Had Arthur Seyss-Inquart, de Duitse rijkscommissaris in bezet Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, een verhouding met de echtgenote van een hoge Nederlandse ambtenaar? Dat suggereert een bericht dat het Nationaal Archief begin januari naar buiten bracht. Het NA baseert zich op documenten van de inlichtingendienst van de Nederlandse regering in Londen, waarin informanten beweren dat jonkvrouw Dora (Dolly) Peekema-Dibbets al vroeg in de oorlog een intieme relatie met de rijkscommissaris heeft aangeknoopt. Het bericht werd opgepikt door de media. Zo kopte het AD: ‘Vrouw topambtenaar was liefje Seyss-Inquart en hield “daverende orgiën” met Duitse officieren.’
Maar volgens de Duitse historicus Johannes Koll, die in 2017 een uitgebreide biografie over Seyss-Inquart publiceerde, is het hoogst onwaarschijnlijk dat de rijkscommissaris en Dolly een relatie hadden. ‘Ik kan niet bewijzen dat het niet zo was,’ zegt Koll, ‘maar ik vind het erg onaannemelijk. Seyss-Inquart werd dag en nacht bewaakt door de Sicherheitsdienst en die zou zo’n relatie riskant hebben gevonden, omdat Dolly getrouwd was met een hoge Nederlandse ambtenaar. Misschien spioneerde ze wel voor de regering in Londen. De Sicherheitsdienst zou zo’n affaire daarom zeker hebben gemeld. Maar tijdens het onderzoek voor mijn boek heb ik daar geen enkel spoor van gevonden.’
De documenten die het Nationaal Archief openbaar heeft gemaakt, bevatten uitsluitend geruchten. Deze zongen rond in de omgeving van Seyss-Inquarts residentie, het landgoed Clingendael, op de grens van Wassenaar en Den Haag. Zo zou een buurman van Dolly kort na de Duitse inval in 1940 hebben gemerkt dat zij er in haar Haagse woning op los feestte met nazi-officieren, terwijl haar echtgenoot bij de regering in ballingschap in Londen zat. Ook haar dochter en een nichtje waren volgens deze buurman van de partij en dansten zelfs naakt voor de Duitsers. Onder de regelmatig terugkerende feestgangers zou zich de rijkscommissaris in hoogsteigen persoon hebben bevonden. ‘Het gerucht verbreidde zich snel, dat Seiss Inquart [sic] persoonlijk het met Mevrouw Peekema hield,’ aldus een nota van het Bureau Inlichtingen van 18 november 1943. Dit gerucht bereikte ook de Wassenaarse huisarts Gerrit Krediet, die hulp bood aan Engelandvaarders – onder wie zijn eigen zoon Chris, Peter Tazelaar en Erik Hazelhoff Roelfzema. Zij vertelden, eenmaal in Londen gearriveerd, het verhaal over Dolly door aan de Nederlandse autoriteiten.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
