Home Jaap Scholten over graf van dichter Gül Baba

Jaap Scholten over graf van dichter Gül Baba

  • Gepubliceerd op: 19 oktober 2015
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jaap Scholten
Jaap Scholten over graf van dichter Gül Baba

Midden in Boedapest staat een moslimbedevaartsoord,de tombe van dichter Gül Baba. Jaap Scholten bezocht deze heilige plaats, die een van de schaarse herinneringen aan de Ottomaanse overheersing vormt.

Er is een uithoek in Boedapest waar je je door de lage huizen en de steile straten met kasseien in Albanië waant. Met dat verschil dat het er naar mangalica ruikt, het geroosterde vlees van het inheemse, harige varken, dat hier als een delicatesse wordt beschouwd. Als je bij Margit utca 11 door de grote poort gaat, tref je een eethuis en kramen met bioproducten. Achter een daarvan leidt een bakstenen trap omhoog naar het meest noordelijk gelegen moslimbedevaartsoord ter wereld. 

De verhouding tussen Hongarije en de moslimwereld is door de eeuwen heen complex geweest. In de elfde eeuw liet koning Ladislaus I wetten aannemen om de in Hongarije levende moslimmannen – voornamelijk afkomstig uit Bulgarije – te dwingen zich aan te passen of te vertrekken. Ze moesten varkensvlees eten, konden alleen met Hongaarse meisjes trouwen en het vrijdaggebed was verboden. Moslimgemeenschappen werden verplicht christelijke kerken te bouwen en die bouw te financieren. 

Boven aan de geïmproviseerde trap ligt Gül Baba begraven. Binnen een omloop met reling en overdekt met een groen uitgeslagen koperen dak staat een achthoekig mausoleum: de türbe, het heiligdom van Gül Baba. De tombe en de grond eromheen zijn bezit van de Turkse regering. Gül Baba was dichter en adviseur van Süleyman de Prachtlievende, een van de belangrijkste Ottomaanse sultans. Op 21 augustus 1541 veroverde Süleyman Boeda. De bezetting van Midden-Hongarije was vooral van militair strategisch belang. Constantinopel, de hoofdstad van het immense Ottomaanse Rijk, moest een stevige verdedigingsbufferaan westelijke zijde hebben.

Honderdduizenden Hongaren werden afgevoerd als slaaf; velen ontsnapten naar onbezet Hongarije of vluchtten de bossen en moerassen in. Tachtigduizend islamitische immigranten, de meeste afkomstig uit Bosnië, namen hun plaats in. In de 145 jaar dat het gebied door de Ottomanen bezet was, zijn er 99 pasja’s (gouverneurs) van Boeda geweest. 

Constantinopel liet hoge functionarissen kort op een positie zitten om het aangaan van hechte lokale banden en corruptie tegen te gaan. Het geroos naar Hongarije, een bloem die tot dat moment in het land ontbroken had. Tenminste, dat is de mythe. Er staat een bronzen beeld van hem bij de ingang van de gedenkplaats: een vriendelijke bebaarde wijze in djellaba, zijn rechterhand op zijn hart, in zijn linkerhand een rol papyrus, een tulband om zijn hoofd met daarin – om het plaatje compleet te maken – een roos. 
 

In 1627 waren er nog 14 christelijke families over in Boeda

Gül Baba stierf op de dag dat Boeda op de Hongaren werd veroverd. Gezien zijn sterfdatum lijkt het mij aannemelijker dat hij in het gevecht stierf dan dat hij met rozen in de weer was. Nog in het jaar van zijn dood verklaarde Süleyman de Prachtlievende hem tot beschermheilige van de stad. Kort daarna werd de achthoekige türbe gebouwd. 

Toen de stad in 1686 door het leger van het Heilige Roomse Rijk werd bevrijd, werden de meeste moskeeën, minaretten en Turkse badhuizen met de grond gelijkgemaakt. De türbe van Gül Baba werd door de jezuïeten tot de Sint-Jozefskapel omgevormd en is daardoor bewaard gebleven als een van de schaarse tastbare herinneringen aan de Ottomaanse overheersing. 

Op initiatief van de overgrootvader van mijn echtgenote – van 1913 tot 1917 minister van Religie en Onderwijs in Hongarije – werd de islam als officiële godsdienst erkend. De türbe van Gül Baba werd hersteld en tot Hongaars nationaal monument uitgeroepen. Deze grootmoedige opstelling was niet enkel een uiting van zijn vooruitstrevende gedachtegoed, maar evenzeer een elegant gebaar dat paste bij de geopolitieke realiteit: de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie was in oorlog en had het Ottomaanse Rijk graag aan haar zijde. Of de roos misschien al voor 1541 in Hongarije bloeide doet dan weinig ter zake.
 

Jaap Scholten is schrijver. Zijn recentste boek is Horizon City (2014), over de geschiedenis van zijn Twentse fabrikantenfamilie. Hij woont met zijn half-Hongaarse echtgenote sinds 2003 in Boedapest en reist veel. In deze rubriek schrijft hij over bijzondere historische plaatsen die hij heeft bezocht of bezoekt, met het zwaartepunt op zijn nieuwe vaderland en Centraal- en Oost-Europa.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.