Home Dossiers Rusland Horen Rusland en Oekraïne bij elkaar?

Horen Rusland en Oekraïne bij elkaar?

  • Gepubliceerd op: 25 november 2021
  • Laatste update 17 mei 2023
  • Auteur:
    Maurice Blessing
  • 11 minuten leestijd
Kiev Roes
Cover van
Dossier Rusland Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Ontstond het huidige Rusland duizend jaar geleden rond Kiev? En hoort dat Oekraïense gebied dus eigenlijk bij Rusland? Daarover verschillen de Russen en de Oekraïners nog steeds heftig van mening.

Aan de rand van de drukke havenstad Sebastopol, op de onlangs door Rusland geannexeerde Krim, bevindt zich een verlaten heuvel vol kniehoge ruïnes. Op deze betoverende locatie aan de Zwarte Zee lag ooit de Grieks-Byzantijnse nederzetting Chersonesos.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Wie hier goed zoekt, kan misschien de overblijfselen vinden van het bassin dat een doorslaggevende rol zou hebben gespeeld in de geschiedenis van de Oost-Slavische volkeren, waaronder de huidige Russen en Oekraïners. Hier zou namelijk prins Vladimir (volgens de Russische schrijfwijze) of Volodymyr (volgens de Oekraïense) de Grote tot christen zijn gedoopt. Dat gebeurde in het jaar 988 en vormde de aanzet tot de kerstening en snelle opkomst van het machtige middeleeuwse handelsrijk van ‘het Kievse Roes’.

De Russen beschouwen dit rijk vandaag de dag als de onvervreemdbare kiem van de Russische staat, en de ‘heilige’  Vladimir als patriarch van de natie. Tegelijkertijd beschouwen de Oekraïners het rijk van de Roes met al even rotsvaste overtuiging als vroege manifestatie van hún nationale staat en Vladimir als hún nationale heilige.

Wat speelde zich hier zo’n duizend jaar geleden af? Wat had Vladimir/Volodymyr op de Krim te zoeken? Waarom moest hij zich zo nodig tot het christendom bekeren? En misschien wel de belangrijkste vraag in de huidige omstandigheden: was hij Rus of Oekraïner?

‘Roes’

Om op die laatste vraag maar het veiligste antwoord te geven: hij was afkomstig uit Kiev. Dat was toen nog een relatief kleine, versterkte handelsplaats aan de Dnjepr. Vanaf de negende eeuw vormde deze rivier de zuidelijke etappe van de belangrijkste handelsroute tussen de Baltische Zee en het schathemelrijke Constantinopel. Op deze druk bevaren rivier tussen Oost en West kwamen uiteraard niet alleen vreedzame handelaren af, maar ook van testosteron bulkende fortuinzoekers die uit waren op te koloniseren land en gemakkelijke buit. Zo zakte in 860 een groep Scandinaviërs de Dnjepr af die vervolgens vreselijk huishielden in Constantinopel.

De lokale Byzantijnse bevolking noemde deze noordelijke plunderaars ‘Rosiya’ of ‘Roes’. Niemand weet waar het woord oorspronkelijk naar verwees of waar het precies vandaan kwam. Wat vaststaat is dat de naam de Byzantijnen grote angst inboezemde en dat die na verloop van tijd werd gebruikt om het gebied en het volk aan te duiden dat onder gezag stond van de heersers van Kiev.

Waarschijnlijk is Kiev ergens halverwege de negende eeuw veroverd door een groep Scandinavische kolonisten, die zich geleidelijk met de lokale bevolkingsgroepen is gaan mengen. Deze ‘oersoep’  van Scandinavische veroveraars en lokale Oost-Slavische stammen kwam gaandeweg bekend te staan als ‘het volk van de Roes’ of domweg ‘Roes’.

Onze Vladimir/Volodymyr kwam in 980 aan het hoofd te staan van de gevreesde Roes, nadat hij zijn oudste broer Iaropolk van de Kievse troon had gestoten en hem daarop voor alle zekerheid ter dood had laten brengen. Die voorzorgsmaatregel was minder cru dan het op het eerste gezicht lijkt, want ook Iaropolk had enkele jaren eerder een broer omgebracht toen deze blijk had gegeven van een ongezonde dosis ambitie. In de Kievse machtspolitiek was broedermoord een geaccepteerd onderdeel van de stoelendans rond de troon.

Nu de directe concurrentie uit de weg was geruimd, kon Vladimir zich concentreren op de verdere uitbreiding van het grondgebied van Roes. Zijn directe voorgangers hadden ervan gedroomd de gehele handelsroute van de Baltische Zee tot Constantinopel te beheersen, maar waren daar slechts ten dele in geslaagd. Het belangrijkste probleem waarop zij waren gestuit was dat elke nieuwe toevoeging aan het rijk nieuwe problemen met zich meebracht: de vreemde stammen en lokale elites lieten zich knechting door de Roes niet welgevallen.
Grof geweld en afkoping van stamhoofden boden slechts op korte termijn soelaas. Het Kievse Roes had daarom dringend behoefte aan een verenigende identiteit en ideologie, zoals het multi-etnische Byzantijnse keizerrijk die had in de vorm van het orthodoxe christendom en de klassiek-Griekse schrijftaal.

De Dnjepr was aantrekkelijk voor van testosteron bulkende fortuinzoekers

Christendom

Vladimir startte zijn regeerperiode door nieuwe gebieden ver ten noorden en westen van Kiev te onderwerpen. In de traditie wordt dit verwoord als ‘het verzamelen van de landen van Roes’. In zes gebieden zette hij zijn eigen zonen op de troon. Die waren hem opmerkelijk trouw, zodat Roes een periode van ongekende stabiliteit tegemoet ging onder de heerschappij van de ‘grootvorst’ van Kiev en zijn zes ‘prinsen’.

Om de fragiele samenhang van zijn rijk te bestendigen, ontwikkelde Vladimir al vroeg in zijn regeerperiode een eigen, officiële godsdienst voor het land van de Roes. Daarvoor maakte hij een selecte keuze uit de bonte hoeveelheid bestaande Slavische goden en godheidjes. Die bracht hij onder in een strikte hiërarchie. Aan het hoofd kwam Peroen te staan: de donder- en oorlogsgod, die in Kiev al sinds mensenheugenis de belangrijkste cultus vormde.

Uiteindelijk koos Vladimir toch voor het christendom. Hoe zijn bekering precies is verlopen, is niet bekend. Wel weten we dat er een vrouw in het spel was. Dat zit zo. In het jaar 987 had de Byzantijnse keizer Basileios II ‘de Bulgarendoder’ het aan de stok gekregen met maar liefst twee troonpretendenten. Basileios II achtte de situatie dermate nijpend dat hij bij Vladimir aanklopte voor militaire hulp. Die wilde best zijn troepen richting Constantinopel sturen, maar voor niets ging alleen de zon op. Daarom eiste hij als tegenprestatie de hand van Anna, de zuster van de keizer.

Dat lijkt een onschuldig en gemakkelijk in te willigen verzoek, maar vanuit het gezichtspunt van de Byzantijnse keizer was het dat geenszins. Dat Anna zelf weinig enthousiasme kon opbrengen voor het verrassende aanzoek van de noordelijke grootvorst, speelde uiteraard geen enkele rol. Pas werkelijk problematisch was het pijnlijke feit dat de Kievse grootvorst vanuit Grieks-Byzantijns perspectief ontegenzeggelijk tot de klasse der ‘barbaren’  behoorde. Volgens de wetten van het rijk mocht Anna daarom helemaal niet aan Vladimir worden uitgehuwelijkt.

Toch lijkt Basileios II de ambitieuze grootvorst van Kiev op z’n minst een vage toezegging te hebben gedaan. Die stuurde namelijk 6000 van zijn beste krijgers om de keizer in nood bij te staan. Een dynastieke crisis in Constantinopel kon daarmee voorlopig worden afgewend. Wat het toegezegde huwelijk tussen Anna en zijn grote redder Vladimir betreft deed de keizer echter of zijn neus bloedde. Totdat Vladimir in 988 uit pure frustratie zijn troepen naar de Krim stuurde, en daar de Byzantijnse bezitting Chersonesos onder de voet liep. Ook zou hij zich er hebben laten dopen – wat een duidelijke hint richting de christelijke keizer moet zijn geweest. Het gevolg was dat Basileios niet langer talmde en Anna naar Kiev zond. Daar arriveerde ze in het jaar 990 met een uitgebreid gevolg van geestelijken, lijfwachten en bediendes. Grootvorst Vladimir was naar verluidt euforisch. Naar Anna’s gemoedstoestand kunnen we slechts gissen.

Kiev

Dit was het begin van een soms uiterst moeizame, maar meestal vruchtbare samenwerking tussen het Byzantijnse Rijk en Roes. De Byzantijnse keizers zouden vanaf dat moment vaker gebruikmaken van hulptroepen uit Roes. De Byzantijnse invloed in Roes was daarentegen vooral van culturele aard. Vóór alles uiteraard op het religieuze vlak. Nog voor Anna’s aankomst in Kiev zou Vladimir zijn onderdanen hebben verordonneerd al hun godenbeelden in stukken te hakken of in de Dnjepr te kieperen, alvorens zich collectief in datzelfde water te laten dopen. Hoogstwaarschijnlijk was de transitie naar het christendom in werkelijkheid minder abrupt, en zijn de inwoners van Kiev die dag niet opgestaan als gepassioneerde aanbidders van Peroen om ’s avonds als brave christenen, na het prevelen van een weesgegroetje, het bed op te zoeken.

Doorgaans volgt het volk de religieuze bekering van politieke elites pas nadat het enkele generaties hardnekkig aan de oude tradities heeft vastgehouden. Zo schatten historici in dat het volk van Roes, zeker dat van de dunbevolkte en dichtbeboste noordoostelijke regio’s, pas na eeuwen diepgaand werd gekerstend. Het eenheidsrijk van ‘het Kievse Roes’ was toen al tot een schitterende herinnering vervaagd.

Aan de bekeringsvlijt van Vladimir en zijn opvolgers heeft het in elk geval niet gelegen. Gedurende de elfde en twaalfde eeuw, waarin Kiev met 40.000 inwoners tot de grootste en belangrijkste stad van Europa na Constantinopel uitgroeide, werd een overweldigende hoeveelheid kerken in het leefgebied van de Oost-Slavische volkeren opgetrokken. Die kerken werden naar Byzantijns voorbeeld gebouwd, maar in de overtreffende trap uitgevoerd.

Voor Oekraïners is Roes de middeleeuwse voorloper van hun moderne, vrije staat

Zo telde de eerste Kievse kathedraal maar liefst dertien koepels. En waar de Byzantijnen hun iconostasen of scheidingswanden traditioneel samenstelden uit drie rijen iconografieën, stapelden de Roes ze vijf tot wel acht rijen hoog. Samen met de overige exuberante kerken die in de elfde eeuw in Kiev werden gebouwd, vormde dit het startsein voor de ontwikkeling van de ‘typisch Russisch-orthodoxe’ bouwstijl van bonte, sprookjesachtige kerken in ‘oriëntaalse’ stijl.

Gaandeweg werd ook een duidelijke omslag merkbaar in het wereldbeeld en de publieke moraal van de Roes. Byzantijnse en inheemse geestelijken speelden daarin een niet te onderschatten rol. Zo was het opvallend dat twee zonen van Vladimir die na diens dood in 1015 door hun (half)broer Svjatopolk uit de weg werden geruimd als martelaren voor het christendom op het schild werden gehesen.

Onder eerdere generaties zou het bijzonder oneervol zijn geweest als zij zich niet met alle mogelijke middelen (en dan het bijzonder de gewelddadige) tegen hun lot hadden verzet. Maar deze zoons werden juist geprezen omdat ze geen vinger naar hun aanvallers zouden hebben uitgestoken. Volgens de kerk omdat de twee ‘kwaad niet met kwaad wilden bestrijden’. Zo werd de Oost-Slaven ingeprent dat lijdzaamheid en passief slachtofferschap ook deugdvol konden zijn, of dat misschien zelfs bij uitstek waren. Die conclusie moet de heersers van Roes als engelenzang in de oren hebben geklonken, omdat zij de wraak van hun eigen bevolking vreesden.

Dat de grootvorsten en prinsen van Roes hun onderdanen als potentieel bedreigend beschouwden, ligt redelijk voor de hand. De laatsten werden namelijk aan alle kanten door hen uitgeknepen. De prinsen en bojaren, de aristocratische landeigenaren, leefden op gepaste afstand van het volk dat het land bewoonde en bewerkte. Zowel het domein onder hun beheer als de bijbehorende bewoners meenden zij naar believen te kunnen exploiteren. De nieuwe kerk voegde zich naadloos in deze sociale ordening. Aan het eind van de twaalfde eeuw bevond zich onder de rijkste grondbezitters van Roes dan ook een flink aantal bisschoppen en kloosters. Hun macht en rijkdom zouden na de politieke versplintering van Roes, in de daaropvolgende eeuw, alleen nog maar toenemen.

De betrekkelijke eenheid die de orthodoxe kerk in de uiteenlopende regio’s van Roes had bewerkstelligd, bleek uiteindelijk onvoldoende om de eeuwig ruziënde prinsen en bojaren te pacificeren. Dat de kloosters de taak op zich namen om als arbiters bij prinselijke disputen te fungeren, bracht de kerk extra prestige en politieke invloed. Maar de uiteindelijk desintegratie van het rijk kon er niet mee worden voorkomen.

In Kiev was broedermoord een geaccepteerd onderdeel van de strijd om de macht

Ondergang Roes

De ondergang van Roes in 1240 is niet alleen te wijten aan de Mongools-Tataarse veroveraars. Ook al wordt de teloorgang van Roes traditiegetrouw toegeschreven aan deze ‘Mongoolse horden’. Zo werd Kiev al in 1169 geplunderd door prins Bogoliubskii van het noordelijke prinsdom Vladimir-Suzdal (1157–1175), die een verre nakomeling was van Vladimir de Grote.

Bogoliubskii wilde duidelijk in diens voetsporen treden, maar dan met Vladimir-Suzdal als machtsbasis. Daarom was het niet alleen noodzakelijk de christelijke machtssymbolen van Kiev te ontvreemden, maar het ook een slag toe te brengen die het niet snel meer te boven zou komen. ‘Niemand werd gespaard, christenen werden vermoord, vrouwen weggevoerd,’ lezen we in de bronnen. ‘De plunderaars namen talloze goederen mee, kerken werden ontdaan van hun iconen, boeken en waardigheidstekenen. Alles wat heilig was werd meegenomen.’
Onder de geroofde heiligdommen was ook de prachtige, in Constantinopel vervaardigde icoon van ‘de Heilige Maagd van Vyshhorod’ (een dorp bij Kiev), die tegenwoordig als ‘Onze Lieve Vrouwe van Vladimir’ in het Kremlin hangt. Voor veel Russen symboliseert deze icoon de veronderstelde continuïteit tussen ‘het Kievse Roes’ en ‘Rusland’. Dat laatste land ontstond uiteindelijk uit Moskovië, een van de opvolgers van het prinsdom Vladimir-Suzdal.

Moderne Oekraïners bestrijden deze statelijke bloedlijn fel. Voor hen is Roes de middeleeuwse voorloper van de moderne, vrije Oekraïense staat en niet van Rusland. Dat land zou op z’n hoogst teruggaan op Vladimir-Suzdal. Bovendien werkte Moskovië een paar eeuwen later nauw samen met de Mongolen, die het land enige tijd bezet hielden. Volgens sommige Oekraïense nationalisten zijn de Russen daarom niet eens echte Oost-Slaven, maar eerder verkapte Mongolen.

Voor de neutrale toeschouwer ligt het voor de hand Roes te beschouwen als zowel een vroege voorloper van het moderne Rusland als van de huidige Oekraïne. Maar vooral de Russen vinden dit vloeken in de kerk. Zoals de historicus Andrew Wilson jaren geleden al schreef: ‘Zolang “Roes” en “Rusland” door iedereen als synoniemen worden gebruikt, zullen moderne Russen telkens weer door een existentiële black-out getroffen worden zodra ze met de Oekraïense geschiedschrijving worden geconfronteerd.’

En zullen veel Russen het moeilijk blijven vinden een onafhankelijke Oekraïense staat te accepteren.

Meer weten:

  • Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne van Marc Jansen (2014).
  • Oost-Europa-kenner Karel Onwijn schreef in 2006 Oekraïne in de KIT-landenreeks en in 2012 verscheen van hem de informatieve reisgids Oekraïne in de Dominicus-reeks.
  • Wie dieper in het onderwerp wil duiken, kan terecht bij twee Engelstalige standaardwerken: het wat academisch getoonzette The Ukranians. Unexpected Nation (2009) van Andrew Wilson en het omvangrijke, maar zeer leesbare A History of Ukraine (2010) door Paul Robert Magocsi.