Om gedoe over monumenten te voorkomen, moeten gemeenten in gesprek gaan met alle belanghebbenden. Dat stelt een commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) in een rapport. Ook moet er een uitgebreidere registratie van alle monumenten in Nederland komen, zodat beleidsmakers zich inhoudelijk kunnen voorbereiden op eventuele moeilijke discussies.
De KNAW heeft op eigen initiatief een commissie ingesteld voor advies over de omgang met omstreden monumenten. Aanleiding is de recente commotie rond bijvoorbeeld de standbeelden van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn en Peerke Donders in Tilburg.
In het vandaag gepresenteerde rapport Wankele sokkels staan vooral aanbevelingen voor bestuurders en beleidsmakers. Monumenten vallen in de regel onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. In de praktijk zijn zij volgens de commissie onvoldoende toegerust om de vaak heftige discussies rond omstreden gedenktekens tot een goed einde te brengen. De commissie vindt dat moet worden voorkomen dat burgers naar de rechter stappen, zoals is gebeurd rond de oprichting van het Nationaal Holocaust Namenmonument in Amsterdam.
‘Morele verantwoordelijkheid’
Dat het ook anders kan, bewijst volgens de commissie de afhandeling van klachten over het standbeeld van de ‘groetende sportman’ op het plein voor het Olympisch Stadion in Amsterdam. De in 1928 neergezette figuur brengt de toentertijd in zwang zijnde Olympische groet, die als twee druppels water lijkt op de groet van fascisten en nazi’s. In 2021 vroegen omwonenden om verplaatsing van het standbeeld. De directie van het stadion heeft historisch onderzoek gedaan naar de achtergronden van het monument en is met belanghebbenden in gesprek gegaan. Uiteindelijk is besloten om de ‘groetende sportman’ inderdaad te verplaatsen. Hij siert nu een trappenhuis in het stadion.
De KNAW zegt niet dat verplaatsing altijd de beste oplossing is. Het rapport bevat geen concrete aanbevelingen voor wat bestuurders moeten doen met individuele monumenten die in opspraak raken. De aanbevelingen van de commissie beperken zich tot het niveau van: meer kennis vergaren, meer praten met de bevolking, meer begrip kweken voor elkaars standpunten. ‘Het is de morele verantwoordelijkheid van bestuurders [sic] om gesprekken te voeren waarbij alle partijen betrokken worden, zoals omwonenden, nabestaanden, actievoerders,’ stelt de commissie.
Als meest tastbare aanbeveling stelt de KNAW-commissie voor om een landelijk monumentenregister annex kennisbank op te zetten. Het al bestaande rijksmonumentenregister is rommelig, onvolledig en bevat soms incorrecte informatie.
Openingsbeeld: Standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn. Foto: ArTono/Shutterstock.com