Home Dossiers Naoorlogse geschiedenis Heel Holland leert Chinees

Heel Holland leert Chinees

  • Gepubliceerd op: 31 mei 2022
  • Laatste update 11 jul 2023
  • Auteur:
    Fred Sengers
  • 9 minuten leestijd
Heel Holland leert Chinees
Cover van
Dossier Naoorlogse geschiedenis Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Een televisiecursus Mandarijn leek de educatieve publieke omroep Teleac jarenlang te hoog gegrepen. Maar toen het er in 1986 toch van kwam, bleek het enthousiasme groot. De kijkcijfers gingen door het dak en de presentatoren en Oma Wang werden Bekende Nederlanders.

Sinds 2018 is Chinees een officieel examenvak in Nederland. Hoewel het aantal examenkandidaten nog beperkt is – afgelopen jaar deden 264 middelbare scholieren eindexamen in dit vak – wordt op ten minste 26 scholen Chinese taal en cultuur onderwezen. Op sommige scholen is het zelfs een verplicht vak in de onderbouw. Op die manier leren duizenden Nederlandse scholieren de beginselen van het Standaardmandarijn en maken ze kennis met de Chinese cultuur.

Je zou zeggen: de belangstelling om Chinees te leren is in Nederland nog nooit zo groot geweest. Maar dat is niet helemaal waar. In 1986 schreven 11.271 cursisten zich in voor de taalcursus Chinees van Teleac, de Televisie Academie. De welluidende titel was Ní Hao (Hoe maakt u het?). Voor een cursuspakket bestaande uit twee taalboeken, 17 cassettebandjes met in totaal met 16 uur taaloefeningen, een wandkaart met oefeningen tegen vermoeide ogen en een 640 pagina’s dik cultuurboek betaalden zij een voor die tijd pittige prijs van 200 gulden.

Elke week de mooiste historische verhalen automatisch in uw postvak? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief:

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

De belangstelling was groter dan waar Teleac op gehoopt had. Op basis van eigen onderzoek had de omroep gedacht dat 5000 à 6000 cursisten haalbaar moest zijn. Maar nadat het eerste cursuspakket met de nodige publiciteit aan premier Ruud Lubbers was aangeboden, bleken de boeken al snel niet aan te slepen. In allerijl moesten in Hongkong maar liefst vier drukken worden bijbesteld. In het pre-computertijdperk werd drukwerk nog gezet en de meeste drukkerijen in Nederland beschikten niet over zetsel met Chinese karakters.

Taaldocent Han Yunhong kalligrafeert in de studio.

Een miljoen kijkers

Op maandagavond 3 februari werd om vijf over elf op Nederland 1 de eerste aflevering uitgezonden met op zondagochtend de herhaling. Kijkers zagen een driekoppige presentatie. Astrid Joosten praatte het programma aan elkaar. Zij was bij het grote publiek op dat moment vooral bekend als omroepster van de VARA, maar ze had voor Teleac eerder al de cursus Spaans Por Favor gepresenteerd. In de studio zat ook Han Yunhong, taaldocent van het Sinologisch Instituut in Leiden, achter een grote tafel waar hij Chinese karakters kalligrafeerde. Hij was de inhoudelijke kracht achter de taalcursus. Maar omdat hij niet zo verstaanbaar Nederlands sprak, was er een derde presentator bij gezocht die zowel vloeiend Chinees als Nederlands kon spreken.

Kritiek op fellow travelers

Ní Hao werd door kijkers hogelijk gewaardeerd. Dat bleek behalve uit de kijkcijfers uit de hoge waarderingscijfers van het programma en de presentatoren. Maar er klonk ook kritiek. De Volkskrant scheef over het cultuurboek dat op verzoek van Teleac door Harry Floor van de Vriendschapsvereniging Nederland China was geschreven: ‘Aan de vriendschapsvereniging kleeft het bezwaar dat ze begonnen is als een club fellow travelers. De sporen daarvan zijn blijkens het boek van Floor nog niet totaal uitgewist.’

De Volkskrant wijst op het lemma over de Grote Sprong Voorwaarts: beleid van Mao rond 1960 om de Chinese samenleving te laten omschakelen van een agrarische naar een industriële maatschappij. Floor schrijft daarover dat ‘hongersnoden de kop opstaken’ en ‘de totale bevolkingsomvang afnam’. Bij de Grote Sprong Voorwaarts zijn naar schatting 15 tot 45 miljoen Chinezen omgekomen.

Dat werd de toen 24-jarige Els Griffioen, een ouderejaars studente van Han. ‘Mijn moeder is Chinees-Indisch. Ik ben in Rotterdam geboren en deels opgegroeid in Indonesië. Chinees studeren was voor mij in combinatie met bedrijfskunde een sleutel om terug te kunnen keren naar Azië,’ vertelt Griffioen anno 2022. ‘Tijdens mijn studie sinologie was het de gewoonte dat studenten een bonte avond organiseerden. Mij was gevraagd die avond in verschillende talen aan elkaar te praten. Zo heb ik me zonder dat ik me daarvan bewust was in de kijker gespeeld van mijn docenten die voor Teleac op zoek waren naar een copresentator.’

Een woordvoerster van Teleac toonde zich daags na de eerste uitzending voorzichtig optimistisch. Zij schatte dat ongeveer 20.000 kijkers die eerste uitzending hadden bekeken. Naarmate de serie vorderde, steeg het aantal kijkers van 150.000 naar 700.000. Na de laatste aflevering durfde Teleac zelfs te spreken van meer dan een miljoen kijkers. Wat verklaart de verschillen?

‘Wij lieten zien dat Chinezen ook kunnen lachen, huilen en hun sores hebben’

Volgens toenmalig projectleider Anna Sepers waren die te wijten aan de voorzichtigheid binnen de educatieve omroep. ‘Teleac baseerde zich intern op het aantal inschrijvers. Dus je nam het aantal mensen dat een girootje had overgemaakt, vermenigvuldigde dat met 2 voor degenen die het cursusmateriaal onder de kopieermachine hadden gelegd en dat was het uitgangspunt,’ zegt Sepers. ‘Midden jaren tachtig had je nog niet de volgende dag nauwkeurige kijkcijfers op je bureau liggen. Het duurde enige tijd voordat onderzoekers die gegevens hadden verzameld. Toen bleek pas dat het publiek veel groter was en de cijfers in de weken daarna maar bleven oplopen tot tegen het miljoen. We konden het zelf haast niet geloven.’

Ook voor Joosten was die belangstelling een verrassing. ‘Nu zou ik het begrijpen als er zo’n cursus zou zijn, gezien China’s rol in de wereldhandel en opkomst als wereldmacht. Maar toen dacht ik: wie wil er nou Chinees studeren? Tot mijn verbazing keken er veel mensen naar. Iedereen had het erover. Bij een verhuizing kwam ik laatst nog de cursusmaterialen tegen. Het cultuurboek gaf echt inzicht in China en de Chinezen. Daar was Nederland blijkbaar massaal naar op zoek.’

De Nederlandse filmploeg aan het werk in China.

Lange files

De taalcursus vormde dan wel de ruggengraat van de serie, het waren de beelden van het dagelijks leven uit China die een breed publiek aanspraken. Ver voordat het eerste reisprogramma over China op de Nederlandse tv kwam, gaf Ní Hao al een inkijkje in dat destijds nog onbekende land. Teleac was een van de eerste westerse omroepen die toestemming kregen om langdurig in de Volksrepubliek te filmen. De eerste draagbare camera’s maakten het mogelijk snel en eenvoudig veel materiaal te draaien.

‘China kon dan wel ver weg zijn, maar wij wilden laten zien dat Chinezen ook kunnen lachen, huilen en hun dagelijkse sores hebben. We wilden een einde maken aan de gewoonte om China als een mysterieus land neer te zetten door – hup – in één keer de sluier eraf te trekken,’ vertelt Sepers.

Tv-beelden verdwenen

Van de taalcursus Ní Hao zijn geen opnames bewaard in het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Gegevensdragers waren indertijd duur en Teleac heeft alle banden na uitzending van de tv- en radio-uitzendingen gewist om te hergebruiken voor een nieuw programma. Op YouTube is alleen de eerste aflevering terug te vinden (zoek op: ‘Ní Hao’ en ‘Teleac’). Die aflevering is gered dankzij een kijker die de videoband had bewaard, deze later heeft gedigitaliseerd en online gezet.

De omroep kreeg toestemming van de Chinese autoriteiten om twee gezinnen in Shanghai vier weken met de camera te volgen. Het contact met hen was via de Vriendschapsvereniging Nederland China (VNC) gelegd. ‘Wij kregen steeds iemand van de overheid mee, die op een afstandje stond toe te kijken. Maar we hebben nooit problemen gehad; we konden rustig onze gang gaan. Wel hadden we na een paar dagen opeens een andere chauffeur. Als wij iets bijzonders zagen, lieten we de bus stoppen, sprongen eruit en begonnen te filmen. Later bleek dat de chauffeur daar stress van kreeg. Hij was bang dat die impulsieve buitenlanders hem in de problemen zouden brengen.’

Hoe groot het succes van Ní Hao was, bleek eind april, toen in het Tropeninstituut in Amsterdam drie China-dagen werden georganiseerd. De organisatie had gezorgd voor een bomvol programma met lezingen, demonstraties en een theeterras. Bij de toegangsprijs van 12,50 gulden was ook een Chinese lunch inbegrepen. De PTT had een speciale poststempel gemaakt, zodat bezoekers vanaf de China-dagen een Chinees kaartje naar vrienden of familie konden sturen.

Oma Wang is een van de populairste figuren uit de tv-cursus.

De China-dagen waren een doorslaand succes. Belangstellenden stonden vanaf de snelweg in de file. Uiteindelijk zouden er 30.000 bezoekers op af komen. Veel belangstellenden moesten worden teleurgesteld. Gelukkig had Artis een speurtocht langs Aziatische dieren en de VVV een wandeling door het Amsterdamse Chinatown georganiseerd. En wie dan nog niet moe was, kon in de Bijenkorf shoppen op een afdeling met Chinese producten. NRC Handelsblad sprak van een ‘China-rage’, het Nederlands Dagblad van ‘Gele koorts’.

Maar de grootste attractie van de China-dagen was misschien wel de meet and greet met de gezichten van Ní Hao. Het presentatietrio uiteraard, maar Teleac had ook de komst uit Shanghai geregeld van de Chinese tolk Shi Huiye en Oma Wang, de inwonende grootmoeder van een van de gezinnen die werden gevolgd. Zij was populair in Nederland. Sepers: ‘Ik had Oma Wang beloofd dat we in Nederland pannenkoeken zouden gaan eten. Dus ik met haar en de tolk in de tram. Bij het instappen werd ze door de conducteur en passagiers begroet met een hartelijk “Ní Hao”. Ze wist niet hoe ze het had en ik eerlijk gezegd ook niet. Toen pas werd me goed duidelijk hoe het programma leefde.’

Bedankt door de premier

Het enorme succes van Ní Hao staat in schril contrast met de manier waarop het programma tot stand kwam. Het oorspronkelijke idee voor de taalcursus stamde al van 21 jaar eerder. Het was Erik de Vries, tv-regisseur en lid van Teleacs programmaraad, die in 1965 als eerste het idee van een tv-cursus Chinees lanceerde. Drie jaar later, na de Teleac-cursus Russisch voor Beginners, werd het plan in het meerjarenprogramma opgenomen. Maar de andere leden van de programmaraad konden zich niet voorstellen dat er voldoende belangstelling bestond voor een cursus Chinees en schoven het plan steeds een jaar op.

‘Oma Wang werd zelfs in de Amsterdamse tram herkend’

In 1978 werd de haalbaarheid onderzocht, maar zelfs met een positief resultaat in de hand duurde het nog vier jaar voordat daadwerkelijk met de voorbereidingen werd begonnen. ‘Op een gegeven moment was ik die koudwatervrees zat,’ vertelt Sepers. ‘Toen heb ik in een interview met een tv-blad gezegd dat we een cursus Chinees gingen maken. Vanaf dat moment werden er mensen en middelen vrijgemaakt en gingen we aan de slag. Het was bluf, maar niemand floot ons terug.’

Sepers maakte daarna nog vele educatieve programma’s voor Teleac. ‘Al blijft dit het leukste wat ik ooit heb gedaan.’ Joosten maakte een imposante tv-carrière en is 35 jaar later nog steeds op de buis. Griffioen verleende nog haar medewerking aan een programma over Nieuwe Nederlanders van Han van der Meer, maar koos na haar studies voor een baan bij het ministerie van Economische Zaken. In die hoedanigheid reisde ze met diverse handelsdelegaties naar China. Op een keer nam de toenmalige premier Zhao Ziyang haar apart om haar te bedanken voor wat Ní Hao voor de Chinees-Nederlandse relaties had betekend.

Meer weten

  • Forgotten Diplomacy (2019) door Vincent K.L. Chang behandelt de Nederlands-Chinese betrekkingen.
  • China, een gids voor de 21ste eeuw (2016) door Frank Pieke beschrijft het unieke karakter van het land.
  • De wederopstanding van China. Van prooi tot wereldmacht (2020) door Frans-Paul van der Putten toont de voorgeschiedenis.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 6 - 2022