Home Kamer van honderd kon werkdruk niet aan

Kamer van honderd kon werkdruk niet aan

  • Gepubliceerd op: 10 november 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

Het kabinet-Rutte wil de Tweede Kamer inkrimpen tot honderd leden. Volgens Anne Bos, onderzoeker aan het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit, zou dat een stap terug in de tijd betekenen.

‘De Tweede Kamer is in 1956 juist uitgebreid van de oorspronkelijke honderd naar 150 leden. Al in 1950 lag er een voorstel om hiervoor de grondwet te wijzigen. Eerst wees de Eerste Kamer in 1952 het voorstel af, vanwege een amendement waarin stond dat parlementariërs hun collega’s mochten machtigen om namens hen te stemmen. Pas nadat deze bepaling eruit was gehaald, ging de Senaat in 1956 alsnog akkoord.

Het aantal Kamerzetels werd uitgebreid omdat de werkdruk van parlementariërs enorm was gestegen. Na 1945 had de overheid veel nieuwe taken gekregen, vooral op het gebied van sociale wetgeving. Daarnaast hadden Kamerleden destijds tevens een mandaat in de voorlopers van het Europees Parlement. Ook hadden velen naast hun Kamerlidmaatschap een baan als onderwijzer, journalist of wethouder.

Een ander argument was dat het aantal parlementariërs in Nederland erg laag was in verhouding tot de sterk groeiende bevolking. Dat is overigens nog steeds het geval. Buitenlandse parlementen zijn veel groter dan de Tweede Kamer, ook in landen met minder inwoners.
De uitbreiding van het aantal zetels werd politiek breed gesteund. Alleen de VVD – die toen maar negen zetels in de Tweede Kamer had – stemde tegen. VVD-leider Oud was bang dat meer Kamerleden ook meer schriftelijke vragen zouden stellen en meer moties zouden indienen, waardoor de besluitvorming stroperig werd.

Of dat effect inderdaad optrad, daarover verschilden naderhand de meningen. Kamervoorzitter Kortenhorst beweerde van niet. Een gevolg was wel dat alle Kamerleden letterlijk moesten inschikken, want de oude vergaderzaal was berekend op maar honderd mensen. Zaten eerst twee Kamerleden in één bankje, nu kwam er een derde bij. De “wildebeestenlucht” waar Hans van Mierlo het later romantiserend over had, is misschien wel toen ontstaan.

Sindsdien hebben politici van tijd tot tijd geroepen dat de Tweede Kamer moest worden teruggebracht tot de oude omvang van honderd leden. In de jaren negentig waren het PvdA’ers Marcel van Dam en Jacques Wallage die hiervoor pleitten. Overigens waren het steeds individuen die zo’n ballonnetje oplieten; het leidde nooit tot een officieel partijstandpunt.

Voorstanders van inkrimping betogen dat het parlement er slagvaardiger van wordt. Het zou leiden tot minder schriftelijke vragen en spoeddebatten. Voor Mark Rutte speelt mee dat de liberale ideologie van de VVD een kleine overheid voorschrijft. Bovendien wil het kabinet laten zien dat de politiek bereid is in eigen vlees te snijden.

De kans dat het kabinetsvoorstel werkelijkheid wordt, lijkt me echter klein. Daar is opnieuw een grondwetswijziging voor nodig. De oppositie zal waarschijnlijk tegen stemmen, omdat een grote Kamer meer tegenwicht kan bieden aan het huidige kabinet. De balans tussen regering en ambtenarij enerzijds en het parlement anderzijds is scheef. Voor ingewikkelde en tijdrovende zaken als het controleren en maken van wetgeving heeft het parlement zijn mensen hard nodig.

Je kunt je daarnaast afvragen of inkrimping iets zal veranderen aan de “hijgerigheid” in het politieke debat. Kamerleden zullen zich blijven profileren door in te springen op de actualiteit. Dat moeten ze in dit mediatijdperk doen om hun positie te behouden.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.