‘De gewone man en vrouw willen een mooi ingericht museum en we krijgen alleen maar geruzie over de plaats van vestiging en de eventuele indeling.’ H.P.C. Lavrijsen verwoordt de frustratie van veel lezers, die de discussies rond het Nationaal Historisch Museum de afgelopen jaren hebben gevolgd. Met de stelling ‘Het is goed dat de subsidie voor het NHM is stopgezet’ is 56 procent van de 125 respondenten het eens. Slechts 33 procent betreurt het kabinetsbesluit.
De ontwikkelingen rond het NHM worden door respondenten gekwalificeerd als ‘een gebed zonder einde’ (A. Tanis), ‘geharrewar’ (E.A.A. Struik) of ‘oeverloos gekissebis’ (T.J.F. van Dam).
Sommigen zagen nooit iets in het museum. ‘Er zijn genoeg musea die de geschiedenis van Nederland laten zien,’ schrijft C.F. de Baar-De Weerd. Volgens E. Barten is er al een nationaal historisch in de vorm van ‘het Rijks’.
Volgens een anonieme respondent ontbrak het aan een ‘goed gefundeerd plan van wat het museum moest inhouden. Beter stoppen dan geld verknoeien aan allerlei dwaze plannen.’ A. Engelfriet meent dat de verantwoordelijken ‘geen enkel respect voor echte geschiedenis’ hadden.
Anderen bekijken de zaak pragmatisch. ‘In deze tijd van noodzakelijke bezuinigingen kan men beter even wachten met nieuwe en twijfelachtige projecten,’ vindt Max Farjon. En H.C.M. Geelhoedt schrijft: ‘Hoe rechtvaardig je subsidie voor een museum tegenover een man die zijn echtgenote naar het ziekenhuis heeft moeten brengen vanwege beëindiging van het pgb?’
Er zijn ook respondenten die de mislukking van het NHM betreuren. ‘De belangstelling voor geschiedenis is tanende en wordt op deze lompe wijze de nek omgedraaid,’ schrijft Jos Schmitz. ‘Nederland heeft behoefte aan een museum dat de eigen geschiedenis is beeld brengt,’ stelt N. Laan. ‘Het Rijks biedt maar een beperkte selectie.’
Wie heeft het NHM doen mislukken? Volgens F.L. Laarhoven voelden de twee directeuren zich ‘de gezalfden des Heeren’ en hebben zij ‘door hun houding een graf voor “hun” museum gegraven’. R.W. Vellema wijst op de rol van de Raad van Toezicht onder leiding van VVD-politicus Atzo Nicolaï. ‘Wie stelt zijn functioneren aan de kaak? Te laat: hij zit nu opeens bij DSM!’
Rudy Marshall ziet in het stopzetten van de subsidie ‘een teken van de kaalslag in de cultuursector’ die het kabinet-Rutte zou plegen. Ook Wim Pennings wijst de beschuldigende vinger richting Den Haag: de hele gang van zaken rond het NHM was ‘alleen maar een politiek spelletje’.
DE STELLING VAN VOLGENDE MAAND:
‘ZONDER EUROPESE SAMENWERKING NA WO2 WAS EUROPA GETEISTERD DOOR NIEUWE OORLOGEN’
Dit artikel is exclusief voor abonnees