Home Hinderlaag in Algerije

Hinderlaag in Algerije

  • Gepubliceerd op: 5 juli 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Niek Pas

Franse historici en uitgevers lopen al warm voor de vijftigste herdenking van de Algerijnse onafhankelijkheid, medio volgend jaar. Raphaëlle Branche schreef L’embuscade de Palestro. Algérie 1956. Samen met onder meer Sylvie Thénaut, die onderzoek deed naar de rol van de magistratuur, en Sébastien Denis, die publiceerde over propagandafilms, heeft Branche het onderzoeksveld van de Algerijnse oorlog het afgelopen decennium een nieuwe impuls gegeven.

Branche’ boek is microgeschiedenis in optima forma. Uitgangspunt is een relatief onbeduidend voorval: een hinderlaag van het Algerijnse bevrijdingsfront in mei 1956 bij het dorpje Palestro. De confrontatie kostte een twintigtal Franse militairen het leven. Dat is op zich niet opmerkelijk; in de jaren 1954-1962 wemelde het van de Palestro’s in het Algerijnse achterland. Toch was deze hinderlaag bijzonder.

Het voorval vond plaats in een fase dat het Franse leger en het Front de Libération Nationale (FLN) beide, na een periode van consolidatie, volop bezig waren hun posities uit te bouwen. Frankrijk deed dat middels de inzet van dienstplichtigen – het merendeel van de slachtoffers bij Palestro was onvrijwillig in Algerije – en het FLN door zijn hegemonie binnen het nationalistische kamp uit te breiden.

Branches aanpak maakt L’embuscade de Palestro een uitgelezen casestudy. Aan de hand van archiefonderzoek in Parijs en Algiers, gecombineerd met interviews met Franse en Algerijnse getuigen, nabestaanden en oud-strijders, snijdt de auteur diverse thema’s aan. Zij behandelt uitputtend de sociale implicaties van kolonisatie op lokaal niveau. Met name beschrijft Branche het toewijzen, eind negentiende eeuw, van landerijen aan Franse en andere Europese kolonisten en de spanningen die dat met zich meebracht. Haar aandacht gaat ook uit naar de verschillende vormen van geweld die de strijdende partijen toepasten en die zowel reëel als symbolisch waren – zoals verminking van gesneuvelden. Branche schreef hier eerder over in haar ophefmakende dissertatie La Torture et l’armée pendant la guerre d’Algérie, 1954-1962 (2001).

Ten slotte buigt Branche zich over de herinnering aan het drama in Palestro via herdenkingen, monumenten en literatuur. Ze concludeert dat er in het hedendaagse Algerije nauwelijks belangstelling is voor de gebeurtenis, anders dan in Frankrijk. Branche verklaart dit door te wijzen op het feit dat in Algerije de mythe van de bevrijdingsstrijd vooral is opgetrokken rondom personen en leiders.
Voor Palestro als lieu de mémoire is in het collectieve geheugen slechts een perifere plek weggelegd. Dat is op z’n minst opmerkelijk, zeker als in ogenschouw wordt genomen dat in het gebied rond Palestro vanaf de jaren negentig opnieuw hinderlagen plaatsvonden. Ditmaal waren het de maquisards van het islamitisch bevrijdingsfront die de strijd aanbonden met het regime in Algiers. Nog steeds vinden er geregeld schermutselingen plaats tussen radicale islamisten en het leger.

De zestiende-eeuwse arts, humanist en geestelijke François Rabelais is tegenwoordig vooral bekend als schrijver van een serie werken over de reuzen Gargantua en Pantagruel, in het Nederlands onder meer schitterend vertaald door J.A. Sandfort in de jaren 1930. Rabelais’ ongebreidelde fantasie, krachtige literaire expressie en aanstekelijke gevoel voor humor maken zijn werk tijdloos en universeel. En dus ook een interessante bron voor historici. Onder meer in het werk van Johan Huizinga vinden we verwijzingen naar deze vroegmoderne alleskunner.

Evenals in het geval van Dante en Erasmus ontleent Rabelais’ werk zijn literaire en historische waarde onder meer aan het feit dat het een machtige spiegel is van zijn tijd. De laatste decennia van de vijftiende en de eerste helft van de zestiende eeuw vormden de periode waarin het gedrukte boek zich versneld verbreidde en de buiten-Europese wereld werd verkend. Rivaliteit tussen Engeland, Frankrijk, de Habsburgers en de Ottomanen bepaalde de Europese politieke agenda. Groeiende kritiek op de katholieke kerk leidde tot de Reformatie. In die context was taal politiek. Rabelais schreef zijn boeken over Gargantua en Pantagruel bewust in de volkstaal en niet in het Latijn. Zijn taalkundig gevarieerde werken zijn een ware goudmijn qua woordenschat, spelling en syntaxis.

Deze aspecten worden breed uitgemeten in een recent verschenen biografie van Rabelais van de hand van Mireille Huchon. Deze vooraanstaande specialiste, verbonden aan de Sorbonne, verzorgde eerder de redactie van de Œuvres Complètes van Rabelais ten behoeve van de Pléiade-reeks – een uitgave die in Frankrijk synoniem is aan literaire onsterfelijkheid.

In de biografie staat Huchon ook uitgebreid stil bij de talrijke leemtes in Rabelais’ levensverhaal. Zo is nog altijd onduidelijk wanneer hij is geboren (1494?) en gestorven (1553?). Over zijn privéleven is eveneens veel onbekend, behalve het feit dat hij twee kinderen verwekte bij een Parijse weduwe. Verder besteedt Huchon veel aandacht aan enkele mythes, zoals de ‘ontdekking’ in 1900 van het zogeheten Cinquiesme Livre over Gargantua en Pantagruel. Dit bleek al snel een compilatie van apocriefe teksten te zijn.

Rabelais was volgens Huchon een vrijdenker die dankzij zijn carrière voortdurend in contact stond met de machthebbers van zijn tijd. Tot Rabelais’ vrienden- en kennissenkring behoorden vooraanstaande personen als de geleerde Étienne Dolet en kardinaal Jean du Bellays, die toegang hadden tot de hoogste kerkelijke en adellijke kringen.

Omdat Rabelais in zijn denken dicht bij de réformés stond, vielen zijn geschriften herhaaldelijk ten prooi aan censuur. De spot die hij dreef met religieuze dogma’s bleek niet ongevaarlijk. Zijn vriend Dolet belandde in 1546 op beschuldiging van ketterij op de brandstapel. Rabelais week voorzichtigheidshalve uit naar Metz, dat toentertijd geen onderdeel was van het Franse koninkrijk. Maar, zo beklemtoont Huchon in deze uitstekende biografie, Rabelais’ relatie tot machthebbers was complex. Zijn werk mocht immers bij koninklijk privilege worden herdrukt.

Jean-Louis Brunaux heeft een alleraardigst boek geschreven over de vroege bewoners van Frankrijk, getiteld Voyage en Gaule. De Galliërs zijn een populair historisch thema. ‘Nos ancêtres les Gaulois’ is een overbekende zinsnede, die nauw verbonden is met Frankrijks oorsprongsmythen. Dat Gallische stammen aan de basis van het huidige Frankrijk zouden hebben gestaan is een negentiende-eeuwse constructie. Zie het standbeeld van de Gallische leider Vercingétorix bij Alésia, dat wel heel sterk lijkt op Napoléon III, de keizer die archeologisch onderzoek naar de Keltische beschaving stimuleerde.

De archeoloog Brunaux maakt de laatste jaren naam met informatieve, populariserende boeken over de Oudheid, een beetje zoals Fik Meijer dat doet in Nederland. Na Nos ancêtres les Gaulois (2008) en Les Gaulois expliqués à ma fille (2010) neemt hij in zijn nieuwe uitgave de lezer mee op reis door Gallië.

Brunaux heeft zijn boek opgebouwd aan de hand van een fictieve dialoog met Posidonius van Apameia. Deze Griekse filosoof trok in de eerste eeuw voor Christus door het gebied van het tegenwoordige Frankrijk. Fragmenten van zijn observaties zijn door latere auteurs overgeleverd en vormen, samen met informatie uit opgravingen, de basis voor Brunaux’ verhaal over de Gallische samenleving, cultuur en rites. Deze oorspronkelijke benadering maakt Voyage en Gaule tot een prima reisgids voor het Gallische Frankrijk.

Raphaelle Branche
L’embuscade de Palestro. Algérie 1956
256 p. Armand Colin, € 19,00

Mireille Huchon
Rabelais
160 p. Editions Gallimard, € 26,00

Jean-Louis Brunaux
Voyage en Gaule
294 p. Le Seuil, € 19,00

Niek Pas is Frankrijk-specialist en verbonden aan de leerstoelgroep Media en Cultuur van de Universiteit van Amsterdam.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.