Home Lifestyle: Patatje met

Lifestyle: Patatje met

  • Gepubliceerd op: 2 september 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marjolein van Rotterdam

De hotspots van achttiende-eeuws Parijs. Lekker weg in de jaren dertig. Haute couture in de Middeleeuwen. Trends zijn van alle tijden. Culinaire avonturen, mode, wonen en uitgaan door de eeuwen heen.


Loop door een stadse winkelstraat en tel mee. Take Away Pizza één, Soup Kitchen twee, Broodje van Kootje drie, Sjonnies Snackbar vier, Falafel Palace vijf, Midnight Roti Shop zes. En iets verderop worden ook nog wraps verkocht, Vietnamese loempiaatjes, schaafijs, sushi’s en samosa’s. De snelle straathap viert eindelijk ook in Nederland hoogtijdagen.
        Dat heeft lang geduurd. Aanvankelijk was heel West-Europa nog huiverig voor zoiets onbeschaafds, of eenvoudigweg te arm om ervoor te betalen. Vóór grofweg 1870 had geen arbeider geld voor een kant-en-klaar hapje. Maar in de tweede helft van de negentiende eeuw ontstond langzamerhand een nieuwe gewoonte.
        De trend begon op de kermis. Daar werd geschranst en mocht de alcohol rijkelijk vloeien. Dat er thuis, zowel voor als na de gang naar de kermis, een stevige hap werd genuttigd, maakte niet uit. De koekkramen, cafés en snoeptenten op de kermis werden goed bezocht, getuige ook dit citaat uit de Tilburgsche Courant van 3 september 1885: `Zondagavond heeft een vrouwspersoon in een paar uur tijd niet minder dan zes en dertig en een halve oliebol ter haar genoegen naar binnen gespeeld. Ze zijn haar goed bekomen.’
        Het zakje friet (met zure pickels, nog niet met mayonaise) was het meest opvallende streetfood dat zijn opmars begon op de kermis. Dat gebeurde natuurlijk in België. In de tweede helft van de negentiende eeuw golden de frieten daar als een typisch kermisfeestmaal. De eerste schriftelijke vermelding van een frietboer dateert uit 1862 en betreft een zekere Fritz, die een kraam had op de kermis van Luik.
        In 1891 stond hij daar nog steeds, maar hij was geen unicum meer. De frituren rukten op, ook buiten de kermissen. In de jaren tachtig en negentig van de negentiende eeuw verrezen er kraampjes bij de stations en soms ook gewoon midden in de stad. De populariteit van de frieten, die snel tot nationaal voedsel werden gebombardeerd, steeg snel. En dat terwijl een zakje helemaal niet goedkoop was. In 1919 rekende Friture Nationale uit de Brusselse Steenstraat een halve frank per zakje: driekwart uurloon van een metselaar.

In Eindhoven opende H.J. van Dam in 1930 de eerste friettent op Nederlandse bodem. Dit wapenfeit kreeg voorlopig weinig navolging. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het patatje echt populair in Nederland. Maar zelfs na de vette groei in de jaren vijftig, toen zo ongeveer elke stad zijn eigen friettent kreeg, bleef een deel van het volk huiverig voor zo’n hoogst onchristelijke gewoonte als het nuttigen van voedsel op straat, en dat nog met de hand ook.
        De opmars van de snack was niettemin onmiskenbaar. In het kielzog van de frituur ontwikkelde de automatiek zich tot een moeilijk te ontwijken verlokking. De kroketten van Febo – genoemd naar de Amsterdamse Ferdinand Bolstraat, waar de krokettenbakker zijn winkel had – konden in 1960 voor het eerst in een echte automatiek uit de muur worden gehaald. Die automatiek bevond zich strategisch tegenover het Olympisch Stadion.
        In 1971 opende McDonald’s zijn eerste Nederlandse én Europese zaak in Zaandam. Hier werden Amerikaanse hamburgers verkocht, naast appelmoes, kroketten, kip en erwtensoep, die je binnen opat. McDonald’s paste in een lange traditie. Het eten uit de muur was een Amerikaanse uitvinding (sinds 1902), net als de worstkar (eind negentiende eeuw) en de hamburger (sinds 1904). Maar niet alle Amerikaanse vernieuwingen sloegen aan in het brave Nederland. Voor drive-in restaurants was het land te klein.
        En een kraam als die van de Frankfurter immigranten Antoine Feuchtwangler en Charles Feltman in New York bestond in Nederland al helemaal niet. Hun dachshunde, teckelvormige Duitse worstjes, werden hier misschien wel gegeten, maar nooit op straat. Een teckel weghappen aan een karretje was wellicht ál te zondig.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.