Home Maarten van Rossem

Maarten van Rossem

  • Gepubliceerd op: 10 november 2010
  • Laatste update 07 apr 2020

De Europese Unie is op dit moment niet populair. Zowel de populistische vijanden van de Unie als de pragmatische verdedigers van de bestaande institutionele arrangementen moeten niets hebben van verdere integratie, laat staan van de geleidelijke vorming van een echte federale Europese staat. Het hoofdargument daartegen, dat er nu eenmaal geen gezamenlijke Europese taal, geschiedenis en cultuur bestaan, wordt algemeen als volstrekt afdoende beschouwd. Wie anders denkt is een idealist, die met zijn hoofd in de wolken loopt.

De ‘realisten’ lijken eigenlijk altijd te vergeten dat de huidige Europese natiestaten, met hun trotse nationale taal, geschiedenis en cultuur een eeuw of twee geleden intern zeker even heterogeen waren als de Unie nu is. De moderne natiestaten zijn welbewust en met zachte drang geconstrueerd, en zeker niet ontstaan uit een soort immanente nationale gevoelens. Dat bij de constructie van de natiestaten gebruik is gemaakt van de mythe van de immanente natie, is een andere zaak.

Neem nu Nederland, ogenschijnlijk een van de oudste Europese natiestaten, bovendien postzegelgroot en betrekkelijk homogeen, maar desalniettemin was er in de negentiende eeuw een omvangrijk van boven opgelegd programma nodig om van Nederland een echte natie te maken. In de vroege negentiende eeuw had alleen de deftige burgerij in de Hollandse steden enig nationaal benul. De voormalige generaliteitslanden vormden in hun door repressie veroorzaakte achterlijkheid een soort buitenland, roomskatholiek bovendien, binnen de nieuwe eenheidsstaat. De oostelijke provincies hadden eeuwenlang meer contact gehad met hun oosterburen dan met het kerngebied van de Republiek. De diverse Nederlanders konden elkaar bovendien bij gebrek aan een nationale taal niet verstaan.

Voor de vorming van een echte moderne natiestaat was van alles nodig: leerplicht, dienstplicht, een samenbindende infrastructuur in de vorm van de spoorwegen en dus een gezamenlijke taal. Dat werd het Algemeen Beschaafd Nederlands, dat er via de leerplicht ingestampt kon worden.
Zo werden tal van Nederlanders tweetalig, allereerst spraken ze hun eigen dialect, dat een tiental kilometers verderop al niet meer te verstaan was en vervolgens ook, indien noodzakelijk het ABN.
 
Terug naar Europa. De diverse Europeanen spreken het nationale dialect dat geldt binnen de landsgrenzen, maar iedereen weet dat een Europees ABN in de maak is; dat is een betrekkelijk nieuwe taal, het internationale Engels, dat zo langzamerhand vrijwel elke Europeaan, zeker als hij niet ouder dan dertig is, kan verstaan. De ontwikkeling van die tweede taal, die bovendien de taal van de wetenschap is, en de taal van het internet en de internationale zakenwereld, is niet meer te stoppen. Zo worden de Europeanen vanzelf tweetalig, zoals de Nederlanders dat in de tweede helft van de negentiende eeuw zijn geworden.

Ach, zullen de “realisten” antwoorden, dan zijn er nog altijd geschiedenis en cultuur, zo anders in de verschillende landen. Ten dele is dat wel zo, zoals de verschillende delen van Nederland ooit een verschillende geschiedenis en cultuur hadden, waarvan de vage restanten nog zichtbaar zijn. Wat we nodig hebben om dat probleem op te lossen is Europees geschiedenisonderwijs met een scheutje mythologie over de immanente Europese natie. Zo is immers de geschiedenis van de Hollandse handelsrepubliek ook de geschiedenis van Winterswijk en Helmond geworden, die oorspronkelijk geen pest met die republiek te maken hadden.

Er zijn wel degelijk een Europese cultuur en geschiedenis. Kijk in de grote Europese musea, in het Prado, de National Gallery, het Louvre, de grote collecties op het Museuminsel in Berlijn of het Kunsthistorisches Museum in Wenen. In al die musea zijn, om maar een willekeurig voorbeeld te noemen, wel een paar Rembrandts te vinden. Rembrandt is een Europese schilder, zo goed als Shakespeare en Voltaire Europese schrijvers zijn. Er is een Europese natie te winnen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.