Home Maarten van Rossem

Maarten van Rossem

  • Gepubliceerd op: 26 januari 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maarten van Rossem
  • 3 minuten leestijd

Kort nadat ik had gehoord dat Harry Mulisch zich wel Amsterdammer voelde, maar zeker geen Nederlander, las ik dat historicus Tony Judt zich New Yorker voelde, maar zich volstrekt niet met de Verenigde Staten kon identificeren. Mulisch en Judt zagen de moderne metropool als hun vanzelfsprekende thuishaven en hielden zich zo verre van de nationalistische gevoelens waarmee een intelligent mens niets te maken wil hebben.


Het gangbare Amerikaanse nationalisme is een uiterst onaangenaam amalgaam van hypocriete godsdienstigheid en aanhoudende, agressieve zelfoverschatting. In het Nederlandse nationalisme van dit moment ontbreekt de onaangename en valse godsdienstigheid, maar dat wordt weer gecompenseerd door luidruchtige, oranje verstandsverbijstering.

Ik heb alle begrip voor de sentimenten van Mulisch en Judt, maar voel me toch geen Amsterdammer of New Yorker, al verblijf ik graag in die steden. Waarmee kan ik mij dan wel identificeren? Eerlijk gezegd kan ik me tot op zekere hoogte wel met Nederland vereenzelvigen, mits ik zelf de elementen uit de nationale grabbelton kan kiezen die mij bevallen. Met onze taal, ons landschap, ons klimaat en onze wonderbaarlijke republikeinse geschiedenis is wat mij betreft niets mis.

Daar staat tegenover dat ons nationalisme in zijn hysterische voetbalincarnatie zo weerzinwekkend stompzinnig is dat het een goede reden zou zijn uit te zien naar andere identificatiemogelijkheden dan met het huidige gefrustreerde en in zichzelf gekeerde Nederland. Die mogelijkheden zijn er wel, en ze bieden zelfs de kans de liefde voor de historisch gevormde culturele complexiteit van de stad te combineren met een emotionele identificatie met een collectiviteit groter dan de natie.

Ergens halverwege de jaren tachtig zat ik op een trieste, karakterloze motelkamer in het Midden-Westen van de Verenigde Staten (Ramada Inn, Rockford, Illinois) naar CNN te kijken. CNN gebruikte indertijd korte filmpjes van zeer gevarieerde locaties als ‘vullers’ tussen de diverse programmaonderdelen. Juist die avond leidde een van die filmpjes bij mij tot een plotselinge ontroering, die ik aanvankelijk niet kon duiden.

In het filmpje reed een rammelende rood-witte tram door de smalle straten van wat evident het centrum van een oude Europese stad was. Even later herinnerde ik me die trams; het filmpje moest in Praag zijn gemaakt. De emotie die het in mij had gewekt was niets anders dan heimwee. Dat was merkwaardigerwijze geen heimwee naar Nederland, maar naar iets omvangrijkers: naar oude steden, met oude huizen aan bochtige straten, met besloten pleinen en parken, en natuurlijk met piepende en krakende trams.

Heimwee dus eigenlijk naar Europa, naar steden die bijna altijd ergens tussen de duizend en tweeduizend jaar oud zijn. De middelgrote steden in het Midden-Westen van de Verenigde Staten zijn volkomen karakterloos, vormeloze agglomeraties die als een schimmel in de onbegrensde ruimte zijn gegroeid. Van een duidelijk centrum is meestal geen sprake.

Nergens heb ik zulke godverlaten oorden aangetroffen als daar. Het is bepaald geen toeval dat men daar zo wanhopig op zoek is naar God en zich vastklampt aan de imaginaire gemeenschap van de natie. Die hele bordkartonnen wereld zou zomaar weg kunnen waaien in de volgende tornado.

Er zijn overigens in de Verenigde Staten wel degelijk steden waar ik mij min of meer thuis voelde als door heimwee geboren Europeaan. Inderdaad New York, of eigenlijk Manhattan, maar evenzeer Boston of San Francisco. Wat alle aantrekkelijke Amerikaanse steden gemeenschappelijk hebben is de omstandigheid dat ze in een beperkte ruimte zijn gebouwd. Manhattan is een eiland, het oude Boston was het en San Francisco is op het topje van een schiereiland gebouwd.

Vrijwel alle Europese steden zijn begonnen als vesting of zijn binnen vestingwerken gebouwd. Ouderdom en ruimtegebrek, dat zijn de basisingrediënten van de menselijke stad. Zeker, ik voel me deels Nederlander, maar ook Europeaan en stadsbewoner. Ik ben een Europese stedeling.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.