Home Het mediasucces van morfine

Het mediasucces van morfine

  • Gepubliceerd op: 28 januari 2020
  • Laatste update 22 jul 2022
  • 2 minuten leestijd
Het mediasucces van morfine

Waarom is morfine een medicijn, en zijn cocaïne en heroïne verboden drugs?

 

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Cocaïne, heroïne en morfine leken in de negentiende eeuw alle drie veelbelovende medicijnen: ze werden vooral ingezet als pijnstillers en hoestonderdrukkers. Maar inmiddels hebben cocaïne en heroïne afgedaan als geneesmiddelen, terwijl morfine nog altijd medisch wordt gebruikt. Dit verschil heeft volgens farmaceutisch historicus Lisanne Walma te maken met journalistieke berichtgeving over de middelen.

Zo werd er eerder over morfine geschreven dan over cocaïne en heroïne, simpelweg omdat het middel eerder op de markt kwam. Het werd al in 1805 geïsoleerd uit opium, terwijl cocaïne en heroïne pas decennia later beschikbaar kwamen. Daardoor kreeg morfine de tijd om een reputatie van nuttig medicijn op te bouwen. Pas later in de negentiende eeuw kwam er serieuze aandacht voor het risico van verslaving. Cocaïne en heroïne waren toen relatief nieuw. Die twee kregen dus minder tijd om geaccepteerd te worden als gewoon geneesmiddel.

Daarnaast werd medisch gebruik van morfine in kranten vaak gekoppeld aan beroemde gebruikers, wat goed was voor het aanzien. Bovendien werd morfineverslaving vanaf de jaren 1920 vooral beschreven als een Chinees probleem, dat dus ver weg speelde en niet in Nederland. Ook dat was gunstig voor de aanhoudende acceptatie van morfine als medicijn.

Bron: Lisanne Walma, Between Morpheus and Mary: The Public Debate on Morphine in Dutch Newspapers, 1880–1939. Proefschrift Universiteit Utrecht.

Hulp voor de ongelukkigen

In februari 1881 verkleedden studenten in München zich voor een feestje als Eskimo’s. Helaas vatten hun ‘overgroote pruiken’ vlam, zo meldde De Tijd in een bericht, dat illustreert hoe morfine in negentiende-eeuwse kranten werd beschreven als een belangrijke pijnstiller:

Over het ongeluk te Munchen wordt nog gemeld, dat aan de slachtoffers — er wordt nu van 20 gesproken — door acht geneesheeren en vijftien Zusters van Liefde de nauwlettendste zorgen zijn en aan de herstellenden nog worden toegediend. Voor de meeste ongelukkkigen, die toch niet te redden waren, konden de doctoren alleen pijnstillende middelen aanwenden, zooals slaapdranken, onderhuidsche inspuitingen met morphine en baden. Ondervingrijke geneesheeren hebben verklaard, nooit zulke ijselijke brandwonden te hebben gezien.

Glamourmedicijn

Wanneer kranten in de negentiende eeuw berichtten over morfinegebruikers, waren dat vaak beroemde patiënten. De Duitse keizer Wilhelm I, bijvoorbeeld. Op 9 maart 1888 schreef de gereformeerde krant De Standaard:

Sinds Zaterdagavond vertoonden zich bij den keizer verschijnselen eener verkoudheid, welke met aandoening der slijmhuid van de keel en een ontsteking der oogleden gepaard gingen. Daarbij zijn in de laatste dagen herhaaldelijk pijnlijke onderlijfsaandoeningen gekomen. De eetlust verminderde en ook merkbaar de krachten. Gisteren meldde men, dat de keizer een slechten nacht gehad heeft. Ten einde hem verzachting en rust te verschaften, heeft men hem morphine ingespoten, hetwelk echter slechts een voorbijgaande werking deed.