Home Lessen

Lessen

  • Gepubliceerd op: 8 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

In de jaren zestig wierf Nederland gastarbeiders om de economische groei op peil te houden. Nog steeds hebben werkgevers behoefte aan arbeidsimmigranten, maar nu blijven de grenzen dicht.

Al in 1960 waarschuwde minister Marge Klompé van Maatschappelijk Werk dat gastarbeiders zich blijvend in Nederland zouden vestigen. Weinigen sloegen acht op haar woorden. De Nederlandse economie had dringend behoefte aan verse arbeidskrachten, en die lagen in Italië, Turkije en Tunesië voor het oprapen. Het economische motief heeft volgens juriste Tesseltje de Lange tot voor kort de doorslag gegeven in het naoorlogse immigratiebeleid. Zij schrijft dit in haar proefschrift Staat, markt en migrant. De regulering van arbeidsmigratie naar Nederland 1945-2006.

Na de oliecrisis van 1973 trachtten politiek, vakbeweging en ambtenarij de stroom gastarbeiders in te dammen, om werkgelegenheid te behouden voor de eigen arbeiders. Dat lukte slechts ten dele. Op aandrang van werkgevers, en onder druk van Europese regelgeving, werden zoveel uitzonderingen gemaakt dat de uitzondering regel werd.

Ondertussen werd de fictie in stand gehouden dat gastarbeiders na verloop van tijd zouden terugkeren naar hun landen van herkomst. De vermeende tijdelijkheid van hun verblijf was echter niet geregeld. Ook werden geen pogingen gedaan om arbeidsimmigranten te laten inburgeren in de Nederlandse maatschappij. Zo ontstond een permanente economische en culturele onderklasse, met de bekende negatieve gevolgen van dien.

Het ‘gastarbeidertrauma’ vertaalt zich vandaag de dag in een grote politieke terughoudendheid om nieuwe groepen arbeidsimmigranten in Nederland toe te laten. Zo heeft Nederland bedongen dat arbeiders uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie voorlopig niet vrij zijn om hier te komen werken.

De werkgeversbond VNO-NCW is hier zeer ontevreden over. ‘De Nederlandse economie heeft dringend behoefte aan buitenlandse werknemers,’ zegt voorlichter Angelique Heijl. ‘Als organisatie hebben we hard gelobbyd om de beperkingen voor Polen, Bulgaren en Roemenen op te heffen. Helaas heeft de politiek anders besloten.’ Economische belangen staan niet langer voorop in het immigratiedebat. Volgens VNO-NCW is dat te wijten aan ‘het toenemende probleem van intolerantie en xenofobie’.

Heijl: ‘We maken ons grote zorgen over partijen als de SP en de PVV, die volstrekt onnodige angstgevoelens verspreiden. We erkennen dat er problemen bestaan rond de integratie van allochtone jongeren en het is ontzettend belangrijk dat zij een goede opleiding krijgen. Maar als belangenbehartigers van de economie zien wij dat het huidige intolerante klimaat schadelijk is voor de internationale positie van Nederland. Dit land is groot geworden door buitenlandse invloeden. Als we willen dat buitenlandse bedrijven zich hier vestigen, dan moeten we tonen dat we nog steeds een open land zijn met een groot scala aan culturele voorzieningen voor nieuwkomers. Arbeidsimmigratie moet gemakkelijker worden gemaakt.’

Tesseltje de Lange, Staat, markt en migrant. De regulering van arbeidsmigratie naar Nederland 1945-2006. 480 p. Boom Juridische Uitgeverij, € 59,00

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.