Home Dossiers Middeleeuwen Hildegard van Bingen: een heilige voor iedereen

Hildegard van Bingen: een heilige voor iedereen

  • Gepubliceerd op: 24 augustus 2022
  • Laatste update 08 dec 2023
  • Auteur:
    Afke van der Toolen
  • 10 minuten leestijd
Tekening van Hildegard van Bingen in de Middeleeuwen.
Banner Middeleeuwen
Dossier Middeleeuwen Bekijk dossier

Ze stichtte een eigen nonnenklooster, componeerde muziek, schreef boeken over haar visioenen en haar geneeskundige kennis. Ook hield ze indrukwekkende donderpreken. De twaalfde-eeuwse Hildegard van Bingen spreekt daardoor nog steeds een uiteenlopend publiek aan.

In 1098 kwam in het Duitse Rheinland een adellijk meisje ter wereld, van wie het lot meteen bezegeld was. Het was een tiende kind, dus volgens de traditie gereserveerd voor de kerk. Hildegard, zoals ze werd gedoopt, woonde slechts acht jaar bij haar ouders; daarna begon het leven waarvoor ze was bestemd. Zo zou het verlopen: een stil, contemplatief bestaan in de anonieme afzondering van een klooster, eindigend met een simpel graf op het bijbehorende kerkhof, haar naam gedoemd om voor altijd te worden vergeten. Het liep anders.

Meer lezen over de Middeleeuwen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

De twintigste eeuw was de eeuw van Hildegards herontdekking. De meest uiteenlopende groeperingen eigenden zich haar gedachtegoed toe. New age en andere neo-spiritualistische bewegingen stortten zich op haar mystieke geschriften. Feministen bejubelden haar als een vrouw die zich door geen man de les liet lezen en bovendien oog had voor het vrouwelijk seksueel genot. Anti-wetenschappelijke geneeslieden van allerlei pluimage grasduinden naar hartenlust in haar kruidengeneeskundige werk. En milieubeschermers putten inspiratie uit haar zorg voor de natuur.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Opvallend genoeg duurde het lang voordat ook de rooms-katholieke kerk haar omarmde, maar tien jaar geleden was het dan toch zover. Hildegard van Bingen werd in mei 2012 heilig verklaard. Nog diezelfde maand werd aangekondigd dat ze zelfs een nog prestigieuzer titel zou krijgen: die van doctor ecclesiae, kerkleraar. Een eer die alleen is vergund aan heiligen die iets bijzonders hebben toegevoegd aan de leer. In één klap stond Hildegard op gelijke hoogte met grootheden als Augustinus, Thomas van Aquino en Bernard van Clairvaux.

Kortom, Hildegard van Bingen is springlevend. Maar het is een Hildegard met zoveel verschillende gezichten dat de vraag rijst: wie was zij nu echt?

Armoede en nederigheid

Van het middeleeuwse klooster Disibodenberg is niet meer over dan afgebrokkelde muren en een gevel waarvan de punt bescheiden naar de hemel wijst. En dit is niet eens het oorspronkelijke twaalfde-eeuwse gebouw. Dat werd in later eeuwen verwoest, en niemand die nog kan zeggen hoe het er precies bij stond. Maar waarschijnlijk gaan in de huidige ruïne nog de originele kloostermoppen schuil – restanten van de muren die Hildegard ooit van de buitenwereld scheidden.

Ruïne van het klooster Disibodenberg, waar Hildegard van Bingen zat.
Ruïne van het klooster Disibodenberg.

Hier betrok ze, samen met haar religieus onderwijzeres Jutta van Sponheim en nog een derde meisje, een speciaal voor hen gebouwde vrouwendependance. Van toen af aan leefde Hildegard volgens de benedictijnse voorschriften, die gehoorzaamheid, armoede en nederigheid vereisten. Ze droeg een eenvoudig habijt. Haar dagen verliepen volgens een vast ritme van bidden, werken en bijbelstudie.

Benedictijner kloosters waren in die tijd religieuze en intellectuele centra voor de elite, en daar moet Hildegard het nodige van hebben meegekregen. Daarnaast waren het ook medische instituten, met tuinen vol geneeskrachtige kruiden en een ziekenzaal die openstond voor leken uit de omgeving. Zo leerde Hildegard het menselijk lichaam kennen, de ziektes waaraan het kon lijden en de kruiden die het konden genezen. Ze raakte vertrouwd met het mannelijk lichaam zonder dat ze ooit aan seks zou doen. Eigenhandig hielp ze vrouwen tijdens het baren, zonder dat zijzelf ooit kinderen zou krijgen.

In Disibodenberg werd de basis gelegd voor haar latere leven. Maar al nam ze kennis van de wereld, deel ervan uitmaken deed ze nog niet. Na elk contact met de fysieke wereld waren er weer stilte en devote afzondering. Decennialang begrensden de muren van Disibodenberg haar bestaan. Terwijl de kleine vrouwenafdeling gestaag uitdijde, bleef Hildegard niet meer dan waartoe zij was voorbestemd: een eenvoudige non.

Twistappel

Jutta van Sponheims dood in 1136 bracht de eerste verandering. Hildegard was al bijna van middelbare leeftijd; ze had dertig jaar onder de vleugels van Jutta geleefd. Nu volgde ze haar op als hoofd van de vrouwenafdeling, en had ze niet alleen de verantwoordelijkheid over de nonnen, maar moest ze ook betrekkingen onderhouden met abt Kuno, aan wie ze nog wel ondergeschikt was. Soepel liep dat niet, want de twee dachten niet over alles hetzelfde. Vooral de strengheid van de ascese werd een twistappel. Hildegard wilde een milder regime voor haar hooggeboren nonnen; Kuno stond dat niet toe.

Maar deze verandering van positie was nog niets vergeleken bij wat nog zou komen. In de jaren die volgden zou Hildegard zich in drie grote stappen steeds verder de wereld in wagen. En de eerste stap was meteen gezet: rond 1147 besloot ze een eigen klooster te beginnen.

Eigen composities

Religieuze muziek nam in klooster Rupertsberg bijzondere vormen aan. Gekleed in glanzend witte gewaden en met schitterende kronen op hun hoofd zongen de nonnen door Hildegard zelf geschreven en gecomponeerde liederen. Of ze voerden een moralistisch muziekspel op, waarin ook de duivel – waarschijnlijk gespeeld door haar secretaris Volmar – een belangrijke rol speelde. Dit alles was te kleurrijk en uitbundig naar de zin van de bisschop van Mainz; hij deed Hildegards muziek in de ban. Zij reageerde met een uitvoerige brief, waarin ze betoogde dat zingen een van de middelen was om de harmonie tussen menselijke en goddelijke sferen te herstellen. Hildegards composities leidden eeuwenlang een slapend bestaan, maar sinds hun herontdekking in de jaren zeventig van de vorige eeuw worden ze weer uitgevoerd en zijn er honderden opnames van verschenen.

Dat ging niet zonder slag of stoot. Op zichzelf was het al een enorm project, zeker voor een vrouw in die tijd. Maar ook stuitte haar plan op fel verzet van abt Kuno. Hildegards adellijke nonnen brachten bij hun intrede rijke bruidsschatten in, en die wilde hij voor Disibodenberg behouden. Dat de losmaking toch lukte, zegt niet alleen iets over Hildegards doorzettingsvermogen, maar ook over haar handige gebruik van nuttige contacten. Het was bijvoorbeeld de moeder van een van haar nonnen die regelde dat ze de beschikking kreeg over het benodigde stuk grond.

Lang voor de bouw van haar klooster voltooid was, ging Hildegard er al wonen, samen met een twintigtal van haar nonnen. De nog primitieve omstandigheden nam ze voor lief. Voor het eerst in haar leven had ze een eigen plek in de wereld: de Rupertsberg, een rijkbegroeide rots met een majestueus uitzicht over de Rijn. Met vlakbij het stadje waarvan de naam voor altijd aan haar verbonden zou blijven: Bingen.

Visioenen

Een oude erfenis van klooster Rupertsberg is de Rupertsberger Codex, een dik boekwerk dat nog tijdens Hildegards leven werd vervaardigd. Er staat een kleine illustratie in die toch een groot verhaal vertelt: dat van de totstandkoming van haar eerste boek, Scivias, ‘Ken de Wegen’.

Dat verhaal begint bij Hildegards visioenen, in de afbeelding precies verbeeld zoals ze zelf omschreef: ‘vurige vlammen die mijn brein doorstroomden.’ Het volgende stadium, de tekeningen die ze van deze hallucinaties maakte, is zichtbaar in het schrijfgerei op haar schoot. Vervolgens dicteert ze de bijbehorende uitleg aan Volmar, haar secretaris, die naast haar staat. En tot slot is er het uiteindelijke manuscript, onder Volmars arm.

‘Vurige vlammen’ doorstroomden haar brein

Wat hier in één afbeelding wordt verteld, duurde in werkelijkheid tien jaar. Hildegard twijfelde lang of ze waardig genoeg was om te publiceren over wat ze had gezien. Pas na aanmoediging van de befaamde abt Bernard van Clairvaux durfde ze het aan. Zo zette ze haar tweede grote stap naar buiten – en ze veroverde er de hele christelijke wereld mee.

Verbeelding van een visioen in 'Liber divinorum operum' van Hildegard van Bingen.
Verbeelding van een visioen in ‘Liber divinorum operum’ van Hildegard van Bingen.

De rooms-katholieke kerk verkeerde destijds in een turbulente situatie. Er was een lange, taaie machtsstrijd gaande tussen pausen en rooms-Duitse keizers. Een in Cluny begonnen roep om kloosterhervormingen won aan kracht, maar riep ook tegenstand op. Het onzedelijke en graaierige gedrag van veel geestelijken mondde uit in de controversiële instelling van het celibaat voor geestelijken.

En dan was ook nog eens de Tweede Kruistocht in een fiasco geëindigd. Alles bij elkaar een vruchtbare bodem voor een profetisch aandoend en mooi geïllustreerd boek over het goddelijke plan met de mensheid, dat zou moeten uitlopen in eenheid en harmonie. Hildegard van Bingen was in één klap beroemd.

Gedurende de rest van haar leven bleef ze schrijven. Bij haar dood in 1179 had ze vijftien boeken de wereld in gestuurd – gemiddeld één boek in krap twee jaar. Er waren nieuwe mystieke boeken bij, maar ook twee werken met een heel ander karakter – op het eerste gezicht althans.

Het eerste, Physica, is een uiteenzetting over onder meer plantkunde, dierkunde en mineralogie, met systematische beschrijvingen van de verschillende soorten en hun nut voor de mens. Toch blijft het uitgangspunt religieus, zoals meteen al uit de openingswoorden van het eerste hoofdstuk blijkt: ‘Met de aarde werd de mens geschapen. Alle elementen dienden de mensheid, en deden hun best om zijn leven op allerlei manieren te helpen. Door heilzame kruiden geeft de aarde spirituele krachten aan de mens, omgekeerd leiden nadelige kruiden tot schadelijke en duivelse gedragingen.’

In haar tweede ‘wetenschappelijke’ boek, Causae et Curae (‘Oorzaken en Behandelingen’) deelde Hildegard haar medische kennis. Hier kon ze, net als in Physica, putten uit de ervaring die ze in Disibodenberg had opgedaan. Maar hoe praktisch het boek ook was, uiteindelijk was alle ziekte terug te voeren op een verstoorde balans in de goddelijke structuur van de wereld. Genezing betekende het herstellen van die balans.

Vanwege haar veelzijdige schrijverschap wordt Hildegard tegenwoordig weleens een homo universalis genoemd, dus iemand die in veel verschillende wetenschappen en kunsten werkzaam is. Maar zelf zou ze het nooit zo zien. Alles wat ze de wereld in stuurde ging voor haar over één ding. Geneeskunde, natuurhistorie, muziek en mystiek hingen op de meest essentiële manier samen: het was allemaal christendom, allemaal eredienst aan God.

Lijntje naar God

Hoe gewaagd de eerste twee stappen ook waren voor een benedictijnse non, Hildegard doorbrak er niet werkelijk de muren van het klooster mee. Met de eerste stap bouwde ze in feite níéuwe muren. Met de tweede stuurde ze alleen haar woorden de wereld in. Maar met de derde en laatste stap trad ze zelf echt naar buiten: tussen 1158 en 1171 trok ze er verschillende keren op uit om te preken in de kerken langs de Rijn, waaronder die van het bisdom Mainz.

Post van mannen

De bisschop van Praag liet haar weten dat ‘wij zelfs in deze verre streken over u hebben gehoord’. Hij vond het erg jammer dat hij haar niet kon bezoeken. De aartsbisschop van Trier vroeg haar als ‘arme zondaar’ om opbeurend advies. Bisschop Odo van Parijs, die zichzelf een ‘gebroken riethalm’ noemde, smeekte haar om hem een helpende hand toe te steken, opdat hij uit ‘de diepten en slijm van zijn zonden’ kon kruipen.

Hildegard van Bingen ontving brieven uit heel Europa van mannen in spirituele en vleselijke nood. In haar vroegere klooster Disibodenberg werd er zuur op gereageerd. Prior Albert schreef haar: ‘Naar ver afgelegen streken zendt u uw vermaningen. (…) Wij weten dat u bij ons bent opgevoed en onderwezen. Wij weten ook dat gij slechts vrouwelijke werkzaamheden vermag te volvoeren.’

Het waren geen aardige preken. Vooral de geestelijkheid kreeg het om de oren, waarbij Hildegard soms donderde alsof zij de kerk zelf was: ‘De priesters hebben mijn gezicht met stof vervuild en mijn kleed doen scheuren. Ze bezoedelen het lichaam en het bloed van mijn geliefde Jezus met grote onreinheid van hun losbandige zeden, en grote besmeuring van ontucht en overspel, en met verderfelijk gevolg van hebzucht.’

Hoe kon het dat een non dit soort dingen in het openbaar kon zeggen? En ongestraft ook nog? Wat hielp, was het profetische aura dat Scivias haar had verleend, met als gevolg dat zelfs hooggeplaatsten bij haar aanklopten om spiritueel advies. Er stond geen vrouw in die kerken te preken, en ook geen abdis; er stond een figuur van wie men aannam dat ze een direct lijntje had naar God.

Na haar dood raakte Hildegard van Bingen langzaamaan vergeten. Alleen in Bingen en omgeving bleef men zich haar herinneren. Maar inmiddels zit ze op Twitter als brenger van ‘spirituele waarheid, holistische heling en zorg voor de aarde’. Op YouTube prijst ze haar geneeskrachtige ‘overlevingssoep’ aan, en ze heeft webshops waar zuiveringspakketten voor klinkende prijzen worden verkocht. Hildegard van Bingen: voor elk wat wils.

Hildegard zit nu ook op Twitter

En de rooms-katholieke kerk? Waarom heeft die haar na al die eeuwen omarmd? Haar groeiende populariteit speelt een rol, en ook het feit dat ze een landgenoot was van de toenmalige paus Benedictus XVI zal hebben meegespeeld. Maar inhoudelijk zijn er ook twee redenen. Ten eerste maakte Benedictus te midden van de misbruikschandalen handig gebruik van Hildegards harde kritiek op de losbandigheid van de priesters. En in het verlengde daarvan: hoe hard Hildegards kritiek ook kon zijn, in haar werk bleef de kerk altijd rotsvast overeind als enig heilbrengend instituut.

Meer weten

  • De Vita van Hildegard (2000) bezorgd door Tony Lindijer, met teksten van Hildegard zelf en drie hagiografen.
  • Hildegard von Bingen’s Physica (1998), bezorgd door Priscilla Throop, bevat haar werk over gezondheid.
  • Ordo Virtutum religieus muziektheater van Hildegard van Bingen is terug te vinden op YouTube.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 9 - 2022