Home Maarten van Rossem

Maarten van Rossem

  • Gepubliceerd op: 22 mei 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maarten van Rossem

Het is deze maand tien jaar geleden dat Fortuyn werd vermoord. Op het moment dat ik dit schrijf hebben we een aanzienlijk deel van de terugblikken op zijn zonderlinge verschijning in de Nederlandse politiek al achter de rug. Onze populistische held kwam er bepaald goed vanaf.

De bekende retoriek over het Volk werd hier en daar weer van stal gehaald: hij zou de leider zijn geweest van een ware volksopstand tegen de autistische, technocratische elite. Omdat men in journalistieke kring een broertje dood heeft aan huiswerk maken, kregen we ook weer de bekende canard te horen dat de LPF de grootste partij zou zijn geworden als Fortuyn niet vermoord was. Dan was hij dus daadwerkelijk minister-president geworden, een gebeurtenis die hij zelf meerdere malen had aangekondigd.

Voor deze bewering is geen enkel bewijs. De LPF heeft nimmer op het punt gestaan de grootste partij te worden. Het blijft ook vreemd dat Leonard Ornstein kon schitteren met de ‘onthulling’ dat Fortuyn zich tevergeefs had aangemeld bij de CPN. Dat was helemaal geen onthulling, maar een al jaren algemeen bekend feit.

De historische werkelijkheid is een geheel andere dan ons de afgelopen weken op de mouw werd gespeld. Het optreden van Fortuyn was in alle denkbare opzichten een ramp voor de politiek in het bijzonder en het vaderland in algemene zin. Hij was in laatste instantie verantwoordelijk voor het beschamend xenofobische gedoogkabinetje van Rutte en Verhagen. Geert Wilders heeft nooit zelf iets verzonnen; het hele complex van paranoïde waanvoorstellingen waardoor de Nederlandse politiek de laatste tien jaar is gegijzeld was afkomstig uit de slordige essayistiek van Fortuyn.

Rond Fortuyn en door Fortuyn is een complete mythische wereld ontstaan, die met de maatschappelijke werkelijkheid vrijwel niets te maken had. Laten we beginnen met de mythe dat hij de stem van het volk was. Op de LPF heeft ten slotte 16 procent van de kiezers zijn stem uitgebracht; waarom juist die 16 procent het Nederlandse volk vertegenwoordigde is mij nooit duidelijk geweest. Wat te denken van de 84 procent die niet op de LPF heeft gestemd?

De gevaarlijkste en schadelijkste mythe waarmee Fortuyn de natie heeft opgezadeld was het door hem verzonnen gevaar van de ‘islamisering’. Hij beweerde, zonder daar ooit een schijn van bewijs voor te leveren, dat de Nederlandse cultuur, in de greep van een verondersteld multiculturalisme, ten onder dreigde te gaan in de dagelijkse confrontatie met de islamitische immigranten. Die islamieten waren volgens hem een staatsgevaarlijke vijfde colonne, zoals ooit de communisten dat geweest waren. Je moet wel een volstrekt paranoïde fantast zijn om te veronderstellen dat 5 procent van de bevolking de andere 95 procent, die niets van de islam moet hebben, zou kunnen islamiseren.

Fortuyn was bovendien de zoveelste politieke kletsmajoor die beweerde dat de Nederlandse democratie dringend toe was aan verdere democratisering. Zijn eigen electorale succes is in feite bewijs genoeg voor de stelling dat het Nederlandse politieke systeem steeds verrassend alert heeft gereageerd op de stemmingswisselingen van het electoraat.

Dat Fortuyn erin geslaagd is zijn eigen waanidee dat de Nederlandse politieke elite er al jaren een puinhoop van had gemaakt tot het dominante raamwerk van de verkiezingscampagne van 2002 te maken – overigens met ijverige assistentie van de media – was ongetwijfeld zijn allergrootste succes. Het ging in Nederland in sociaal-economisch opzicht juist bijzonder goed. In buitenlandse kranten werd alom de lof gezongen van het Nederlandse ‘poldermodel’, dat er op verbluffende wijze in was geslaagd snelle economische groei te combineren met een sanering van de verzorgingsstaat.

Fortuyn was bovenal een ijdele fantast en een leugenaar. Dat de populistische kermisgasten ook na de dood van Fortuyn de Nederlandse politiek nog minstens een decennium onveilig hebben gemaakt, hebben we te danken aan de laffe, principeloze houding van de traditionele politieke partijen tegenover het populistische oproer.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.