Home Investeren in oorlogstijd

Investeren in oorlogstijd

  • Gepubliceerd op: 2 juli 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Rob Hartmans

Productie groeide tijdens bezetting

Toen in 1945 in de Britse en Amerikaanse pers foto’s verschenen van Nederlandse meisjes die samen met geallieerde militairen de bevrijding vierden, was dit aanleiding tot kritische vragen. De meisjes zagen er namelijk volstrekt gezond en doorvoed uit. Hoe was dat mogelijk? Nederland was toch door de nazi’s leeggeplunderd en verwoest? De mensen leden toch honger? Was het daar in Nederland wel zo erg?

De Nederlandse overheid schrok hier behoorlijk van en ging er streng op toezien welke beelden voor publicatie werden vrijgegeven. Nog in 1948 achtte de minister van Economische Zaken het noodzakelijk bepaalde macro-economische gegevens geheim te houden, omdat daaruit bleek dat de economische ontwikkeling van Nederland helemaal niet zo ongunstig was. Publicatie van deze cijfers zou de Marshallhulp in gevaar kunnen brengen.

Dat de Duitse bezetting vreselijk was zal niemand willen ontkennen, en dat de regeringen van Nederland en andere West-Europese landen onmiddellijk na de oorlog geneigd waren het leed en de economische schade te overdrijven was begrijpelijk. Maar 67 jaar na het einde van de oorlog wordt het tijd om met meer distantie en objectiviteit te kijken.

Vandaar dat Hein Klemann, hoogleraar economische geschiedenis aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, en Sergei Kudryashov, onderzoeker aan het Duits Historisch Instituut in Moskou, onderzoek hebben gedaan naar de economische ontwikkelingen in de landen die tussen 1939 en 1945 door de Duitsers waren bezet. Hoewel het beschikbare cijfermateriaal zeer onvolledig en meestal bijzonder moeilijk vergelijkbaar was, komen zij met een schat aan gegevens op basis waarvan ons beeld van de Tweede Wereldoorlog moet worden bijgesteld.

De Duitse bezetting zag er niet overal hetzelfde uit. Grofweg is er een scheiding te maken tussen landen die voornamelijk werden leeggeplunderd en waar de inwoners als slaven werden behandeld, en landen waar het productieapparaat intact werd gelaten, om vervolgens de opbrengst af te romen. Tot de eerste groep behoorden de landen in Oost- en Zuidoost-Europa, tot de tweede groep de bezette West-Europese landen. Hoewel de rassenpolitiek van de nazi’s zeker een rol speelde, was het vooral het verschil in economisch ontwikkelingspeil dat de doorslag gaf.

De gevolgen van dit verschil in bezettingspolitiek waren immens. In West-Europa had Frankrijk het meest te leiden onder de Duitse bezetting, aangezien de bevolking daar kromp en ook de productiecapaciteit kleiner werd. In Noorwegen, België en Nederland daarentegen was niet alleen de oorlogsschade geringer – en vergeleken met Oost-Europa zelfs futiel –, maar bleef ook tijdens de bezetting de bevolking groeien en nam de productiecapaciteit toe. Er werd in deze landen dan ook flink geïnvesteerd, al kwam de opbrengst in belangrijke mate ten goede aan de Duitse oorlogsinspanning.

Na mei 1945 kon de productiecapaciteit weer worden ingezet ten behoeve van de eigen bevolking. De problemen waarmee de West-Europese landen kampten waren vooral van financiële, monetaire en organisatorische aard, waardoor de koopkracht enkele jaren gering was. De Marshallhulp vormde in dit opzicht een welkom steuntje in de rug, maar ook zonder die hulp waren deze economieën er weer bovenop gekomen.

In Oost-Europa daarentegen was de situatie dramatisch. In Polen en de Sovjet-Unie was de bevolking met respectievelijk 24 en 22 procent gekrompen, terwijl tussen de 25 en 30 procent van de kapitaalgoederen was verwoest. Terwijl de West-Europese regeringen becijferden dat hun schade ongeveer drie of vier keer het bruto nationaal product van het laatste vredesjaar bedroeg – cijfers die hoogstwaarschijnlijk zwaar overdreven waren –, bedroeg de schade in de Sovjet-Unie minstens twintig keer het vooroorlogse bnp. Volgens Klemann en Kudryashov zou het ook onder gunstige omstandigheden heel lang hebben geduurd voordat Oost-Europa zich zou hebben hersteld.

Hein Klemann en Sergei Kudryashov
Occupied Economies. An Economic History of Nazi-Occupied Europe, 1939-1945
Berg Publishers, € 24,99

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.