Home Lessen

Lessen

  • Gepubliceerd op: 15 juli 2009
  • Laatste update 02 mei 2023
  • Auteur:
    Bas Kromhout
  • 3 minuten leestijd

In zijn proefschrift De passie voor vrede. De evolutie van de internationale politieke cultuur in de jaren 1880-1940 en het recipiëren door Nederland beschrijft Michael Riemens hoe democratisch gekozen wereldleiders een nieuwe internationale rechtsorde schiepen. Staflid Luc van de Goor van het Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael is sceptisch over de resultaten.

Na de Grote Oorlog van 1914-1918 smachtte de wereld naar vrede. De vooroorlogse diplomatie, waarbij gezanten in het geniep afspraken maakten, had afgedaan. Het was tijd voor iets nieuws. Op groots opgezette internationale topontmoetingen werd de beroepsdiplomaat deels vervangen door ‘de democratisch-populistische leider die zich expliciet presenteerde als representant van zijn electoraat’, schrijft Riemens. Hét voorbeeld van dit nieuwe type wereldleider was de Amerikaanse president Woodrow Wilson. Als geen ander wist hij de vredeswens van de kiezer te vertalen naar een nieuwe internationale rechtsorde, waarvan de Volkenbond – en later de Verenigde Naties – het boegbeeld zou worden.

Ook Nederlands rol in het ontstaan van die internationale rechtsorde wordt door Riemens belicht. Tijdens de Eerste Haagse Vredesconferentie van 1899 was het Permanente Hof van Arbitrage opgericht, en rechtsgeleerde C. van Vollenhoven voorzag al de komst van een internationale politiemacht die waar ook ter wereld conflicten zou kunnen beëindigen.

Nederlands passie voor vrede kwam niet alleen voort uit de spreekwoordelijke domineesmentaliteit, maar had ook veel te maken met eigenbelang. Als klein Europees land met een kwetsbaar koloniaal bezit kon het in geval van oorlog alleen maar verliezen. In de Eerste Wereldoorlog was Nederland er maar ternauwernood in geslaagd om de strijd buiten de deur te houden. Het werkte daarom volop mee aan het versterken van de internationale rechtsorde, die de kans op een nieuwe oorlog in Europa zou verkleinen.

Dat zo’n oorlog er toch kwam, gevolgd door talloze grotere en kleinere conflicten over de hele wereld, is bekend. ‘We moeten ons afvragen of de internationale rechtsorde ooit heeft gefunctioneerd,’ zegt Luc van de Goor, hoofd van de Conflict Research Unit van Clingendael. ‘Na de Koude Oorlog werd de rol van de Verenigde Naties iets groter. Maar naarmate de belangen van de grote mogendheden, vooral Amerika, minder in het raamwerk van de VN konden worden gerealiseerd, zijn zij zich er weer van gaan afkeren. Zie de besluitvorming rond de inval in Irak.’

Van een passie voor vrede lijkt anno 2005 weinig sprake, noch bij de wereldleiders, noch bij hun electoraten. ‘Democratisch gekozen regeringen worden in eerste instantie afgerekend op hun binnenlandse beleid. Dat gold aan het begin van de twintigste eeuw ook. Internationaal recht stond niet hoog op het prioriteitenlijstje van de gemiddelde Amerikaanse kiezer. En nog steeds niet.’

En Nederland? Zijn vrede en recht nog altijd even heilig in Den Haag, of worden de Nederlandse belangen beter behartigd door Amerika’s koers te steunen? Van de Goor: ‘Nederland moet beide doelen dienen, omdat ze allebei in zijn belang zijn: een internationale rechtsorde zonder een grote rol van de Verenigde Staten is niet realistisch. Dat betekent: gepast kritisch zijn tegenover de Verenigde Staten, zonder de relatie met dit land op het spel te zetten. Geen duidelijke keuze, maar een ongemakkelijke spagaat.’

Michael Riemens, De passie voor vrede. De evolutie van de internationale politieke cultuur in de jaren 1880-1940 en het recipiëren door Nederland. 528 p. Bataafsche Leeuw, euro 35,-

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.