Home Gezien

Gezien

  • Gepubliceerd op: 8 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Annemarie laven, Ties Ramekers, Remmelt Daalder

Tentoonstelling

door Annemarie Lavèn

Paling en kabeljauw
‘Mijn naam is Evert Lamberts en ik ben de brinkgraaf van Deventer.’ Een videoband toont een jongeman die ondanks zijn historische kostuum niet helemaal overtuigt als een brinkgraaf uit 1420. Lamberts is een van de zeven historische personages die de bezoeker in de kleine tentoonstelling Stokvis en Stadsmest met hun levensverhalen bij de hand nemen.

Archeologische vondsten tonen aan de hand van de thema’s ‘Stad & platteland’, ‘Oorlog & verdediging’, ‘Huizen’, ‘Ambachten’, ‘Handel’, ‘Godsdienst’ en ‘Dagelijks leven’ de geschiedenis van het middeleeuwse Deventer. In de kelder zien we een film over de opgravingen bij het St.-Elisabeth Gasthuis, waarbij vooral de beerput talrijke potten blijkt te herbergen. Veel scherven liggen uitgestald in de vitrines, maar ook gave kruiken en een paar skeletten.

Boven gaat de tentoonstelling verder in een kleine zaal. In het midden staat een grote, eenvoudige maquette van Deventer en omgeving. Aangezien er in de verste verte rond de middeleeuwse stad vrijwel niets anders te zien was dan uitgestrekt land, hebben de maquettebouwers weinig werk gehad. Het stadje zelf bestaat uit niet meer dan wat onduidelijke straatjes.

Rondom de maquette staat een aantal vitrines. Elke vitrine herbergt een van de thema’s en toont de archeologische opgravingen. Het thema ‘Godsdienst’ is wel erg karig bedeeld, maar ook de andere onderwerpen vertellen weinig over de ontwikkeling van de stad. We zien reepjes leer en een paar schoenen. Wie droegen dergelijke schoenen, vragen we ons af. De uitleg is te beknopt. Wel komen we te weten dat aan de hand van stukjes bot het voedingspatroon van de middeleeuwers bepaald kan worden. Deventer armelui aten vooral paling, de rijke bovenklasse prefereerde kabeljauw.

De vondsten zijn mooi, en het is niet moeilijk voor te stellen dat dergelijke middeleeuwse opgravingen het hart van iedere archeoloog sneller doen kloppen. De gewone bezoeker wordt er echter niet veel wijzer van. Ons advies is om óf de informatieve begeleidende publicatie aan te schaffen, óf meteen de vaste opstelling van het museum in te duiken: daar wordt de geschiedenis van Deventer wel prachtig neergezet.

Stokvis en Stadsmest. Deventer in de middeleeuwen Tot en met 27 januari. Brink 56, Deventer. Open: di-za 10-17 uur, za-zo 13-17 uur. Info: 0570-69 37 80 of www.deventermusea.nl.

Websites

Surinaamse pers
Tot en met 2 maart is in het Persmuseum te Amsterdam de tentoonstelling K’ranti! De Surinaamse pers 1774-2007 te bezichtigen. Op de bijbehorende website kan de bezoeker voorpagina’s van allerlei Surinaamse kranten en enkele tijdschriften bekijken, gerangschikt naar tijdsperiode. Ook is er een alfabetische index met gegevens over de kranten die tussen 1774 en nu in Suriname verschenen zijn. Een bibliografische lijst kan helpen bij verder onderzoek naar de geschiedenis van de Surinaamse pers.
www.surinaamsepers.net

Modeaccessoires
Op 20 januari gaat de eerste webtentoonstelling van het Rijksmuseum online. Onder de naam Accessorize. Modeaccessoires 1550-1950 zijn 250 objecten uit de collectie modeaccessoires te bekijken. De verzameling bestaat uit waaiers, sieraden, gespen, schoenen, tassen, hoeden, sjaals en brillen uit alle windstreken en uit verschillende periodes. Uiteindelijk zullen alle 5000 stukken digitaal te zien zijn en kan de bezoeker op trefwoord zoeken in het gegevensbestand.
www.rijksmuseum.nl-accessoires

Rote Armee Fraktion
Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) heeft zijn collectie van ruim duizend RAF-documenten gedigitaliseerd en verzameld op een website. De bezoeker kan documenten van en over de RAF inzien. In de database bevinden zich brieven, dagboekfragmenten, interviews, pamfletten, notulen en persberichten die inzicht verschaffen in de handelwijze en belevingswereld van een groot aantal vooraanstaande RAF-leden.
http://labourhistory.net/raf/

Willem Drees
Het persoonlijke archief van Drees werd na zijn dood door zijn nazaten geschonken aan het Nationaal Archief in Den Haag. Het bestaat uit (handgeschreven) brieven, kaarten, persoonsbewijzen, spotprenten en verkiezingsaffiches. Ook Drees’ dagboekaantekeningen tijdens zijn internering in kamp Buchenwald en zelfs sinterklaasgedichten en stenobriefjes uit zijn verlovingstijd zijn te vinden in het Nationaal Archief. De verzameling is nu online te bekijken. De bezoeker kan inzoomen op de documenten, die op thema gerangschikt zijn.
http://www.nationaalarchief.nl/vitrine/drees_expo.html

Film

door Remmelt Daalder

Aardappels in 1618

Johan Fabricius (1899-1981) baseerde zijn bestseller De scheepsjongens van Bontekoe (1923) op het Journaal van de rampzalige reis van schipper Willem IJsbrantsz Bontekoe in 1619. Diens reisverslag vormt de ruggengraat van zijn verhaal, met één groot verschil. Niet de schipper, maar drie (verzonnen) scheepsjongens spelen de hoofdrol: de ernstige Rolf, de energieke Hajo en de bange, maar trouwhartige Padde. Gedrieën reizen zij naar Indië op de Nieuw-Hoorn, en beleven zij de reis van hun leven.

Regisseur Steven de Jong volgt in zijn verfilming vrijwel letterlijk het boek van Fabricius, die de historische context hooguit zag als decor. Van deze film is dus geen doortimmerd beeld van de beginjaren van de VOC te verwachten. Dat zou ook niet fair zijn: de makers hebben een speelfilm gemaakt, geen documentaire. Maar nu het verhaal in film is omgezet, valt toch op hoe achteloos er soms met de geschiedenis is omgegaan.

VOC-schepen lagen bijvoorbeeld nooit aan een steiger – zoals in de film –, maar op de rede, omdat ze te diep staken. En de bemanning zat echt niet ’s avonds, na gedane arbeid, aan een lange tafel in het vooronder bier te drinken. Is het trouwens niemand van de makers opgevallen dat men in 1618 nog geen aardappelen at in Nederland?

Veel details in de film kloppen gelukkig wel heel aardig. De buitenopnamen, waarin veel te herkennen is van Enkhuizen, zien er in het algemeen geloofwaardig uit. Twee replica’s van VOC-schepen, de Duyfken, nagebouwd in Australië, en de Batavia, in Lelystad, doen het uitstekend als vervanging van de Nieuw-Hoorn. De VOC-vlag met het monogram VOC-L(elystad) nemen we daarbij maar voor lief.

Net als in zijn Kameleon-films heeft Steven de Jong in zijn Scheepsjongens een overzichtelijk, wat ouderwets aandoend wereldje gecreëerd. Een wereld waarin aan het einde van de avonturen je moeder thuis op je wacht. Fabricius’ moralistische toon past daar helemaal bij. ‘Doorzetten, nooit opgeven. Als je echt iets wilt, dan kun je het,’ vermaant Bontekoe een van de scheepsjongens. Onder toeziend oog van de schipper leert Hajo aan boord lezen en schrijven. En zie: aan het einde van de film is de jongen die nergens voor wilde deugen uitgegroeid tot een energieke stuurmansleerling, die vol vertrouwen de toekomst tegemoet ziet.

‘Leuke film, pap!’ luidde het commentaar van mijn zoons van negen en elf, nog voordat de aftiteling geheel was beëindigd. Ze hebben gelijk: De scheepsjongens van Bontekoe is een film vol opwindende scènes: storm, explosie gevolgd door schipbreuk, ontmoetingen met wilden en een verleidelijke oosterse schone. Ga er dus gerust heen met kinderen, maar verwacht niet dat ze veel zullen opsteken over scheepvaart in de zeventiende eeuw.

Remmelt Daalder is conservator van het Nederlands Scheepvaartmuseum.

Steven de Jong, De scheepsjongens van Bontekoe. In verschillende bioscopen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.