Home Martin Sommer

Martin Sommer

  • Gepubliceerd op: 5 juli 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Martin Sommer

Bijna tien jaar geleden kwam ik terug naar Nederland na een correspondentschap in Frankrijk. Ik schreef een boek over mijn Parijse jaren: Heimwee naar Frankrijk. Dat ging over de Franse hang naar het verleden. Mij was opgevallen dat de Fransen volstrekt anders omsprongen met hun geschiedenis dan wij. Fransen leven in hun geschiedenis, met zoveel prachtige overwinningen achter zich, en nog meer schitterende nederlagen. Je voelt de dominantie van de traditie op allerlei manieren, tot aan het onwrikbare menu in de restaurants met hun onverslijtbare magret de canard en île flottante als toetje.

La France éternelle – dat klinkt absurd als je er ‘het eeuwige Nederland’ van maakt. Geschiedenis is in Frankrijk een seculiere godsdienst. Maar tegelijk ook onderwerp van hoogoplopende twist. In de periode dat ik er was raakte premier Lionel Jospin in forse politieke problemen vanwege de geschiedenis. Eerst omdat hij had beweerd dat Frankrijk als eerste de slavernij had afgeschaft, wat onzin was. Daarna omdat hij de deserteurs uit de Eerste Wereldoorlog (!) wilde rehabiliteren. Die deserteurs zijn allemaal al jaren morsdood, maar de politieke ophef was er niet minder om. Historisch debat is in Frankrijk altijd bal.

In Nederland was geschiedenis tien jaar terug een hobby voor oude mannen op zolder. Dit prachtblad was nog in opkomst. Het maakte furore met het nieuws dat men in de Tweede Kamer dacht dat Willem van Oranje bij Dokkum was vermoord. Inmiddels zijn we wijzer. Historisch Nieuwsblad heeft de meeste opiniebladen ingehaald, hoewel het nog altijd wordt gemaakt in een rommelig kantoortje achter een bak guppy’s. Geschiedenis is nu ook in Nederland kind aan huis, en heeft net als in Frankrijk een politieke smaak gekregen.

Het verleden blijkt geen liefhebberij te zijn, maar brandbaar materiaal. De vraag wie wij zijn brengt volksstammen tot een huivering. Er kwam een Canon, die meteen omstreden werd. Frits van Oostrom wist de klippen elegant te omzeilen, door wel een Canon te presenteren, maar toch ook een met inspraak. Het blijft wel Nederland. Toen kwam het Nationaal Historisch Museum. Dat werd een kroniek van een aangekondigde mislukking.

Voor het eerst zagen we hoezeer geschiedenis ook in Nederland politiek is. GroenLinks sprak van het Nationaal Hysterisch Museum. De Tweede Kamer bemoeide zich tegen de inhoud aan. De nieuwbakken directeuren ontbrak het aan de tact van Van Oostrom. Hun bravoure overtrof hun inzicht. Geschiedenis als je allerindividueelste invulling van je allereigenste verleden, zo hadden ze het gedacht. Dat was precies het sentiment waartegen het museum zich had zullen keren. Want de opdracht van het NHM was in de kern: zoek wat resteert aan gezamenlijkheid in dit land. De zeer moderne directeuren bleken pakweg vijftien jaar achter te lopen.

Het museum kon niets worden, het werd niets en de staatssecretaris heeft er een eind aan gemaakt. Wie een tijdje in het buitenland heeft gezeten, in Frankrijk bijvoorbeeld, heeft de gang van zaken met verbazing aangekeken. Wat vooral in het oog sprong was de naïviteit van het idee dat geschiedenis wel geinig is, en dat je ermee kunt doen wat je wilt.

Geschiedenis is niet geinig. Fransen leven in hun geheugen. Maar ze weten ook dat je op linkse verjaardagen niet met instemming over koning Clovis praat. Clovis (465-511), dat is de eerste gekerstende koning, dat is katholicisme, dat is in linkse ogen je reinste reactie.

Geschiedenis is zo gevoelig dat er op gezette tijden ook gezwegen moet worden. De grote theoreticus van de Franse natie was Ernest Renan (1823-1892). Hij meende dat het Franse nationale gevoel terugvoerde naar een gezamenlijk gevierde geschiedenis. ‘Een heroïsch verleden, grote mannen, glorie, dat is het sociale kapitaal waarop een nationaal idee wordt gestoeld.’

Maar om de boel bij elkaar te houden was het ‘gezamenlijk vergeten’ van minstens even groot belang. Elke Franse burger moest de Bartolomaëusnacht vergeten, net als de moordpartijen op de Katharen in de dertiende eeuw. ‘Het vergeten, ik zou zelfs zeggen geschiedvervalsing, is essentieel voor de totstandkoming van een natie.’ Geschiedvervalsing lijkt mij in dit blad een beetje gortig, maar de boodschap geeft ook voor Nederland te denken. Geschiedenis is geen kinderspeelgoed.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.