Den Haag en Drees zijn sterk met elkaar verbonden. Neerlands bekendste politicus woonde en werkte er van 1910 tot aan zijn dood in 1988.
Willem Drees (1886-1988) was een strikt en nauwgezet man, die weinig losliet over zijn persoonlijk leven. Veel is over hem geschreven, maar een echte biografie is er nog steeds niet, al zijn emeritus hoogleraar politicologie Hans Daalder en historicus Jelle Gaemers hard aan het werk. Om het Den Haag van Drees te leren kennen beperken we ons daarom tot die plaatsen waar hij achtereenvolgens als raadslid, wethouder, minister van Sociale Zaken en minister-president heeft gewerkt.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
We beginnen onze tocht bij wat de Hagenaars het IJspaleis noemen: het nieuwe, ietwat megalomane, geheel in wit uitgevoerde stadhuis aan de Kalvermarkt. Een logische plek, omdat Drees zich vanaf 1913, eerst als SDAP-raadslid, vanaf 1919 als wethouder, intensief heeft beziggehouden met de gemeentelijke politiek en het openbaar bestuur. Hij maakte zich sterk voor armen, zieken, bejaarden en werklozen. ‘De grote financiële problemen hebben mij natuurlijk doen begrijpen dat bijvoorbeeld een weduwen- en wezenpensioen bittere noodzaak was’, aldus Drees, die hiermee verwees naar zijn eigen kindertijd. Omdat zijn vader al vroeg overleed – de jonge Willem was pas vijf jaar – zat het gezin altijd krap bij kas.
Omdat hij lid was van een minderheidsfractie was de gemeenteraad voor Drees de ideale leerschool voor zijn naoorlogse compromispolitiek in de Rooms-rode coalitie. Als minister van Sociale Zaken en later als premier kon hij zijn Haagse sociale beleid omzetten in nationale politiek.
Vanaf de Kalvermarkt gaat het via het Spui richting het Binnenhof. En daar, vlakbij de poort naar het Binnenhof, waar Drees op 10 mei 1940 schuilde voor de Duitse bommenwerpers, staat het al. Het is even goed kijken, maar dan zie je het: een modern uitgevoerd beeld van Vadertje Drees. Een in rode steen uitgevoerde stip voor het beeld symboliseert het ingevulde vakje op een stembiljet, en daarmee de vrijheid van de democratie. Het beeld is niet het enige waarmee men Drees heeft geëerd; ook diverse instellingen dragen zijn naam: er is een Drees-stichting, een Drees-lezing en natuurlijk zijn er talloze Drees-straten.
We gaan nu via het Buitenhof naar het Kerkplein; daar staat het oude stadhuis. Een fraai gebouwtje waar nu voor veel geld kan worden getrouwd. Helaas wordt het zicht erop ontsierd door een nieuw veelkleurig winkelcentrum, door de Hagenaars zelf ‘snoeptrommel’ genoemd. Omdat het oude stadhuis in zijn tijd al te klein was, moest Drees naar het pand aan de Javastraat om de raadszittingen bij te wonen.
Via het Noordeinde en het Scheveningseveer komen we aan op Plein 1813. Hier herinnert het beeld van koning Willem I aan Nederlands eerste koning en het herstel van de Nederlandse zelfstandigheid. Nummer 4 aan het plein is het voormalige ministerie van Algemene Zaken, tussen 1948 en1958 de werkplek van minister-president Drees – in het torentje op het Binnenhof zat toen de minister van Binnenlandse Zaken. Tegenwoordig is het gebouw in gebruik bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Vanaf het plein heb je direct zicht op de oude raadszaal aan de Javastraat, tegenwoordig domicilie van een bekende cateraar. In dit fraaie herenhuis (gebouwd in 1864) werden de raadsvergaderingen gehouden. Drees maakte, gezeten onder een opvallende foto van prinses Juliana – ze heeft iets weg van een Amerikaanse filmdiva – deel uit van het college van burgemeester en wethouders. Hij beroemde zich erop – en zou er tegenwoordig weer zeer voor geprezen zijn – als wethouder het aantal ambtenaren te hebben teruggebracht van 8800 tot 8400, in een tijd dat de Haagse bevolking met 84.000 inwoners toenam. Een kunstje dat hij later als minister van Sociale Zaken zou herhalen. Vanuit de serre op de eerste verdieping zijn nu de nieuwbouwappartementen te zien op het burgemeester De Monchyplein, waar in 1953 het nieuwe stadhuis verrees dat begin jaren negentig alweer onder de sloophamer lag.
Vlakbij het oude Raadhuis, aan de Zeestraat, staat het vroegere ministerie van Sociale Zaken. Meteen na de oorlog werd dit flatgebouw door de overheid in bezit genomen. In het gebouw was het Militair Gezag gehuisvest, de uitvoerende en wetgevende macht in Nederland toen er nog geen nieuw kabinet was. Het stond onder leiding van generaal H.J. Kruls. Op de bovenverdiepingen werkten de ambtenaren van Sociale Zaken, onder leiding van minister Drees. Dit was geen echt kantoorpand maar een gewoon flatgebouw; aan de werkkamer van Drees grensde een badkamer en toilet.
Willem Drees was een echte wandelaar. Hij liep graag door de duinen, het Zuiderpark, op zijn aandrang en die van de SDAP ingericht tot volkspark, maar vooral naar zijn werkplek op het ministerie van Algemene Zaken. Hij was zo nauwgezet dat meisjes op weg naar school wisten dat ze haast moesten maken als hij al aan het einde van de straat was. Als minister-president had Drees dan wel de beschikking over een dienstauto, maar die was er eigenlijk alleen maar om zijn tas met stukken mee te nemen of als hij tussen de middag thuis ging lunchen.
We volgen zijn ochtendwandeling in omgekeerde richting, over de Laan van Meerdervoort naar ons eindpunt, de Beeklaan. In deze betere middenklassebuurt staat het rijtjeshuis waar Drees na de oorlog tot aan zijn dood in 1988 in heeft gewoond. Beeklaan 502 was de uitvalsbasis voor de man die aan de wieg stond van de Werkeloosheidswet en de Noodwet ouderdomsvoorziening, en die na de omstreden politionele acties de onafhankelijkheid van Indonesië inluidde. Een man overigens die de welvaartsstaat hoog in het vaandel had, maar ook duidelijk maakte dat de overheid niet alles moest doen wat de burger ook zelf kon.
Het huis aan de Beeklaan was voor Drees de plek voor zijn gezin. Beroemd is echter het bezoek van de Amerikaanse vertegenwoordiger voor het Marshall-plan, in de sobere woonkamer van de Dreesjes. Harriman, zo gaat het verhaal, kreeg door mevrouw Drees een mariakaakje aangeboden bij de koffie, en vond vervolgens dat een land waar zelfs de minister-president zo zuinig leefde, ruimhartig mocht delen in de Marshall-hulp. Kleinzoon Willem Bernard Drees ontkende de mythe vorig jaar in een ingezonden stuk in de Haagsche Courant. Hij kon zich geen mariakaakjes herinneren: wel andere koekjes en chocolaatjes die grootmoeder Drees uitdeelde.
Tegenwoordig is het oude woonhuis tijdelijk bewoond totdat het zijn uiteindelijke bestemming krijgt. Enige tijd was er sprake van een Drees-museum, een initiatief van de Haagse PvdA-fractie. Maar dat idee lijkt van de baan. De oude Drees was er de man niet naar om met een museum herdacht te worden. Teveel persoonsverheerlijking en te kostbaar bovendien. De laatste berichten spreken over een guest-house voor gastdocenten van de Leidse universiteit en het Institute of Social Studies. Zo wordt het huis niet onttrokken aan de woningvoorraad van de stad en krijgt hij een sociaal-wetenschappelijke bestemming. De gastdocenten kunnen dan, als de vroegere bewoner gezeten in een fauteuil voor het raam, genieten van het uitzicht op het dr. W. Drees Verzorgingshuis er precies tegenover.
Met dank aan Hans Pars, secretaris van de Stichting Willem Drees-lezing, en Drees-biografen Hans Daalder en Jelle Gaemers.
Route stadswandeling
Start: Kalvermarkt: nieuwe stadhuis
Spui
Binnenhof: Tweede Kamer en standbeeld
Kerkplein: oude stadhuis
Noordeinde: paleis
Plein 1813: voormalig ministerie van Algemene Zaken
Javastraat: oude Raadszaal
Zeestraat: voormalig ministerie van Sociale Zaken
Laan van Meerdervoort
Beeklaan: woonhuis