 15 miljoen beelden uit de afgelopen 150 jaar. Foto’s van beroemde fotografen als Robert Capa en Henri Cartier-Bresson zijn via Nederlandse uitgeverijen als Spaarnestad en Elsevier bij het Nationaal Archief terechtgekomen.

Tijdens de voorbereidingen van Blikvangers kwam collectiespecialist Elwin Hendrikse veel bijzonder materiaal tegen. De ontdekkingen die hij toen deed, leidden uiteindelijk tot de tentoonstelling Onderweg. ‘Reizen is een universeel thema’ aldus Hendrikse, ‘iedereen reist. De foto’s die we hebben geselecteerd doen wat met je. Het zijn visueel sterke beelden, waar een verhaal achter zit.’

Foto: Herbert Ponting, De Terra Nova vast in het ijs, 13 december 1910
 

Reizen wordt makkelijker en goedkoper

De bezoeker wordt rondgeleid door honderdvijftig jaar reis- en fotogeschiedenis. Door de aanleg van kanalen en spoorwegen wordt reizen vanaf de eerste helft van de negentiende eeuw makkelijker, sneller en goedkoper. Rond dezelfde tijd ziet de daguerreotypie (een vroege vorm van fotografie) het licht. Ook rijdt in 1869 in Nederland de eerste trein tussen Amsterdam en Haarlem. In hetzelfde jaar overlijdt ontdekkingsreizigster Alexine Tinne, Nederlands eerste vrouwelijke fotografe, van wie het werk ook onderdeel uitmaakt van de tentoonstelling.

Foto: Herbert Ponting, Het expeditieschip Terra Nova gezien vanuit een ijsberg, 5 januari 1911
 

Tragisch verhaal

Een van de verhalen die in de tentoonstelling worden uitgelicht is dat van de Britse fotograaf Herbert Ponting, die meereisde met ontdekkingsreiziger Robert Falcon Scott. Scott vertrekt in 1910 naar Antarctica en bereikt na de Noor Roald Amundsen als tweede de noordpool. Tijdens de barre terugtocht komen hij en enkele van zijn expeditieleden om het leven.

De foto’s van Ponting zijn in eerste instantie gemaakt voor wetenschappelijke doeleinden en om fondsen te kunnen werven voor een volgende expeditie. Uiteindelijk brengt hij ze uit als eerbetoon aan Scott en de mislukte expeditie. Hendrikse: ‘Het is een heroïsch boek en een tragisch verhaal. De foto’s zijn bijzonder vanwege de techniek en de omstandigheden. Het landschap is helemaal wit, probeer daar maar eens perspectief in te vinden.’

Foto: Willem van de Poll,
Blinde man op straat in de Joodse wijk, Warschau, 1934

Met zijn foto’s van de Joodse wijk van Warschau uit 1934 legde Willem de Poll een straatbeeld vast dat tien jaar later weggevaagd is

De eerste fotografen worden nog beperkt door de technologie (grote en kwetsbare apparatuur), maar in de twintigste eeuw worden ze steeds mobieler. Foto’s gaan een belangrijke rol spelen bij de nieuwsvoorziening, onder andere door de opkomst van geïllustreerde tijdschriften in de jaren dertig.


Foto: Otto van Noppen, Werkplaats in een volkscommune, Hangzhou, 1963

Picture stories nemen het publiek mee naar onbekende werelden. Ze bieden de lezer niet alleen vermaak, maar hebben ook nieuwswaarde. Ook in Nederlandse tijdschriften verschijnen geïllustreerde artikelen van reizende fotografen. Willem van de Poll fotografeert in 1934 de Joodse wijk van Warschau en legt zo een straatbeeld vast dat tien jaar later grotendeels weggevaagd is.
 

Schilderijen waren in kleur, foto’s hoorden zwart-wit

Onbekende kleurenfoto’s

In die tijd, zo’n honderd jaar na het ontstaan van de fotografie, kwamen de eerste kleurenfilms op de markt. Fotografen moeten er eerst niets van hebben. Hendrikse: ‘Schilderijen waren in kleur, maar foto’s hoorden zwart-wit te zijn.’ Ook zijn kleurenfoto’s dan nog veel bewerkelijker dan zwart-wit.


Foto: Dolf Toussaint, Nieuwbouw in Shanghai, 1993

Luc Timmers is een van de eerste Nederlandse fotografen die zich geheel toelegt op kleurenfotografie. In de jaren veertig woont en fotografeert hij enige tijd in Berlijn en in de jaren zestig maakt hij indrukwekkende kleurenfoto’s in onder andere New York. Zijn werk is onlangs door zijn nazaten aan het Nationaal Archief geschonken en wordt nu voor het eerst geëxposeerd.
 

Fotografen moesten bij de grens hun filmpjes laten ontwikkelen en inleveren

Fotograferen achter het IJzeren Gordijn

Na de Tweede Wereldoorlog leggen fotografen zich steeds meer toe op het vastleggen van de veranderende omstandigheden en misstanden in de wereld. Intrigerend zijn de foto’s uit de Sovjet-Unie. Robert Capa krijgt in 1947 al toestemming om achter het IJzeren Gordijn te fotograferen. Henri Cartier-Bresson is zeven jaar later de eerste fotograaf die na de dood van Stalin in Rusland wordt toegelaten. Hij legt het dagelijks leven onder het communisme vast.


Foto: Luc Timmers, New York Public Library, ca. 1960

Hendrikse: ‘Het langverwachte fietsje door Henri Cartier-Bresson spreekt me erg aan. Je ziet een moeder met een blij jochie op een fietsje in Moskou in 1954. Er heerste enorme schaarste, er kon niks. Je ziet de blijdschap op het gezicht van die moeder. Met zo’n foto kun je je vereenzelvigen.’
 

De foto’s van Posthuma de Boer tonen het dagelijks leven achter het IJzeren gordijn

De Nederlandse fotograaf Eddy Posthuma de Boer reisde in 1960 mee met een toeristentrein van Hoek van Holland naar Moskou. Zijn foto’s tonen het dagelijks leven achter het IJzeren gordijn, in tegenstelling tot de propagandafoto’s van lachende arbeiders die het publiek normaal gesproken te zien kreeg.

Opvallend genoeg konden de fotografen in Rusland redelijk ongestoord hun gang gaan. Wel moesten ze bij de grens hun filmpjes laten ontwikkelen en de foto’s inleveren. Alleen wat door de censuur kwam, mochten ze mee de grens over nemen.
 

Foto: Luc Timmers, Onderweg, Italië/Zwitserland, 1960-1970
 

Volksrepubliek China

De tentoonstelling eindigt met een andere dictatuur: de Volksrepubliek China. Van oudsher een land waar de vrijheid van journalisten ingeperkt wordt door censuur. Het werk van drie fotografen die het land rondom drie keerpunten vastlegden toont desondanks het dagelijks leven. Henri Cartier-Bresson bezoekt China in 1958, vlak voor de Grote Sprong Voorwaarts. De Nederlander Otto van Noppen mag als een van de weinige westerse journalisten het land in 1963 bezoeken, een paar jaar voor de Culturele Revolutie. Dolf Toussaint fotografeert in 1992 en 1993, enkele jaren na de grote protesten van 1989, een veranderend China met sloppenwijken en armoede op straat.
 
Zo laat Onderweg zien hoe in circa 170 jaar niet alleen de fotografie, maar ook de journalistiek, de technologie en de wereld veranderden.

Bannerfoto: Eddy Posthuma de Boer, Fotograferende militairen bij het Rode Plein, Moskou, 1990

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.