Engelse mannen waren rond 1675 helemaal ontspoord, vonden critici. Ze verzaakten zelfs hun belangrijkste taak: kinderen verwekken. Omdat ze verslingerd waren aan koffie.
Engelsen waren zo druk met koffiedrinken, dat ze hun studies verwaarloosden en vergaten om toezicht te houden op hun bedienden, zodat die straffeloos konden luieren en bedriegen. Daarvoor waarschuwde de anonieme auteur van het boek The grand concern of England explained in 1673. Nogal wat tijdgenoten deelden deze zorgen, schrijft Amelia Rosch in het tijdschrift The Seventeenth Century. En ze voegt nog iets toe: koffie maakte mannen ongeïnteresseerd in seks en daardoor liep het aantal kinderen terug.
Dat was een ramp, want de Engelse bevolking kreeg in die jaren al zware klappen, onder meer door de pest. Het was van het grootste belang dat er kinderen geboren werden, zeker omdat de Nederlandse Republiek aan de overkant van de Noordzee wel groeide en bloeide. Nederlanders dronken minder koffie en streefden Engeland op alle fronten voorbij – aldus de bezorgde Britten, die daarmee negeerden dat de Republiek in het Rampjaar 1672 ook zware klappen had gekregen.
Een extra zorg was dat mannen in koffiehuizen te veel zaten te kletsen en gezagsondermijnende leugens deelden. In 1675 vaardigde koning Karel II dan ook een verbod uit op koffiehuizen. Zijn wet werd alleen nooit praktijk, want na protest van eigenaren werd het verbod uitgesteld om vervolgens nooit te worden ingevoerd. De Engelsen bleven gewoon koffiedrinken.