Home Lepenski Vir – een ongewone nederzetting

Lepenski Vir – een ongewone nederzetting

  • Gepubliceerd op: 6 november 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    H.A. Hoogendoorn

Op de linkeroever ligt Roemenie, op de rechteroever Servie. De Donau is tegenwoordig een onderdeel van de buitengrens van de Europese Unie. Zoals de rivier honderden jaren geleden de grens markeerde van het Romeinse rijk. Ook de benedenloop van de Donau maakte deel uit van de limes, de reeks grensversterkingen lang de Rijn en de Donau die de noordgrens van het rijk vormde. Dit deel van de langste rivier binnen het Imperium had de bijzondere aandacht van de machthebbers. Hier perst de Donau zich een weg door de uitlopers van de Karpaten. Vier opeenvolgende, diepe kloven vormen de IJzeren Poort (Porta Ferea), een nauwe opening waardoorheen eeuwenlang volken een weg vonden naar het hart van ons continent. Keizer Trajanus (98-117) had heel wat te stellen met de opstandige Daciërs aan de overzijde, in het huidige Roemenië. Hij versloeg ze en liet een triomfzuil oprichten op zijn forum in Rome waarop tot in zeer kleine details is weergegeven hoe hij dit buitengebied voor enige tijd onder Romeins bestuur wist te brengen. Hij maakte van zijn aanwezigheid in de regio gebruik om op de zuidelijke oever (in Moesia Superior) door bouwmeester Apollodorus een weg te laten aanleggen, grotendeels in de rotswand uitgehakt. In het jaar 100 werd deze Via Traiana voltooid en de keizer deed wat zo vele heersers deden: hij liet een plaquette in de rots aanbrengen met de afmetingen 1,70 x 4,10 m, de Tabula Traiana. Verder stroomafwaarts, waar de kloof zich weer verwijdt, werd een 1070 m lange stenen brug over de wild stromende rivier aangelegd (voltooid in 106), die de verplaatsing van de troepen vereenvoudigde. Gedurende de volgende eeuwen werd de IJzeren Poort opnieuw een doorgangsgebied voor vreemdelingen op zoek naar levensruimte binnen het rijk en zijn Byzantijnse opvolger. Een nadeel bleef de moeilijke bevaarbaarheid van de Donau. De nauwe kloven veroorzaakten stroomversnellingen en gevaarlijke draaikolken. Daar stond tegenover dat de IJzeren Poort gemakkelijker te verdedigen was dan de bovenloop van de Donau, waar een lage waterstand in de zomer en het dichtvriezen van de nog smalle rivier in de winter de limes uiterst kwetsbaar maakte. In de loop van de 20e eeuw werd in nauwe samenwerking tussen Roemenië en – toen nog – Joegoslavië een stuwdam annex krachtcentrale aangelegd tussen Turnu Severin (het Romeinse Drobeta) en Kladovo (Pontes). Tijdens de bouw werd archeologisch veldwerk verricht (1965-1970) en dat leidde tot spectaculaire vondsten. Op de rechteroever trof men op een smal plateau resten aan van prehistorische bebouwing, in vier opeenvolgende woonlagen. Men kwam tot de conclusie dat hier al rond 7000-6500 v.Chr. sprake was geweest van een kleine nederzetting, die door de archeologen met de naam Lepenski Vir werd aangeduid. Nog voor de vindplaats door het wassende water van het stuwmeer werd verzwolgen, slaagde men erin de voornaamste artefacten te bergen (en over te brengen naar het Nationaal Museum in Belgrado) en grote delen van de nederzetting op een hoger niveau in veiligheid te brengen. Ook de Tabula Traiana en een aantal dorpen op beide oevers, moesten worden verplaatst. De vroegste bewoners van de nederzetting, laten we ze maar Lepeniërs noemen, waren als al hun tijdgenoten jagers-verzamelaars. Er werden sporen aangetroffen van eenvoudige bebouwing en simpele gebruiksvoorwerpen die karakteristiek zijn voor het Mesolithicum. Maar latere woonlagen bevatten resten van woningen volgens een bepaald geometrisch patroon: cirkelsegmenten met een hoek van 600 en een halfronde afsluiting, steeds naar de rivier gericht. De mensen moeten dus een zeker benul van meetkunde hebben gehad. Nog opvallender waren de vele Mesolithische, zandstenen sculpturen die tussen de woningen werden aangetroffen. Keien die waren bewerkt, aanvankelijk met geometrische motieven, later ook duidelijk menselijke trekken. Meestal werd alleen het hoofd afgebeeld, met grote, ronde ogen, een scherp aangeduide neus en vreemde, opengesperde monden, als van een vis op het droge. De betekenis van deze antropomorfe beelden stelde de archeologen weer eens voor raadsels. De gelijkenis met vissen wees op een bestaan als vissers, mogelijk van grote soorten als steur die met de hand of met spiesen werden gevangen. Wellicht wezen de portretten op een rituele band met goden of werden er maskers in de vorm van viskoppen gebruikt bij rituelen om een goede vangst af te smeken. Duidelijk was in ieder geval dat we hier te maken hebben met enkele van de oudste figuratieve afbeeldingen in Europa. De meeste beelden werden aangetroffen in de woningen, wat duidt op het bestaan van huisaltaren. De bewoners van Lepenski Vir begroeven hun doden buiten de nederzetting, behalve kennelijke hoogwaardigheidsbekleders, die een graf kregen binnen het dorp. Per laag die werd afgegraven werd steeds duidelijker dat vanaf ongeveer 5300 v.Chr. de Lepeniërs al snel, wellicht als eersten in Europa, van een Neolitische, seminomadische leefwijze waren overgeschakeld op een sedentair bestaan van akkerbouw en bescheiden veeteelt, kennelijk zonder invloed van buitenaf. Na 4500 v.Chr. lijkt de nederzetting definitief te zijn verlaten. Waarschijnlijk hadden de bewoners door hun veranderde leefwijze behoefte aan meer ruimte dan het smalle plateau. Na de ontdekking van de nederzetting en de verplaatsing naar een hoger gelegen locatie werd Lepenski Vir overdekt en wat niet in de musea in Belgrado en Kladovo (voornamelijk replica’s), werd ondergebracht in museumpje ter plekke. Momenteel wordt de overkapping vernieuwd; vanaf de zomer van 2010 moet Lepenski Vir weer zijn status van archeologische bezienswaardigheid terugkrijgen. De aanleg van een bewegwijzerde fietsroute langs de Donau zal daar zeker toe bijdragen. Hans Hoogendoorn Tekstbureau Pausanias

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.