Home Lifestyle & trends: Een orgasme op het water

Lifestyle & trends: Een orgasme op het water

  • Gepubliceerd op: 10 september 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jurryt van de Vooren

De hotspots in achttiende-eeuws Parijs. Lekker weg in de jaren dertig. Haute cuisine in de Middeleeuwen. Trends zijn van alle tijden. Culinaire avonturen, mode, wonen en uitgaan door de eeuwen heen.


Het beheersen van de natuurlijke condities die in de directe omgeving het dagelijks leven tijdens extreme omstandigheden ernstig in gevaar kunnen brengen of zelfs beëindigen, is het mooiste dat er is. Nederland zal daarom niet zo snel een getalenteerde bergbeklimmer leveren, maar voor een sport als windsurfen is altijd plaats. De windsurfer bedwingt water en wind tegelijkertijd. Zou hij zich wel realiseren dat juist deze twee natuurlijke krachten ons land menigmaal tot wanhoop hebben gebracht?
        Hoe dan ook was windsurfen begin jaren tachtig een enorme trend, waar alles en iedereen zich op stortte. `Er lagen in die tijd zoveel surfplanken in het water dat het geen probleem was om met droge voeten naar de andere kant te lopen,’ zei mijn vader, die ook door het virus werd gegrepen. Surfen was namelijk voor de meeste mensen betaalbaar, zodat het een heuse volksbezigheid kon worden. Een plank kostte ƒ 1.800,-, en daarna hoefden geen uitgaven meer te worden gedaan.
        De plank was makkelijk te vervoeren op de auto of met een speciaal fietswagentje. En omdat hij lekker licht was, kon je hem in je eentje in het water leggen. De bezigheid kon daarom individueel worden beoefend als je na thuiskomst van school of werk nog even een uurtje wilde uitblazen. Dus als het stevig waaide, verplaatste het halve land zich naar een recreatieoord, waarbij de fietser zich troostte met de gedachte dat hij ofwel op de heen-, ofwel op de terugweg wind mee had.

Kick
Dat het surfen zo aansloeg bij de jeugd, kwam mede door die relatief geringe kosten in een tijd dat de welvaart toenam en de gemiddelde scholier financieel meer armslag kreeg. En los daarvan was er geen betere mogelijkheid om je ongemotoriseerd sneller voort te bewegen op het wateroppervlak, wat natuurlijk een enorme kick gaf.
        Het instructieboek De wind is mijn vrind uit 1980 maakte dat wel heel duidelijk: `En dan gebeurt het, het moment dat je vooruit snelt bij windkracht 5, het zeil over je heen getrokken, als een vleugel en het board planerend op het zwaard. Plotseling voelt het aan of het allemaal zonder inspanning gaat! Je weet niet of je aan het vliegen bent, of aan het zeilen of aan het surfen. Je weet alleen dat het zo heerlijk gaat, dat je het altijd wilt blijven doen.’ Het klinkt als een orgasme op het water.
        Bij zo’n modegril hoort een gezicht, een bekende Nederlander. Iemand van wie iedereen zegt: `Wat, hij/zij ook? Dan moet ik erbij zijn!’ In dit geval was dat Stephan van den Berg, die in 1984 de gouden medaille won op de Olympische Spelen in Los Angeles. Na deze zege zei hij blij: `Ik hoop dat mijn gouden medaille het surfen in Nederland meer aanzien heeft gegeven.’
        Onderschat deze opmerking niet, want een succes als dat van Van den Berg maakt veel mensen hongerig. Het geeft hun een laatste zetje waardoor ze zich op de nieuwe trend storten waarvoor ze anders met hun dikke kont nooit uit hun stoel waren gekomen.
        Laten we echter niet denken dat niemand nu meer surft. Want alhoewel we geen Olympische kampioenen meer leveren, is surfen nog steeds een massasport, maar dan voor de echte diehards.

Jurryt van de Vooren is sporthistoricus.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.