Home Hoeveel mensen zaten er in Anne Frank-trein?

Hoeveel mensen zaten er in Anne Frank-trein?

  • Gepubliceerd op: 23 april 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Lucas Bruijn

Zijn exacte getallen van belang voor de geschiedschrijving? Zijn de bestaande databanken van Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog betrouwbaar? Is het ultieme monument, een wand of boek met alle namen van Joodse slachtoffers, mogelijk?

Ikzelf werk aan een privéonderzoek naar een aan het eind van de oorlog door het verzet geliquideerde, Joodse verrader. In dat kader heb ik uitgezocht wat er met enkele van zijn slachtoffers is gebeurd. Drie van hen zaten op het transport dat op 3 september 1944 Westerbork  verliet richting Auschwitz, en dat ook Anne Frank vervoerde. Eén werd bij aankomst vermoord, één stierf in Mauthausen en één, een vrouw, overleefde een werkkamp in Bohemen. Vervolgens wilde ik weten wat de overlevingskansen van personen op dat transport waren. Daartoe moest ik proberen vast te stellen, welke van de mensen op de transportlijst wel en welke niet tot de overlevenden behoorden. Een lastige klus, omdat veel informatie over de overlevenden nog onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens vallen.

Al gauw bleek dat de in de standaardwerken genoemde getallen niet kloppen. Jacques Presser schrijft in Ondergang dat er het bewuste transport ‘ruim 1000’ vervoerde, van wie er 127 de Shoah hebben overleefd. Dezelfde getallen worden genoemd in Willy Lindwers documentaire De laatste zeven maanden van Anne Frank  uit 1988. In het onlangs verschenen boek In Memoriam van Guus Luijters staat: ‘Van de 1019 mensen overleefden 45 mannen en 82 vrouwen.’

Uitgaande van hetzelfde aantal van 1019, kwam ikzelf echter op 217 overlevenden en 24 personen waarvan niet volkomen zeker is of zij wel of niet overleefden. Daarvan 76 mannen en 141 vrouwen. Toen ik navraag deed bij Gerard Rossing, documentalist van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, bleek hij bovendien te beschikken over een transportlijst met 1023 namen. Daarvan zijn 787 personen geregistreerd als overleden, terwijl 213 personen de oorlog hebben overleefd en bij 23 personen niet duidelijk is wat er met hen is gebeurd. De kans is vrij groot dat deze laatste groep ook heeft overleefd.

De bekende, maar onjuiste getallen zijn deels afkomstig uit het standaardwerk van Danuta Czech, Kalendarium der Ereignisse im Konzentrationslager Auschwitz – Birkenau 1939-1945 en deels uit een publicatie van het Nederlandse Rode Kruis uit 1953. Ook het Digitaal Joods Monument en het Slachtofferregister bevatten fouten. Zo ontdekte ik dat twee op de transportlijst van 3 september 1944 vermelde en als ‘overleden’ geregistreerde personen de Shoah hebben overleefd. Ook moesten enige namen aan de slachtofferlijsten worden toegevoegd.

Eén fout op de duizend is honderd fouten op de honderdduizend. Er zijn allerlei oorzaken voor vergissingen. Namen op de transportlijst zijn soms fout gespeld, of het zijn onderduiknamen in plaats van de ware namen. Vrouwen staan soms onder hun meisjesnaam vermeld en soms onder hun getrouwde naam. De op de lijst vermelde geboortedata kloppen niet altijd. Van de overlevenden emigreerden velen kort na de oorlog naar het buitenland.

Van Joden die voor de oorlog als vluchteling naar Nederland waren gekomen is moeilijk vast te stellen of zij vanuit de kampen terugkeerden naar hun geboorteland, of tot de vermoorden behoorden. Op kort na de oorlog gepubliceerde lijsten van overlevenden staan soms ook de personen vermeld die bij de bevrijding van een kamp levend werden aangetroffen, maar tijdens de terugtocht naar Nederland alsnog bezweken ten gevolge van de geleden ontberingen of ziekte.

Een overlevende die op de dag van zijn terugkeer in zijn woning in Amsterdam overleed, wordt op de Slachtofferlijst niet vermeld. Zijn vrouw en kinderen waren omgekomen. De man was geen ‘oorlogsslachtoffer’. Zeven personen die op 3 september 1944 ter hoogte van Zwolle uit de trein wisten te ontsnappen en overleefden, staan terecht niet op de Slachtofferlijst, maar zijn wel meegeteld bij de calculaties van Danuta Czech en het Rode Kruis.

De soms gesuggereerde precisie in het tellen van slachtoffers van de Shoah, zoals Luijters ‘17.964 kinderen’, is een fictie. Het onthouden van namen is onderdeel van de Joodse traditie: iemand leeft voort zolang hij herinnerd wordt, wat voor gelovigen van belang is in verband met de wederopstanding van de doden bij de komst van de Messias. Dat verklaart het streven van Joodse organisaties om de lijst compleet te maken. Men kan zich echter ook op het standpunt stellen dat het onmogelijk en niet van belang is precies na te gaan hoeveel slachtoffers er waren en hoe zij heetten. We moeten leven met de moord op ‘zes miljoen’ Joden die op grond van een waanidee ‘vernietigd’ werden. Closure is onmogelijk.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.