De huidige perikelen rond het Nationaal Historisch Museum zouden nog bijna leiden tot een algeheel wantrouwen tegen dit soort instituten. Deze sentimenten blijken ongegrond, al moet je daarvoor wel naar het buitenland reizen. De laatste jaren zijn we in Nederland niet verwent met historische musea nieuwe stijl, maar in het Ruhrgebied en in Gent heeft men de juiste snaar geraakt. Eerder deed ik al verslag over het nieuwe Ruhrmuseum in Essen. Nu dus aandacht voor mijn recente bezoek aan het STAM, het nieuwe historisch museum van Gent. Het is gevestigd in de middeleeuwse Bijloke-abdij. Het complex zag er zeer aanlokkelijk uit, maar de hippe bistro deed daar niet voor onder. Eerst dus lekker gelunchd om vervolgens de geschiedenis in te duiken. De ‘onthaal’ van het museum is gevestigd in een strakke nieuwbouw die mooi contrasteerd (ja dat kan) met de eeuwenoude abdij, waar de eigenlijke museumzalen zijn ingericht. De eerste zaal bevat een enorme luchtfoto op de vloer, waar op straat- en huisniveau de hele stad is te herkennen. Bewoners kunnen hier aan de hand van multimediale kaarten en archiefmateriaal de geschiedenis van hun buurt verkennen. De neutrale bezoeker verzandt hier wellicht in de details, maar het is schattig te zien hoe de echte Gentenaar op zijn knieen in zijn eigen tuintje kijkt! Het ultieme bewijs dat iedereen op zijn of haar manier geboeid kan raken door (een stukje) geschiedenis. Na deze eerste verkenning beland je via een loopbrug in een zaal waar de oorsprong van de stad wordt geillustreerd, aan de hand van multimediale kaarten, animaties en bodemvondsten. Het belang van de waterwegen en de ontginningen komen aan bod en verklaart de symbiose tussen stad en ommeland. Oude handschriften vertellen het verhaal over de rechten van stedelingen, kloosters en gilden. De ingewikkelde en gevaarlijke verhoudingen tussen kooplieden, ambachtslieden, adel, graaf en ook de koning van Frankrijk kun je nauwelijks een symbiose noemen. Toch vond men telkens weer de balans en werd Gent (en andere Vlaamse steden) het economisch centrum van NW-Europa. De rijkdom van de kloosters wordt treffend geillustreerd door de enorme 13de eeuwse refter van de Bijloke. De zalen over de middeleeuwen puilen uit van knap uitgelichte gebruiksvoorwerpen, ornamenten en kunstwerken. De rol van de textielnijverheid en de betrokken gilden wordt verteld. Ook de komst van de Bourgondische hertogen en hun Habsburgse opvolgers komt aan bod. Het leek de Gentenaren niet te deren, wie hun regeerden, zolang de weefgetouwen en kassa’s maar draaiden. Juist onder hun ‘eigen’ Karel V viel echter de bijl. Hoewel geboren in Gent, rekende hij voor eens en altijd af met het opstandig karakter van zijn medeburgers. Er vloeide bloed en de welvaart zonk voor decennia naar een laag peil. In de zalen rond dit onderwerp blijkt ook dat ‘onze’ 80-jarige oorlog toen nog de hele Lage Landen raakte. Het is overigens knap hoe men de ontwikkeling van de stad in de bredere historische context heeft geplaatst, zonder vermoeiende lange informatiepanelen. In de 17de en 18de eeuw krabbelde Gent er economisch weer bovenop en hoewel de handelstromen anders liepen, bleek er nog genoeg te verdienen. De welvaart vertaalde zich in een nieuwe bouwgolf in barok en rococcostijl. De invloed van de Spaanse en Oostenrijkse habsburgers laat zich nog steeds herkennen in de huidige stad. In de betreffende museumzaal glimt en blinkt van alles je tegemoet, maar het grappigst zijn de pittoreske processiestaven. Elk gilde had zo’n staf met bovenop de uitbeelding van hun ambacht: geweldige kunstwerken in hout met voorstellingen van weefgetouwen en andere ‘hardware’. In de 19de eeuw werd Gent opnieuw een textielstad, maar nu met alle kenmerken van de industriele revolutie. Het verhaal wordt wel verteld, maar aangezien elders in de stad een textielmuseum te vinden is, blijft men wellicht bewust wat kort van stof. Ook de 20ste eeuw wordt wat traditioneel uit de doeken gedaan. Gent werd een kleine ‘grootstad’, maar dat verhaal had men interactiever kunnen vertellen. Hiermee word het vaste parcours afgerond en beland je in een kleiner circuit waren tijdelijke tentoonstellingen worden getoond. Naast het lineaire historische verhaal, wil men hier meer conceptueel omgaan met de stad als organisme. Dat verzin ik niet zelf, maar kreeg ik toegelicht door een conservatrice die ik om wat uitleg vroeg. De huidige tentoonstelling gaat over licht en donker in de stad en daagt inderdaad uit om anders te kijken (en luisteren!) naar de stad. De historische geinteresseerde moet hier wel even de knop omdraaien en bereid zijn tot associeren. Zeker als je langer Gent verblijft, biedt deze benadering extra inspiratie voor je bezoek. Ter afronding van het museumbezoek mag je nog met Lego aan de slag en krijg je een multimediale blik in de toekomst: Een gedeelte van het havengebied wordt tot een moderne stadswijk omgetoverd. Eerder in het museum heb je de logica van dit soort stedebouwkundige ingrepen al leren kennen. Het is een continu proces vanaf de vroege middeleeuwen! Het STAM is er in geslaagd om op een spannende en multimediale manier het verhaal van Gent te vertellen. Boeiend voor zowel bewoners als toeristen. Het bewijst het bestaansrecht van historische musea en toont ook aan dat vanuit historisch besef een stad zich verantwoord blijvend kan vernieuwen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees