Home Jacques Specx (1585-1652)

Jacques Specx (1585-1652)

  • Gepubliceerd op: 25 oktober 2017
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Arjan Poelwijk
Jacques Specx (1585-1652)

Zijn financiële overzichten zijn een ramp en hij gedraagt zich opzichtig als een koning. Toch maakt Jacques Specx in de zeventiende eeuw een bliksemcarrière bij de VOC. Hij blinkt vooral uit in de handelscontacten met Japan.

Historisch Nieuwsblad organiseert in mei 2018 een spectaculaire reis naar het Japan van de VOC. Bekijk het volledige reisprogramma.

‘Laten we onze landen nader tot elkaar laten komen en onze vriendschap verder verdiepen.’ Dat schrijft shogun Tokugawa Ieyasu op 24 augustus 1609 in een brief aan stadhouder prins Maurits. Maurits had hem eerbiedig als ‘keizer van Japan’ aangeschreven met het verzoek Japanse havens open te stellen voor Nederlandse handelsschepen om de betrekkingen tussen beide landen te versterken.

De brief van Maurits – die voor het gemak ‘de koning van Holland’ wordt genoemd – is aan de shogun overhandigd door de Rotterdamse opperkoopmannen Nicolaas Puyck en Abraham van den Broek. Ze vertegenwoordigen de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), die in 1602 is opgericht ter bevordering van de handel op de Oost. Op 1 juli 1609 zijn ze met de VOC-schepen Griffioen en Rode Leeuw met Pijlen aangekomen in de kleine havenplaats Hirado, gelegen op Kyushu, het zuidelijkste eiland van Japan.
 

Bloeiende handel

Het verdrag dat ze met de shogun sluiten legt de basis voor een bloeiende en langdurige handelsconnectie. Vanaf 1642 tot halverwege de negentiende eeuw heeft Nederland zelfs het monopolie op de handel met Japan. De eerste jaren van het contact speelt VOC-opperkoopman Jacques Specx een belangrijke rol.

Tekst loopt door onder afbeelding 
Drie jaar lang is Jacques Specx waarnemend gouverneur-generaal in Batavia

Over de jeugd van Jacques Specx is niet veel bekend. Waarschijnlijk is hij geboren in 1588. In elk geval wordt hij als eenjarige op 1 oktober 1589 in Dordrecht gedoopt. Zijn ouders, Jan Specx en Barbara de Decquere, komen uit de Zuidelijke Nederlanden, waarschijnlijk uit Mechelen. Zij zullen, zoals zoveel Zuid-Nederlanders, in de jaren rond de verovering van de stad Antwerpen door de Spanjaarden in 1585 naar het noorden zijn getrokken.

Op 22 december 1607 vertrekt Jacques, dan ongeveer 20 jaar oud, als onderkoopman (‘tweede commies’) met de vloot onder leiding van Pieter Willemsz Verhoeff naar Indië. Dat is niet helemaal onbekend terrein voor hem. In 1601 is zijn broer Cornelis al met de vloot van Van Spilbergen naar Indië gevaren en er achtergebleven.
 

Specx brengt als eerste Nederlander een officieel bezoek aan de Japanse shogun

Specx brengt eerst enige tijd door in het sultanaat Johore, in het zuiden van het huidige Maleisië. Maar al snel reist hij door naar Japan, waar hij de eerste opperkoopman van de Nederlandse handelspost in Hirado wordt. In 1611 brengt hij als eerste Nederlander een officieel bezoek aan de Japanse shogun Tokugawa Ieyasu. Dat vormt het begin van een lange traditie van jaarlijkse hofreizen naar de Japanse machthebber. Specx is daarmee de wegbereider van de relatie van de VOC met Japan, een strategisch heel belangrijke handelspartner. Ook knoopt hij handelsrelaties met China aan.
 

Financiële verantwoording

In 1621 roepen de VOC-bestuurders in Batavia hem naar deze nieuwe ‘hoofdstad’ van de Compagnie. Ze willen Specx aan de tand voelen over de financiële verantwoording van zijn handelsactiviteiten. Maar zijn boekhouding blijkt zo onvolledig en ingewikkeld dat het hem niet lukt om een deugdelijke rekening voor de bestuurders van de VOC op te maken. Meteen doen geruchten de ronde dat het gebrekkige overzicht moet verhullen dat Specx zichzelf flink heeft verrijkt in Japan. Maar concrete aanwijzingen daarvoor ontbreken.

Specx is duidelijk geen boekhouder, maar de VOC vindt zijn ervaring met de handel op Japan en China belangrijker. De bestuurders in Batavia vragen Specx zelfs om zitting te nemen in de Raad van Indië, samen met de gouverneur-generaal de hoogste bestuurders van de VOC in de regio. Ze zijn overtuigd geraakt van ‘sijn deuchdelijck comportement, ervarentheyt en suffisantie (als in soo een raetspersoon vereyscht wordt)’.
 
Begin 1627 reist Specx terug naar de Republiek. Hij doet dat op herhaald verzoek van de Heren Zeventien. Wellicht dat ook het belangrijkste bestuurscollege van de VOC hem wil aanspreken op zijn rommelige en lastig te controleren manier van handeldrijven in Japan. Maar veel meer nog hebben de Heren Zeventien behoefte aan gedegen informatie over de handelsmogelijkheden met Japan en China. Specx’ ervaringen met deze gebieden kunnen zij dan ook goed gebruiken.
 

Nieuwe benoemingen

Waarschijnlijk zijn de Heren Zeventien tevreden over de gesprekken met Specx, want op 25 oktober 1628 benoemen ze hem tot ordinaris Raad van Indië – weer een stapje hoger in de hiërarchie. Dat betekent dat hij opnieuw onder zeil moet. Als vlootvoogd begint Specx op 17 februari van het volgende jaar aan een nieuwe tocht naar Batavia, samen met zijn kersverse echtgenote Maria Buys. Met haar is Jacques in oktober 1628 in de Haagse Kloosterkerk in het huwelijk getreden.

Maria is een kleindochter van de jurist en landsadvocaat Paulus Buys, de rechterhand van Willem van Oranje. Behalve een hofstede aan het Voorhout in Den Haag levert dit huwelijk Specx flink wat goodwill op bij de VOC-bestuurders. De Heren Zeventien willen namelijk graag dat meer Nederlandse vrouwen van goede komaf zich in Indië vestigen.

Bij zijn aankomst in Batavia is de stad in rep en roer. Niet alleen omdat de sultan van Mataram met een leger van 10.000 manschappen Batavia belegert, maar ook omdat twee dagen eerder de zittende gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen is overleden. De Raad van Indië aarzelt niet en benoemt Jacques Specx direct na de begrafenis tot waarnemend gouverneur-generaal, ongetwijfeld met de bedoeling om deze tijdelijke aanstelling binnen niet al te lange tijd om te zetten in een definitieve benoeming.

Tekst loopt door onder afbeelding

Het plakkaat waarmee Specx het eiland Sint-Helena namens de Staten-Generaal op 15 april 1633 in bezit neemt
 

Een veroordeling

Maar daar zou het niet van komen. En dat heeft te maken met een rel over Saartje, de dochter van Jacques uit een buitenechtelijke relatie met een Japanse vrouw. Terwijl haar vader in de Republiek verblijft, verkeert Saartje onder de hoede van gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen. Maar in zijn huis wordt de dan 12-jarige Saartje begin 1629 betrapt in een compromitterende omhelzing met Pieter Cortenhoeff, de vaandrig van de kasteelwacht, die 18 jaar oud is. Coen is woest over deze schending van zedelijkheid en spant een juridische procedure aan. Hij dringt er bij de Raad van Justitie te Batavia op aan om strenge straffen op te leggen aan Saartje en Pieter.

En daarin wordt Coen niet teleurgesteld. Saartje wordt veroordeeld tot geseling en Cortenhoeff wordt zelfs onthoofd. Hij krijgt die zwaarste straf, omdat het feit dat hij het huis van de hoogste VOC-bestuurder in Indië is binnengedrongen wordt beschouwd als majesteitsschennis. Jacques Specx is des duivels over deze vonnissen en richt zijn woede volledig op de leden van de Raad van Justitie. Hij weigert samen met hen het avondmaal in de kerk te gebruiken en dwingt de Bataviase kerkenraad om hen daarvan uit te sluiten – in die door en door gelovige samenleving een zware straf. Hij plaatst hiermee alle Raden van Justitie buiten de maatschappij.
 

Zijn dochter Saartje wordt gegeseld, haar vriendje onthoofd

Hoewel dat niet openlijk wordt vermeld, is het zeer aannemelijk dat deze spijkerharde opstelling van Specx voor de Heren Zeventien reden is hem niet tot gouverneur-generaal te benoemen. Daarnaast stuiten Specx’ uitgavepatroon en zijn gebrekkige optreden tegen particuliere handel het VOC-bestuur tegen de borst. Ook het feit dat hij zich als ‘koning van Indië’ in een karos laat rondrijden kan niet op goedkeuring rekenen.
 

Specx’ tijd als waarnemend gouverneur-generaal

In de drie jaar als waarnemend gouverneur-generaal heeft Specx vooral geprobeerd Batavia verder te ontwikkelen. Hij laat de schade repareren die de stad tijdens de recente belegering heeft opgelopen. Vervolgens breidt hij de stad en het kasteel flink uit. Bovendien laat hij een brede stadsgracht graven en wordt op zijn instigatie een heel nieuw stadsdeel aangelegd, de zogeheten oosterstad. En zijn vrouw Maria legt op 30 mei 1632 de eerste steen van de nieuwe kerk van Batavia, ter vervanging van de oude die het beleg niet heeft overleefd.

Daarnaast draagt Specx de Chinese inwoners van Batavia een warm hart toe. Hij ziet in dat ze een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de stad en ze kunnen dan ook op zijn bescherming rekenen. En dat blijft niet onopgemerkt. In 1632, bij Specx’ aftreden als waarnemend gouverneur-generaal, krijgt hij van de Chinezen van Batavia als teken van waardering een gouden gedenkpenning, met daarin een plattegrond van de stad gegraveerd.
 
In september 1632 moet Specx zijn functie neerleggen en overdragen aan Hendrik Brouwer, de nieuwe hoogste man in Indië. In de eerste dagen van december vaart Specx als commandeur van de retourvloot met zijn gezin terug naar de Republiek. Daar komt hij in juli 1633 aan. En passant neemt hij onderweg het eiland Sint-Helena in bezit uit naam van de Staten-Generaal.

De Heren Zeventien zijn uiteindelijk toch niet ontevreden over Specx. Hij krijgt hetzelfde loon toegekend als gouverneur-generaal Coen in zijn tweede ambtstermijn: het geweldige bedrag van 1200 gulden per maand! Daarbovenop ontvangt hij nog 1000 rijksdaalders als een soort bonus.
 

Amsterdam

Wat Jacques Specx daarna heeft gedaan, is niet duidelijk. Hij zal in Amsterdam zijn gaan wonen, waarschijnlijk in het pand aan de Keizersgracht dat hij in 1640 koopt. Zijn zoon Johannes wordt in 1635 in de Oude Kerk gedoopt. Vlak na de geboorte van een dochter sterft zijn vrouw Maria; zij wordt begraven in de Westerkerk.

Op 2 mei 1638 vinden we zijn naam terug in een ondertrouwregister in Den Haag, voor zijn tweede huwelijk met Magdalena Doublet. Jacques kiest opnieuw voor een vrouw uit de Haagse society, maar ze blijven in Amsterdam wonen. Het lijkt erop dat Jacques Specx in Amsterdam een vrij rustig leven leidt. Wel wordt hij in 1643 bewindhebber bij de kamer Amsterdam van de West-Indische Compagnie. Vanwege zijn internationale ervaring zal hij daar met open armen zijn ontvangen. Regelmatig schuift hij er aan bij de vergaderingen. In 1651 bedankt hij voor de functie van bewindhebber, vanwege zijn slechte gezondheid. Het jaar daarop overlijdt hij: op 22 juli 1652 wordt zijn lichaam bijgezet in de Westerkerk.
 

In de nalatenschap van Specx zitten zelfs vijf Rembrandts

Uit de boedelbeschrijving die na het overlijden van Jacques Specx is opgemaakt, blijkt dat hij het niet-geringe inkomen dat hij in zijn ruim 25-jarige loopbaan bij de VOC bij elkaar heeft verdiend goed heeft besteed. Hij laat een grote verzameling ‘Oost-Indische’ meubels, porselein, zilver- en goudwerk na. Maar het meest in het oog springend is zijn collectie van 81 schilderijen. En niet van de minste schilders: naast doeken van onder anderen Salomon van Ruysdael, Gerard Dou en Govert Flinck, hangen er aan de Keizersgracht vijf werken van de hand van Rembrandt van Rhijn. Een fraaie carrière: van commies tot kunstmagnaat.

Met dank aan Thomas Dresscher.
 
Arjan Poelwijk is historicus en werkt bij de afdeling Onderzoek & Presentatie van het Nationaal Archief.

 

Historisch Nieuwsblad organiseert in mei 2018 een spectaculaire reis naar het Japan van de VOC. Bekijk het volledige reisprogramma.

Meer lezen?

De gouverneurs-generaal in Nederlandsch-Indië in beeld en woord (1941) door F.W. Stapel.
Ambitie en onvermogen. Gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië 1610-1796 (2002) door Leo Putten.
Het huis ‘De Dubbele Arend’ (1973) door Willem Coolhaas.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 11 - 2017