‘In 1943 wordt de sfeer in Nederland grimmiger,’ zegt historicus en Historisch Nieuwsblad-redacteur dr. Bas Kromhout. Op maandag 7 mei 2018 vertelt Kromhout tijdens de Collegedag Tweede Wereldoorlog in het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid over het Nederlandse verzet in het kanteljaar 1943. ‘Zowel bij de Duitsers als bij het verzet zie je een radicalisering.’
Waarover Kromhout zeker zal vertellen, zijn de liquidaties van een aantal hoge NSB’ers door de linkse verzetsgroep CS-6 in februari 1943. ‘Hierdoor ontstaat er onder collaborateurs een angstgolf, waardoor Mussert ter bescherming van zijn achterban de Landwacht opricht. Deze komt in 1944 onder bevel van de SS te staan.’ De Landwacht bewaakt in eerste instantie hoge NSB’ers en openbare gebouwen, maar gaat al gauw over tot huiszoekingen, martelingen en executies.
‘De liquidaties door CS-6 lokken nog een reactie uit,’ vertelt Kromhout. ‘Er ontstaat een nieuw soort vergeldingen, beter bekend als de Silbertanne-moorden. Deze gaan volgens het principe dat als er ergens een NSB’er wordt geliquideerd, er in de omgeving drie mensen worden uitgekozen van een lijst met namen die door de Duitsers als “onbetrouwbaar” zijn aangemerkt. Deze mensen worden thuis opgehaald en vermoord. Nederlandse en Duitse leden van de SS voeren deze moorden uit. Om meer angst in te boezemen, doen zij dit niet in uniform, maar in burger.’
Geweldsspiraal
Dit is slechts één voorbeeld van de geweldsspiraal die in 1943 ontstaat, aldus Kromhout. ‘De spanningen nemen toe in het land. In 1943 keren de oorlogskansen voor de Duitsers. Ze verliezen de Slag bij Stalingrad en moeten zich terugtrekken uit Noord-Afrika.’ Naarmate het militair slechter gaat voor de nazi’s, komt het regime in de bezette gebieden meer in het teken van de oorlog te staan. ‘Elke tegenstand wordt hardhandig de kop ingedrukt: de handschoenen gaan uit.’
De sfeer wordt dus grimmiger en de Duitsers worden harder. Dit zorgt ook voor een radicalisering in het verzet. ‘De April/mei-stakingen en het onderduiken van zo’n driehonderdduizend jonge mannen naar aanleiding van de Arbeitseinsatz zijn hier voorbeelden van,’ zegt Kromhout. ‘Je merkt ook dat de wittebroodsweken van het verzet voorbij zijn. De organisatie wordt professioneler, er worden minder fouten gemaakt en er ontstaan knokploegen.’ Niet alleen bij de Duitsers gaan de handschoenen uit.