Jonge, arme rondzwervende vrouwen kwamen tussen 1600 en 1800 in Frankfurt am Main veel vaker voor de rechtbank dan andere vrouwen.
De verdeling van de misdaadcijfers in Frankfurt had te maken met de sociale controle in de stad, waarvan de Hausvater de spil was. Hij mocht huisgenoten – inclusief personeel – bestraffen, en op die manier werden veel kwesties binnenshuis afgehandeld.
Buiten een gezin was het bestaan in Frankfurt moeilijk. Zo mochten alleenstaande vrouwen geen zelfstandig huishouden voeren en konden ongebonden migranten maar acht dagen in de stad verblijven.
De meeste vrouwen in de stad waren dus onderworpen aan de discipline van een huisvader. De uitzonderingen – zwerfsters, ongehuwde vrouwen en onwettige kinderen – misten de sociale bescherming van het gezin en hadden het financieel doorgaans zwaarder. Daardoor werden ze vaker crimineel, want om aan geld te komen pleegden ze naar verhouding veel diefstallen of prostitueerden ze zich – een misdaad in hun tijd.
Hun vergrijpen werden niet afgehandeld door een huisvader, maar door rechtbanken. Ook daardoor werden zij veel vaker publiekelijk veroordeeld dan vrouwen die in een gezin leefden.
Jeanette Kamp, Crime, Gender and Social Control in Early Modern Frankfurt am Main (proefschrift Universiteit Leiden).
Dit artikel is exclusief voor abonnees