Home Maarten van Rossem

Maarten van Rossem

  • Gepubliceerd op: 2 juli 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maarten van Rossem

Op 20 mei van dit jaar overleed Eugene Polley (1915-2012), de uitvinder van de afstandsbediening voor de televisie. In 1955 lanceerde zijn werkgever, de Amerikaanse televisieproducent Zenith, zijn Flash-Matic. De Flash-Matic produceerde een lichtsignaal dat door foto-electrische cellen rond het beeldscherm werd opgevangen en omgezet in simpele commando’s waarmee het toestel aan en uit kon worden gezet en de kanalen konden worden gewisseld.

Zenith had eerder al een afstandsbediening geleverd die met een kabel werkte (de Lazy Bones), maar dat was geen succes geworden. Omdat de Flash-Matic ook ging schakelen als de zon er op scheen, koos Zenith ten slotte voor een afstandsbediening die werkte met een geluidssignaal van hoge frequentie, dat mechanisch werd opgewekt. Dat had het voordeel dat er geen batterij nodig was. Dit apparaatje was uitgevonden door Polleys collega Robert Adler, een voormalige Oostenrijker die tientallen patenten op zijn naam schreef.

In de volgende decennia ging de ultrasone afstandsbediening, nu voorzien van een batterijtje, tot de standaarduitrusting van de meeste televisietoestellen behoren. Voor zover ik mij kan herinneren kocht ik voor het eerst in de tweede helft van de jaren zeventig een kleurentelevisie die werd geleverd met een afstandsbediening. Dat ultrasone geluid had ook vreemde neveneffecten. Sommige huisdieren schrokken telkens op als de afstandsbediening werd gebruikt en slecht gehumeurde kinderen konden hun familie pesten door vanaf relatief grote afstand plotseling van zender te wisselen.

Toen de BBC in de late jaren zeventig een teletekstsysteem ontwierp dat relatief complexe commando’s noodzakelijk maakte, werd een nieuwe techniek ontwikkeld die met een infrarood signaal werkt. Die techniek is goedkoop en simpel en wordt nog steeds gebruikt. In de gemiddelde huiskamer slingeren tegenwoordig wel vier afstandsbedieningen rond, die vaak sprekend op elkaar lijken en waarvan altijd de batterijtjes op zijn.

De simpele afstandsbediening was zonder meer een revolutionaire uitvinding met verstrekkende gevolgen. Zo simpel en revolutionair dat als Polley en Adler het ding niet hadden uitgevonden, iemand anders het ongetwijfeld ongeveer tezelfdertijd zou hebben gedaan.

Revolutionair was de afstandsbediening vooral in combinatie met de snelle groei van het aantal televisiekanalen. Zonder afstandsbediening moest het programma werkelijk ondragelijk vervelend zijn, wilde de kijker de energie ontwikkelen om op te staan uit zijn luie stoel om van zender te wisselen. Het was veel verstandiger en makkelijker om in slaap te vallen.

Zonder afstandsbediening is het toestel de baas, mét afstandsbediening de kijker. Zeer kortstondige verveling is al voldoende om een andere zender te zoeken.

Zo ontstond een volkomen nieuwe manier van televisiekijken: het aanhoudende wisselen van kanaal, het zogenoemde ‘zappen’, in het Engels ‘channel surfing’, ofwel ‘kanaalzwemmen’. Cultuurconsumptie, in de allerruimste zin van dat woord, was nu een nerveus snoepen of ‘grazen’ geworden. Kennelijk vonden vele kijkers het prettig om een min of meer eindeloze stroom van volkomen chaotische informatie tot zich te nemen.

Ook de makers van de programma’s dienden zich aan te passen aan de zappers. Geen enkele scene kon langer duren dan het geduld van de ongeduldigste kijker toeliet. Snelle, nerveuze montage werd een eerste vereiste. Reclamespotjes van dertig seconden raakten uit de mode; die duurden de moderne kijker veel te lang.

Adler had gehoopt dat zijn afstandsbediening een eind zou maken aan de televisiereclame, maar zover is het jammer genoeg niet gekomen. Ik ken geschoolde zappers die zelfs helemaal niet meer naar een interessante zender zoeken. Zij hebben zich gewend om permanent langs alle tientallen zenders te zappen die onderdeel zijn van het moderne kabelaanbod. Ze vinden paradoxale rust in de caleidoscopische chaos die alle zenders tegelijkertijd bieden. Eigenlijk niets anders dan verveelt bladeren in een geïllustreerd tijdschrift. Het is de volledige afwezigheid van concentratie en lineaire ordening, kortom de essentie van de moderne consument.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.