Home Kaap Hoorn: de ontdekkingsreis van Isaac le Maire

Kaap Hoorn: de ontdekkingsreis van Isaac le Maire

  • Gepubliceerd op: 25 februari 2016
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Paul van der Steen
Kaap Hoorn: de ontdekkingsreis van Isaac le Maire

Op 29 januari 1616 ontdekten Nederlandse zeevaarders een nieuwe route naar Indië. Ze voeren via Kaap Hoorn onder Zuid-Amerika door. Een groot succes, al betaalden ze er een hoge prijs voor.

‘Gouthaelders’ werden de 87 bemanningsleden van de Eendracht en de Hoorn vlak voor hun vertrek genoemd. Rondom de twee schepen en hun reisdoel hing een waas van geheimzinnigheid. Zelfs voor het scheepsvolk dat door de schout en schepenen van de stad Hoorn was gemonsterd, werd de bestemming van de aanstaande tocht verzwegen. Het grote gissen kon beginnen.

Het mysterie was nog volledig intact toen de schepen in de loop van het voorjaar van 1615 van Hoorn naar Texel voeren en uiteindelijk op 14 juni van de rede van dat eiland naar het zuiden vertrokken. Pas nadat ze op 25 oktober de evenaar waren gepasseerd – ze voeren op de Atlantische Oceaan tussen Afrika en Zuid-Amerika – kreeg de bemanning eindelijk te horen wat de doelen van de reis waren. Ze moesten een nieuwe zeeroute naar Azië vinden en op zoek gaan naar Terra Australis, het mythische, rijke Zuidland. Aan boord heerste blijdschap. Als het nieuwe continent werkelijk zoveel schatten herbergde als werd vermoed, zou ook de bemanning een graantje meepikken en een glorierijke toekomst wachten.
 

Initiatiefnemer Isaac le Maire

De initiatiefnemer van het hele project was Isaac le Maire. Isaac was geboren en getogen in de Zuidelijke Nederlanden, maar opereerde sinds de jaren tachtig van de zestiende eeuw vanuit Holland. Hij richtte zich aanvankelijk op handel met andere streken in Europa: het Oostzeegebied, Engeland, Frankrijk, Portugal en Spanje. Tegen de eeuwwisseling begon hij ook interesse te krijgen in Indië. Voor zijn zaken in de Oost werkte hij samen met de in 1602 opgerichte VOC. Maar na een reeks verdachte financiële transacties wilde de VOC geen zaken meer met hem doen.

Le Maire was uit op wraak en zocht andere manieren om flink te verdienen. Hij bleef gespitst op de Oost en op nog niet ontdekte werelden. Lastig voor hem was dat de VOC het alleenrecht had op de vaart naar Indië via het zuidoosten, de route langs de zuidpunt van Afrika. Dus zocht Le Maire naar andere wegen. Hij overwoog een expeditie te laten zoeken naar een noordwestelijke route, om Noord-Amerika heen. En hij organiseerde ook echt een zoektocht naar een noordoostelijke route, om het Euraziatische continent, maar die mislukte.

De enige mogelijkheid die overbleef was een route via het zuidwesten. Maar daar was het probleem dat de VOC ook het alleenrecht had op de route door de Straat van Magellaan, de verbinding naar de Grote Oceaan die in 1520 door Ferdinand Magellaan was ontdekt. Le Maire liet zich daardoor niet weerhouden. Hij ging er – met veel anderen – van uit dat het mogelijk was verder zuidelijk het continent te ronden.
 
Met een aantal kooplieden richtte hij daarom de Australische Compagnie op, die de Hoorn en de Eendracht uitrustte. De leiding van de expeditie kwam in handen van Willem Corneliszoon Schouten, bijna veertig en een ervaren Azië-reiziger, en Jacob le Maire, begin twintig en zoon van Isaac.
 

De mannen zochten een mythisch en rijk continent

Met de Hoorn ging het al snel mis. Tijdens een tussenstop in het huidige Argentinië kreeg het schip een onderhoudsbeurt. Toen de scheepshuid werd ontdaan van aangroeisels, vloog het schip in brand en was niet meer te redden. Alle bemanning ging verder aan boord van de Eendracht, die koers zette naar de zuidpunt van Zuid-Amerika. De veronderstelling van Le Maire bleek juist: de zuidelijke kant van de Straat van Magellaan was een eiland, waar je dus nog zuidelijker omheen kon varen. Op 29 januari 1616 rondden ze de meest zuidelijke punt van Zuid-Amerika. De expeditieleiders noemden deze plek Kaap Hoorn, naar de West-Friese stad.
 
De vreugde aan boord was groot. Nu moesten ze alleen nog Zuidland vinden. Al sinds de Oudheid werd gespeculeerd over de rijkdommen van dat continent en zijn exotische bewoners. Maar hoe goed de expeditie ook zocht, ze vonden het onbekende continent niet, alleen wat eilanden. De bemanning kreeg ondertussen te kampen met scheurbuik.
Het zorgde voor oplopende spanning aan boord. Le Maire wilde verder in westelijke richting, in de hoop dat Zuidland met alle bijbehorende schatten alsnog zou opdoemen. Schouten wilde de koers naar het noordwesten verleggen, naar Nieuw-Guinea. Eindeloos ronddolen op zee zonder de zekerheid van land was in zijn ogen zelfmoord.

De meer ervaren Schouten won het pleit. De Eendracht voer langs Nieuw-Guinea en bereikte in het voorjaar van 1616 de Molukken. Le Maire en Schouten werden daar ‘magnifiquelijk’ ontvangen door gouverneur Laurens Reaal. De Australische Compagnie kreeg wel een verbod opgelegd om handel te drijven in deze door de VOC beheerste streken. Bovendien verliet een deel van de bemanning de Eendracht om in dienst te treden van de VOC. Maar alles verliep in een vriendschappelijke sfeer.
 

Conflict om plagiaat

Hoe anders ging het kort na aankomst in Jakarta – toen nog niet omgedoopt tot Batavia. De nieuwe gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen kwam ook uit Hoorn, maar dat maakte hem er niet soepeler op. Hij voerde de orders van de leiding van de VOC uit en nam de Eendracht in beslag. Dat was het einde van de expeditie. Schouten en Le Maire werden met de eerstvolgende retourvloot teruggestuurd naar Nederland. Jacob le Maire overleed onderweg van Indië naar Holland. De resterende bemanningsleden gingen voor de VOC werken, net als Schouten na zijn terugkeer in Nederland.
 
Isaac le Maire zocht genoegdoening. Hij was woedend dat uitgever Willem Janszoon Blaeu al snel een boek uitgaf over de ontdekking van Kaap Hoorn door Willem Corneliszoon Schouten. Het hele verhaal was gebaseerd op de aantekeningen van zijn bloedeigen zoon Jacob, die ook nog eens helemaal uit het verhaal was geschrapt. Hier probeerden de VOC en aanverwanten de oude heer Le Maire midscheeps te raken.
 

Jacob le Maire overleed onderweg naar Holland

In 1622 kreeg Le Maire het verslag van zijn zoon na een rechtszaak weer in handen. Dat leidde tot de uitgave van het boek Spieghel der Australische navigatie, door den wyt vermaerden ende cloeckmoedighen zee-helt Iacob le Maire. Zoon Jacob werd met het nodige eerbetoon vermeld in de titel en kreeg een portret op de titelpagina, maar Isaac le Maire was nog altijd ziedend. In zijn voorwoord bij het boek trok hij van leer tegen Blaeu. Die had hem met zijn publicatie van een paar jaar eerder beroofd van eer, reputatie en profijt. Schouten was onterecht afgeschilderd als bedenker van de reis en auteur van het reisjournaal.

Le Maire kreeg ook een schadevergoeding door de VOC toegewezen. Het bleek uiteindelijk een tussenstap. Het juridisch steekspel tussen Le Maire en de VOC zou nog twee decennia voortduren en uiteindelijk door de Staten-Generaal in het voordeel van de VOC worden beslecht. Le Maire was toen al lang overleden. Hij stierf in 1624, ongetwijfeld vol wrok over wat hem was aangedaan.
 
Paul van der Steen is historicus en journalist.
 
Meer weten
Voorbij het eind van de wereld. De ontdekkingsreis van Jacob le Maire en Willem Cornelisz. Schouten, 1615-1617 (2015) van Willem Anton Engelbrecht, Pieter Johannes van Herwerden en Sjoerd de Meer.
Atlas van Kaap Hoorn. Kaartbeeld van zuidelijk Zuid-Amerika 1500-1725 (2016) van Pieter Kroon (red.).
Magalhães’ reis om de wereld. Verslag van een ooggetuige (2001) van Antonio Pigafetta.
 
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 3 - 2016