Een tweehonderd jaar oud graf van een Nederlander in Japan is onlangs gerestaureerd. Het wordt beschouwd als een belangrijk monument voor de Japans-Nederlandse betrekkingen.
Kakegawa is naar huidige Japanse maatstaven een gehucht, maar in de shogun-tijd lag het op een strategisch punt: aan de weg naar de hoofdstad Edo, het tegenwoordige Tokio. Aan die weg is een Nederlands graf te vinden uit de achttiende eeuw. Het is van Gijsbert Hemmij. In het Nederlands staat erop wie hij was: ‘Opperkoopman en Opperhoofd van den Japansen Handel.’ Hemmij was in Kakegawa ziek geworden, toen hij op weg was van Edo naar Deshima, een VOC-handelspost in West-Japan. Hij stierf er op 8 juni 1798.
Hij had een kleurrijk leven geleid. Toen hij de VOC diende in Palembang, werd hij van smokkel verdacht en daarom ontslagen. Later nam de VOC hem toch weer aan, om Deshima te leiden. Volgens de geruchten zou hij zich daar bezig hebben gehouden met illegale handel. Daarom werd over de oorzaak van zijn dood druk gespeculeerd: was hij gewoon ziek geworden, of was hij vergiftigd?
Toch hebben generaties Nederlandse diplomaten in Japan zich om het graf van Hemmij bekommerd. Zij beschouwden het als belangrijk erfgoed van de unieke Japans-Nederlandse betrekkingen. De Hollanders hadden immers meer dan 250 jaar (van 1600 tot 1853) vrijwel exclusief het recht gehad op handel in Japan. De Japanse shogun had alle andere buitenlanders de toegang tot het land verboden. En Japanners zelf mochten niet naar het buitenland.
Naast de Hollandse diplomaten regelden ook de boeddhistische priesters van de begraafplaats steeds weer onderhoudsgeld voor het graf. En recent zette de Dead Dutchmen Society zich ervoor in. Deze groep amateur- en gelegenheidshistorici zette de Nederlandse ambassade onder druk om geld en mankracht los te krijgen voor het graf.
Op 28 maart jongstleden werd het graf van Hemmij gerestaureerd opgeleverd in aanwezigheid van de huidige ambassadeur, de burgemeester van Kakegawa en Geoff Tudor, lid van de Dead Dutchmen Society. In dezelfde ceremonie werd het graf officieel aan een lijst monumenten toegevoegd. ‘Een kroon op alle inspanningen,’ zei de overgelukkige Brit Tudor.
Dit artikel is exclusief voor abonnees