Home Klimaatverandering maakte alles erger

Klimaatverandering maakte alles erger

  • Gepubliceerd op: 25 januari 2022
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 5 minuten leestijd
Klimaatverandering maakte alles erger

In de zeventiende eeuw volgde de ene crisis op de andere. Oorlogen, natuurrampen en politieke onrust wisselden elkaar af. Een van de problemen was de daling van de temperatuur. Geoffrey Parker laat zien hoe menselijk gedrag en het extreme weer tijdens de ‘Kleine IJstijd’ een catastrofale combinatie vormden.

De ondergang van de Chinese Ming-dynastie in 1644, waarbij 100.000 aanhangers van de keizer werden afgeslacht; de katholieke opstand in Ierland in 1641; de hongersnood die rond dezelfde tijd een derde van de bevolking van het Île-de-France het leven kostte; de Dertigjarige Oorlog die grote delen van Duitsland verwoestte en ontvolkte; de kozakkenopstand in de Oekraïne tegen de Poolse overheersers in 1648; de vrolijke wintertaferelen van Nederlandse schilders als Hendrick Avercamp – wat hebben deze ogenschijnlijk volkomen op zichzelf staande zaken met elkaar te maken? Volgens de Britse historicus Geoffrey Parker heel veel.

Dat de periode tussen pakweg 1618 en 1688 in veel landen buitengewoon gewelddadig was, terwijl ook epidemieën en natuurrampen veel slachtoffers maakten, was al heel lang bekend. Vandaar dat er vaak wordt gesproken van de ‘algemene crisis van de zeventiende eeuw’. Dit was ook de titel van een Engelstalige bundel met artikelen over dit fenomeen, die in 1978 werd gepubliceerd en waarvan Parker een van de redacteuren was.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Parker is in Nederland de laatste jaren vooral bekend geworden als de auteur van grote biografieën van Filips II (2014) en Karel V (2019). Maar in 2013 publiceerde hij een monumentaal boek, waarin hij terugkeerde naar de grote crisis van de zeventiende eeuw, en waarvan de herziene en ingekorte versie uit 2017 nu in vertaling verschijnt.

In Wereldcrisis laat Parker de eurocentrische blik los en bestudeert hij de crisisverschijnselen op mondiale schaal. Bovendien legt hij een duidelijke link met een verschijnsel dat ook al langere tijd bekend was: de Kleine IJstijd. Tussen grofweg de veertiende en negentiende eeuw was er sprake van een daling van de gemiddelde temperatuur op aarde ten opzichte van de relatieve warme periode daarvoor.

Het dieptepunt werd bereikt in de zeventiende eeuw, toen een verminderde activiteit van de zon leidde tot een afkoeling van circa 2 graden Celsius. Door metingen en observaties die in deze tijd begonnen, gecombineerd met verslagen van tijdgenoten, weten we dat sommige winters extreem koud waren, terwijl er in het voorjaar en de zomer vaak bovenmatig veel regen viel. Zo mislukte in Ierland rond 1640 driemaal achter elkaar de oogst, wat leidde tot een hongersnood die uiteindelijk resulteerde in een bloedige opstand tegen de protestantse elite. En in dezelfde periode berichtten meer dan honderd Chinese kroniekschrijvers over extreme droogte, overstromingen, hongersnoden en sprinkhanenplagen.

De Engelse geleerde Robert Burton schreef in 1638 dat hij dagelijks meldingen ontving over ‘oorlog, plagen, branden, overstromingen, diefstal, moorden, slachtingen, meteorieten, kometen, verschijningen, voorspellingen, manifestaties; over ingenomen steden, belegerde steden in Frankrijk, Duitsland, Turkije, Perzië, Polen et cetera […] geleverde veldslagen, zovele gesneuvelden, koningsmoorden, schipbreuken en zeeslagen, vrede, verbonden, krijgslisten en nieuwe alarmsignalen’. En Burton stond geenszins alleen met dit gevoel te leven in een periode van ongekende crises waarin natuur en menselijk handelen voor grootschalige ellende zorgden.

Parker wil geenszins beweren dat de klimaatverandering in deze periode dé oorzaak van oorlogen, opstanden en andere vormen van politieke onrust was. Wel signaleert hij een ‘fatale synergie’ tussen menselijk handelen en verschijnselen als extreem weer en epidemieën. Zo viel in China een periode van koude, regen en hongersnoden samen met een politieke machtsverschuiving die grote gevolgen had voor de samenleving. En in Europa probeerden vorsten al sinds de late Middeleeuwen hun gebieden centralistisch te besturen, waardoor oude elites zich bedreigd voelden, terwijl ze tegelijkertijd eindeloze oorlogen voerden.

Die leidden niet alleen tot grootschalige verwoestingen en immens leed onder de burgerbevolking, maar ook tot een steeds verder opgevoerde belastingdruk, die voor grote onvrede zorgde. Gecombineerd met honger en ziekte werd dan op zeker moment een tipping point bereikt, waarbij slechts een toevallige en relatief kleine gebeurtenis nodig was om de zaak volledig uit de hand te laten lopen.

Doordat hij oog heeft voor lokale verschillen en de rol van het toeval is Parker geen determinist die stelt dat onder gegeven omstandigheden slechts één uitkomst mogelijk is. Zo beschrijft hij hoe in Japan extreme koude en catastrofale misoogsten niet tot opstand of burgeroorlog leidden. Daar zorgden de shoguns van de Tokuga-dynastie namelijk voor voedsel in tijden van hongersnood, terwijl ze tegelijkertijd keihard optraden tegen dissidente geluiden, het bezit van wapens een monopolie van de staat maakten en speculerende graanhandelaren onthoofdden. Bovendien lieten ze zich door hun bondgenoten niet verleiden tot annexatieoorlogen.

Uiteraard hebben tal van specialisten detailkritiek geleverd op dit ongelooflijk ambitieuze en veelomvattende boek – vooral vanuit de hoek van de sociaal historici is geopperd dat Parkers methodologie hier en daar een beetje rammelt. Maar dat neemt niet weg dat hij veel lof verdient, omdat hij zo’n groot onderwerp zo helder en zo minutieus heeft aangepakt. Bovendien is een boek dat analyseert wat de gevolgen van klimaatverandering kunnen zijn voor de maatschappelijke en politieke ontwikkeling buitengewoon actueel.

Wereldcrisis. Oorlog, klimaatverandering en catastrofe in de zeventiende eeuw

Geoffrey Parker

672 p. Omniboek, € 39,99

Bestel in de webshop

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 2 - 2022