Home IN BEELD: De val van een despoot

IN BEELD: De val van een despoot

  • Gepubliceerd op: 26 september 2012
  • Laatste update 22 mei 2023
  • Auteur:
    Annemarie Lavèn
  • 2 minuten leestijd

Standbeelden zijn symbolen van macht en blijvendheid. Hoe narcistischer een dictator, des te groter het standbeeld. Ze zijn voor de eeuwigheid opgericht, maar blijken verbazingwekkend snel te kunnen verdwijnen. Hoe de groten der aarden van hun voetstuk tuimelen.

Als iconen van standvastigheid en macht kijken in brons gevatte heersers uit over het volk. Het liefst op een plek die hun grandeur onderstreept, zoals een centraal plein of een prominent gebouw. Het klassieke ruiterbeeld met zijn fiere, energieke pose is favoriet, ook bij bureaudictators die zelden een paardenrug hebben bereden.

Dictatoriale standbeelden moeten het niet hebben van hun esthetische kwaliteiten. Ze zijn opgericht om het volk bewust te maken van de geldende verhoudingen. Macht versus onderdanigheid, onsterfelijkheid versus tijdelijkheid. Ze lijken voor de eeuwigheid gemaakt, net als de beeltenissen van de oude Egyptische koningen.

Maar het evenwicht tussen aanbidding en vergruizing is wankel. Al lijkt de massa nog zo gedwee en onverschillig, wanneer volkswoede tot uitbarsting komt is het standbeeld het eerste dat door de razende menigte wordt aangevlogen. Net zo symbolisch als de oprichting is de vernietiging. Het voor massabijeenkomsten ontworpen plein met het metershoge standbeeld blijkt dan ideaal terrein om voor het oog van de wereld af te rekenen met een gehate tiran.

Soms gebeurt dat in chaos, zoals de val van Stalin in het Hongarije van 1956, soms voorbereid, zoals de ondergang van Saddam Hoessein in 2004, toen Amerikaanse mariniers zijn bronzen hoofd met de Amerikaanse vlag omwikkelden voordat ze hem van zijn voetstuk trokken. 

Al gaat de ontmanteling vaak gepaard met gevoel voor drama, niet zelden worden de groten der aarde geruisloos geloosd. Na de val van het communisme in 1989 werden alle besmette standbeelden van Boedapest naar een buitenwijk afgevoerd, waar ze een plek kregen in een museum. Vernietiging van een beeld wist niet de herinnering uit, al worden daar nog wel pogingen toe gedaan. Zoals in Venezuela, waar Chavez de destructie van de beeltenissen van Columbus toejuicht.

In ons land gaat het moderne iconoclasme niet zo ver. Wij zitten hoogstens met een oude held in ons maag. Mocht Jan Pietersz. Coen zijn sokkel houden, of was de tijd rijp om de reis naar een museum te maken?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.