Home Kinderen waren geen hinderen

Kinderen waren geen hinderen

  • Gepubliceerd op: 16 jul 2009
  • Update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Mans Kuipers

De Nederlandse ouders in de Gouden Eeuw interesseerden zich niet erg voor hun kinderen: die waren maar tot last. Dit beeld is pertinent onjuist, zo toont de Groningse hoogleraar pedagogiek Jeroen Dekker aan in het onlangs verschenen Het verlangen naar opvoeden.

Het eerste wat opvalt als je Het verlangen naar opvoeden doorbladert, is het grote aantal illustraties: schilderijen, pentekeningen, aquarellen. Het zijn werken uit de zeventiende eeuw van Rembrandt, Gerard Dou en Jan Steen, maar ook uit de negentiende eeuw van Jozef Israëls, Jacob Maris en August Allebé. Wat al deze afbeeldingen met elkaar verbindt, is niet hun kunsthistorische waarde, zegt Jeroen Dekker: ‘Ik ben geen kunsthistoricus. Ik heb geen boek willen schrijven over kunst, maar over opvoeden. Schilderijen en tekeningen zijn voor mij een bron, net zoals de teksten van Jacob Cats en de rijmpjes van Hieronymus van Alphen.’

Zijn ruim 500 pagina’s tellende boek wil ook geen overzicht zijn van de praktijk van opvoeden in Nederland. Dekker heeft vooral aandacht voor de ideeën daarover, en hoe die in beelden en geschriften terug te vinden zijn: ‘Het is mentaliteitsgeschiedenis. Mijn boek gaat over het verlangen, de constante neiging, om op te voeden, en over de conflicten die dan soms ontstaan tussen kerken en de staat, of tussen de staat en de burgers.’

Het onderzoek van Dekker focust op drie perioden in de Nederlandse geschiedenis. Hij begint zijn relaas halverwege de zeventiende eeuw, als de Nederlandse maatschappij na een roerige periode van oorlog met Spanje tot rust komt en men accepteert dat meerdere religies in een land zullen moeten samenleven. In deze periode bloeit de schilderkunst: er is geen land in Europa waar zoveel schilderijen en tekeningen het dagelijks leven laten zien – en dus ook hoe men dacht over opvoeding en onderwijs. Ook geschreven bronnen leveren belangrijke informatie. Dekker: ‘Vooral de teksten van Jacob Cats zijn als historische bron voor deze periode zeer interessant. Hij wordt tegenwoordig als oubollig gezien, maar was wel iemand die probeerde teksten te maken die aansloegen bij alle religieuze groepen in de zeventiende eeuw. Hij is een gematigd calvinist, zeker geen scherpslijper, en is ook voor katholieken in de zeventiende eeuw acceptabel.’

Het middelste deel van het boek behandelt de periode rond 1800, als in heel Europa onder invloed van de Verlichting vernieuwing plaatsvindt in de ideeën over opvoeding en onderwijs. Een goed voorbeeld van de nieuwe kijk op kind en opvoeding levert het werk van Hieronymus van Alphen. Dekker: ‘Een heel ander soort schrijver dan Cats, maar wel belangrijk voor het ontstaan van een nieuwe pedagogische cultuur. Van Alphen heeft een heel vernieuwend taalgebruik, hij is in staat zich te verplaatsen in de leefwereld van het kind.’

Dekker eindigt zijn onderzoek in 1905, als met de invoering van de Leerplichtwet en de Kinderwetten het toezicht op ouder en kind wordt geregeld. ‘Ik vind die Kinderwetten van groot belang,’ zegt Dekker. ‘De staat legt dan namelijk de regels vast waar het gaat om goed opvoeden. Ouders die zich niet aan die regels houden, kunnen uit de ouderlijke macht ontzet worden. Het unieke aan de Nederlandse situatie is de uitvoering van die wetten: die wordt geheel overgelaten aan voogdijverenigingen en kindertehuizen van de verschillende “zuilen”. Protestantse kinderen worden indien nodig heropgevoed door protestanten, katholieke kinderen door katholieken. En dat alles wordt betaald door de staat!’

Jeroen J.H. Dekker, Het verlangen naar opvoeden. Over de groei van de pedagogische ruimte in Nederland sinds de Gouden Eeuw tot omstreeks 1900.
517 p. Uitgeverij Bert Bakker, € 49,95

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Stilleven van Alexander Adriaenssen
Stilleven van Alexander Adriaenssen
Interview

Gevulde eieren met suiker en kaneel: zeventiende-eeuwse recepten bevatten verbazende combinaties

Voor de bouw van de Markthal in Rotterdam onderzochten archeologen de bodem en vonden er kookpotten, keukengerei en etensresten. Op deze plek werd dus ook vroeger al veel gegeten. Naar aanleiding van de vondsten is er nu een kookboek over de historische Rotterdamse cuisine. Het is volgens auteur Manon Henzen meer dan een receptenboek: ‘Historische...

Lees meer
Jacob Ruychaver met zijn gezin op een schilderij door Frans Hals
Jacob Ruychaver met zijn gezin op een schilderij door Frans Hals
Beeldessay

Pronken met onze families doen we al eeuwen

Gezellig, gelovig of rijk. Met een familieportret laten gezinnen aan de buitenwereld zien wie ze zijn. En dat ze hun leven goed voor elkaar hebben.  Wie in de zeventiende eeuw een Amsterdams grachtenhuis binnenliep, kon in de ontvangstkamer worden verwelkomd door een groot schilderij van de bewoners. Bijvoorbeeld van een strenge vader in donkere mantel...

Lees meer
Filmposter Zwei zu eins
Filmposter Zwei zu eins
Recensie

Duitsers op het dievenpad in schelmenfilm Zwei zu eins

Over het leven in de DDR bestaan veel grimmige films, maar Zwei zu eins bewijst dat je er ook een schelmenkomedie over kunt maken. De film speelt zich af in de zomer van 1990 in het Oost-Duitse Halberstadt. De aanstaande Duitse eenwording gaat in het stadje gepaard met massaontslagen en failliete fabrieken. Drie gedesillusioneerde werkloze...

Lees meer
Cover HN78 2025
Cover HN78 2025
Interview

Broedermoord en ruzie over de erfenis: familiedrama’s zijn van alle tijden

De zomereditie van Historisch Nieuwsblad is gevuld met artikelen over familie. Volgens eindredacteur Mirjam Janssen is het een prachtig thema omdat veel geschiedenis daar nu eenmaal begint. ‘Iemands status en opvoeding, en de mogelijkheden die hij of zij krijgt in het leven hangen voor een groot deel af van de familie. We laten zien hoe families...

Lees meer