Home Koning Willem I in 10 besluiten

Koning Willem I in 10 besluiten

  • Gepubliceerd op: 25 augustus 2015
  • Laatste update 04 apr 2023
  • Auteur:
    Paul Brood en Arjan Poelwijk
  • 13 minuten leestijd

Koning Willem I had een enorme werklust. Tijdens zijn regeerperiode, van 1813 tot 1840, nam hij duizenden besluiten – samen goed voor een archief van bijna een kilometer planklengte. Een selectie van tien bijzondere wetten.

1

Loterij

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

6 december 1813

Op 30 november 1813 komt prins Willem Frederik – de latere Willem I – aan op het strand van Scheveningen. Het Driemanschap, dat sinds het vertrek van de Fransen Nederland uit naam van de prins heeft bestuurd, stopt met regeren.

Het eerste besluit dat daadwerkelijk in aanhef en ondertekening is uitgevaardigd door ‘Willem Frederik […] Soeverein Vorst der Verenigde Nederlanden’ dateert van 6 december 1813. Het gaat om bepalingen over de Nationale Loterij. Zo besluit Willem om de naam te wijzigen in Nederlandsche Loterij, in plaats van Hollandsche Loterij.

2

Willems-Orde

30 april 1815

Op 26 april 1815 vraagt Willem de Hoge Raad van Adel om advies. Hij wil weten hoe een ordeteken voor een militaire en civiele orde eruit moet zien en hoe de wapenspreuk zou moeten luiden.

Willem reageert hiermee op een brief van de commissaris-generaal van het departement van Oorlog, generaal J.W. Janssens. Die is namelijk benaderd door een aantal officieren die al vóór de onafhankelijkheid van Nederland zijn onderscheiden met een buitenlandse decoratie voor dapperheid. Janssens moet voor hen ontheffing vragen bij Willem. De nieuwe grondwet bepaalt namelijk dat zij geen buitenlandse ordetekenen mogen aannemen zonder toestemming van de vorst.

Janssens pleit ook voor een ridderorde voor civiele en militaire deugden. Willem heeft hier wel oren naar. Met een eervolle militaire onderscheiding kan Nederland naar zijn idee mooi aansluiten bij de traditie in andere Europese landen.

Zo komt op 30 april 1815 de Militaire Willems-Orde tot stand. Deze onderscheiding is bedoeld voor militairen in dienst van het Koninkrijk die grootse daden van heldenmoed, beleid en trouw hebben verricht. Ook nu nog wordt de Militaire Willems-Orde uitgereikt, het laatst op 4 december 2014 aan majoor Gijs Tuinman.

3

Congres van Wenen

10 januari 1816

Nadat Napoleon in 1813 is verslagen, bezinnen de Europese mogendheden zich op de toekomst. Daarvoor komen ze regelmatig samen in Wenen. Hoofdrolspelers bij het Congres van Wenen zijn de Engelse minister Castlereagh, de Franse minister Talleyrand en de Oostenrijkse diplomaat en congresvoorzitter Metternich.

Namens Nederland treedt Hans Christoph Ernst Freiherr von Gagern aan op het Congres. De topconferentie maakt weinig vorderingen, totdat Napoleon van zijn verbanningsoord Elba terugkeert om opnieuw keizer van Frankrijk te worden. Dan wordt er snel besloten. Op voorstel van de Engelsen gaan alle partijen akkoord met de vorming van een sterke bufferstaat ten noorden van Frankrijk: het Koninkrijk der Nederlanden, een samenvoeging van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. Willem wordt op 21 september 1815 ingehuldigd als koning van dit nieuwe koninkrijk. Dat is een mooi resultaat voor Von Gagern; koning Willem krijgt op die manier een aanzienlijke machtspositie in Europa.

Op 10 januari 1816 ratificeert Willem het Verdrag van Wenen. Dit is het eerste grote internationale verdrag dat de nieuwe koning van zijn handtekening voorziet.

4

Werkverschaffing

6 maart 1818

Generaal-majoor Johannes van den Bosch is een van de favoriete ambtenaren van Willem I. Wanneer hij in 1818 met een plan komt om de grote tegenstelling tussen rijk en arm aan te pakken, omarmt de koning dat enthousiast. Volgens Van den Bosch is de belangrijkste oorzaak van de grote armoede in het koninkrijk het gebrek aan arbeid. Een kleine groep leeft in overvloed, maar velen kunnen alleen bestaan van het medelijden en de giften van anderen.

Hij is van plan landbouwkolonies te stichten voor arme gezinnen. In die kolonies leren zij grond bewerken en landbouwproducten verbouwen. Op die manier worden armen tot productieve boeren omgeschoold.

Met zijn uitgewerkte plan richt hij zich rechtstreeks tot de koning. Die heeft er wel oren naar en met koninklijke steun richt Van den Bosch in 1818 de Maatschappij van Weldadigheid op. Nog in 1818 arriveren de eerste gezinnen in de proefkolonie, die Van den Bosch op zijn landgoed Westerbeeksloot in Zuidwest-Drenthe heeft ingericht.

Al snel sticht de Maatschappij op de grens van Noordwest-Overijssel en Zuidwest-Drenthe de landbouwkolonies Frederiksoord, Willemsoord, Wilhelminaoord en Boschoord. Later volgen nog de strafkolonies Ommerschans en Veenhuizen, bedoeld voor landlopers en bedelaars. Ook in het zuiden van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden komen kolonies tot stand: een vrije kolonie in Wortel (1822) en een onvrije kolonie in Merxplas (1825).

Op vrijwel alle plaatsen waar kolonies van Weldadigheid gevestigd zijn geweest, zijn nog tastbare sporen terug te vinden. Inmiddels wordt geprobeerd die op de Werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst te krijgen. Het is de bedoeling dat dit gebeurt in 2018, als de Maatschappij van Weldadigheid 200 jaar bestaat.

5

500 kilometer kanalen

15 april 1819

Op initiatief van koning Willem I wordt een groot aantal kanalen gegraven. Tussen 1815 en 1832 wordt zowel in het Nederlandse als in het Belgische deel van het koninkrijk bijna 500 kilometer aan kanalen aangelegd. De belangrijkste zijn het Groot Noord-Hollands Kanaal, de Zuid-Willemsvaart en het Kanaal van Gent naar Terneuzen.

Met 80 kilometer is het Noord-Hollands Kanaal het langste kanaal van Nederland. In 1819 begint de aanleg en vijf jaar later, op 15 december 1824, vaart het koninklijke fregat Bellona van Amsterdam naar het Nieuwe Diep in Den Helder voor de officiële opening. In omgekeerde richting vaart de uit Batavia afkomstige koopvaarder Christina Bernardina het kanaal in. Een oorlogschip en een grote Oost-Indiëvaarder kunnen elkaar passeren, want het Noord-Hollands Kanaal krijgt een voor die tijd ongekende breedte van 37 meter.

Het kanaal wordt in de eerste 25 jaar bewonderd en internationaal geprezen. Rond 1850 begint de stoomvaart de zeilvaart te verdringen. Op de grote stoomschepen is het kanaal niet berekend. Dit brengt de bouw van het Noordzeekanaal in een stroomversnelling.

6

Economische impuls

29 maart 1824

Vanaf het eerste jaar van zijn regering, 1814, stimuleert Willem I het herstel van de Nederlandse economie. In het rijtje van koninklijke initiatieven dat hij daartoe ontplooit, past zeker ook de oprichting van de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) in Den Haag op 29 maart 1824.

De Maatschappij verkrijgt haar kapitaal door de uitgifte van aandelen op de kapitaalmarkt. De koning geeft deze aandelenemissie een flinke steun in de rug door de aspirant-aandeelhouders een dividendgarantie van 4,5 procent in het vooruitzicht te stellen – een percentage dat gezien de rentestand van dat moment vrij hoog was. Bovendien tekent Willem I zelf voor een bedrag van 4 miljoen gulden in. De opzet van de koning slaagt: het succes bij intekening op de emissie bij de plaatselijke Kamers van Koophandel is overweldigend.

De eerste en belangrijkste taak van de NHM is herstel van de handel op Nederlands-Indië. Na de teloorgang van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in de jaren 1795-1798 waren Engelse en Amerikaanse firma’s er heer en meester geworden over de export en import.

In 1964 fuseert de NHM met de Twentsche Bank tot de Algemene Bank Nederland. De huidige ABN Amro is daarmee een directe rechtsopvolger van Willems NHM uit 1824.

7

Prinsen naar België

28 augustus 1830

Belgische Opstand

De uitvoering van de opera La Muette de Portici op 25 augustus 1830 in de Muntschouwburg in Brussel wordt altijd genoemd als het begin van de Belgische Opstand. Wat een feestelijke gebeurtenis moet worden ter gelegenheid van de 58ste verjaardag van koning Willem I, mondt uit in een bloedige veldslag in de straten van Brussel en in het Warande-park. Dat de vlam zo in de pan kan slaan, is natuurlijk niet alleen toe te schrijven aan een patriottische aria. Al veel langer sluimert de onvrede meer of minder openlijk in het zuiden van de Verenigde Nederlanden. De gebeurtenissen in Brussel op 25 augustus 1830 zijn slechts de katalysator.

Koning Willem I is op dat moment in Den Haag. Na enkele dagen bereiken hem de eerste berichten over de ongeregeldheden in Brussel. Willem reageert direct en vaardigt op 28 augustus een aantal Koninklijke Besluiten uit. In de meest in het oog springende daarvan stuurt hij zijn twee zonen, Willem en Frederik, op officiële missie naar het zuiden.

De koning neemt dit besluit ‘gelet op de verschillende bij Ons ingekomene berigten, wegens de te Brussel plaats hebbende rustverstoring’. De prinsen moeten eerst naar Antwerpen gaan en vervolgens doorreizen naar Brussel, ‘ten einde, naar bevind van zaken en omstandigheden, alles te doen en te verrigten, wat zij, tot bewaring der gemoederen en herstelling der rust, mogten oordeelen te worden vereischt’.

De komst van de Oranje-prinsen brengt de gemoederen in het zuidelijke deel van het koninkrijk niet tot bedaren. Als België zich op 4 oktober onafhankelijk verklaart, is de scheiding van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden eigenlijk al een feit.

8

Tiendaagse Veldtocht

1 augustus 1831

De splitsing van het Verenigd Koninkrijk kan het machtsevenwicht dat is bereikt tijdens het Congres van Wenen in gevaar brengen. Daarom besluiten de grootmachten dat ze een onafhankelijk België zullen ondersteunen. Als compensatie voor koning Willem I zouden Limburg en Luxemburg onder de Nederlandse kroon blijven.

In februari 1831 legt Willem zich neer bij de uitgangspunten voor een afscheiding van België (de zogeheten Bases de Séparation). Hij verzet zich echter tegen andere verdragen, waarin de nieuwe grens tussen België en Nederland wordt vastgelegd. Ook de eedaflegging op de Belgische grondwet door koning Leopold I op 21 juli 1831 en de belofte van de Europese mogendheden dat zij de onafhankelijkheid van België zullen garanderen, veranderen zijn opstelling niet.

Koning Willem I besluit zelfs een tamelijk rigoureuze stap te zetten: op 2 augustus 1831 rukken Nederlandse legers op naar de voormalige zuidelijke provincies.

In een Koninklijk Besluit van 1 augustus 1831 legt Willem uitgebreid uit waarom hij deze legeractie tegen de Zuidelijke Nederlanden begint. De koning stelt dat hij er alles aan heeft gedaan om ‘met behoud van een algemeenen Vrede te geraken tot voorwaarden van Scheiding, die bestaanbaar waren met de eer en de belangen van het getrouw Noord-Nederland’.

Maar de recente gebeurtenissen hebben hem duidelijk gemaakt dat hij zijn onderdanen niet langer vruchteloos gebukt kan laten gaan onder de lasten en de kosten, die hun krachten nu al enige tijd ver te boven gaan. Daarom blijft er geen andere keuze ‘dan om, met vertrouwen op God en op de regtvaardigheid Onzer zaak door kracht van wapenen de onderhandelingen te ondersteunen’.

De eerste behoefte die Willem voelt bij ‘het bevel aan Onze dappere vaderlandsche Leger benden, om zich ten strijde toe te rusten’ is om Gods zegen over deze campagne af te smeken. Daarom verzoekt hij door middel van dit KB de bedienaars van de godsdienst in Nederland om op zondag 14 augustus Gods zegen te vragen.

Ironisch genoeg is er op deze geplande bidzondag al een einde gekomen aan de militaire expeditie, die we nu kennen als de Tiendaagse Veldtocht. De Nederlandse militairen rukken weliswaar snel op, maar als Frankrijk op 12 augustus dreigt zich ten gunste van België in de strijd te werpen, blaast Willem de aftocht.

In de daaropvolgende jaren ontstaat grote diplomatieke druk op Willem I om het onafhankelijke België te erkennen. Na bijna tien jaar verzet zwicht hij uiteindelijk. Op 19 april 1839 ondertekent koning Willem I het Scheidingsverdrag met België.

9

Eerste spoorweg

30 april 1838

De eerste spoorweg, van Liverpool naar Manchester (1830), blijft in Nederland niet onopgemerkt. Willem I raakt, ondanks de algemene scepsis over het economisch nut en de technische haalbaarheid, snel overtuigd van het belang van spoorwegen voor ons land. Bij de betrokken ministeries en de beoogde uitvoerende partijen bestaat weinig enthousiasme voor zijn plannen. De algemene opinie is dat het vervoer over de weg en het water voor een klein land als Nederland het hoogst haalbare is. Mede doordat een goed financieringsplan ontbreekt komt van de plannen dan ook weinig terecht.

In 1838 besluit de koning zonder goedkeuring van het parlement tot de aanleg van de Rhijnspoorweg – van Amsterdam naar Arnhem en verder naar Duitsland. Hij garandeert daarbij persoonlijk de rentebetaling op de benodigde geldlening. Ingenieurs van Waterstaat zijn belast met de aanleg en exploitatie.

Inmiddels is de eerste particuliere spoorwegmaatschappij opgericht, de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij, die zorgt voor de aanleg van de spoorweg van Amsterdam naar Haarlem (geopend in 1839). De door de overheid aangelegde Rhijnspoorweg bereikt in 1845 Arnhem en wordt datzelfde jaar overgedragen aan een particuliere maatschappij.

10

Akte van abdicatie

7 oktober 1840

Op Paleis Het Loo ondertekent koning Willem I zijn akte van abdicatie. Vanaf dat moment is zijn oudste zoon prins Willem de nieuwe Koning der Nederlanden.

Een belangrijke reden voor deze ingrijpende constitutionele stap van Willem is teleurstelling: de koning kan zich er maar moeilijk overheen zetten dat de Belgen niet langer deel uitmaken van zijn koninkrijk.

Daarbij komt de forse kritiek die Willem te verduren krijgt wanneer hij aankondigt opnieuw in het huwelijk te treden. Na het overlijden van zijn geliefde vrouw Mimi in 1837 is de koning diep bedroefd. De band met haar hofdames, die altijd al vrij nauw was, wordt nog inniger. Langzaam ontstaat bij Willem I de wens om in het huwelijk te treden met een van hen, de katholieke Belgische gravin Henriette d’Oultremont. Maar als die plannen bekend worden, steekt in het land een storm van kritiek op. Een katholiek als koningin van het calvinistische koninkrijk, dat is te veel van het goede. Moegestreden legt Willem daarom zijn taak neer.

Het aftreden van Willem I vindt niet direct navolging binnen de Oranje-dynastie. Pas ruim honderd jaar later besluit ook koningin Wilhelmina in 1948 om nog tijdens haar leven afstand te doen van de troon. Daarna geeft zowel koningin Juliana (1980) als koningin Beatrix (2013) de scepter door aan hun troonopvolgers.

Paul Brood is rechtshistoricus, en senior medewerker Publicaties en openbaarheidsadviseur van het Nationaal Archief. Arjan Poelwijk is historicus en archiefspecialist bij de afdeling Onderzoek & Presentatie van het Nationaal Archief.

De werkkamer van Willem I

Het Nationaal Archief organiseert ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden een tentoonstelling. De werkkamer van Willem I staat daarbij centraal. Daar speelt zich het werkende en persoonlijke leven van de koning af.

Op de tentoonstelling worden topstukken van het Nationaal Archief getoond, zoals de eerste grondwet, de eerste troonrede en het wapenontwerp van het Verenigd Koninkrijk. Verder zijn er persoonlijke bezittingen van Willem I te zien.

Het Nationaal Archief werkt voor de tentoonstelling samen met het STAM (Stadsmuseum Gent), het Koninklijk Huisarchief, Het Genootschap voor het Nationaal Archief en de NS.

24 uur met Willem. Koning van Nederland en België

28 augustus 2015 t/m 18 juli 2016

Nationaal Archief

Prins Willem-Alexanderhof 20, Den Haag

www.gahetna.nl

Meer lezen over de Oranje-dynastie? Historisch Nieuwsblad stelde een themapagina samen over de Nederlandse monarchie. Bekijk artikelen en video’s op historischnieuwsblad.nl/denederlandsemonarchie.

Benieuwd wie door de eeuwen heen Militaire Willems-Ordes ontvingen? Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) zette een databank op voor dapperheidsonderscheidingen, die te vinden is via historischnieuwsblad.nl/links.

Het Congres van Wenen is dit jaar precies 200 jaar geleden. Het Congres was bepalend voor het Koninkrijk der Nederlanden en voor de machtspositie van Willem I. Lees meer op historischnieuwsblad.nl/congresvanwenen.

De redactie van Historisch Nieuwsblad stelde een themapagina samen over koning Willem I en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Ga naar historischnieuwsblad.nl/denederlandsemonarchie en lees over o.a. de Tiendaagse Veldtocht, Willems neerlandisatiepolitiek en hoe Willem I koning kon worden dankzij de inspanningen van politicus Gijsbert Karel van Hogendorp.